NL/Prabhupada 0475 - We huiveren zodra we horen dat we dienaar van God moeten worden



Lecture -- Seattle, October 7, 1968

We kunnen de Allerhoogste niet worden. Tenminste, het staat niet in de erkende Vedische literatuur dat een levend wezen zo machtig als God kan worden. Nee, het is niet mogelijk. God is geweldig. Hij is altijd geweldig. Zelfs als je bevrijd bent van de materiële greep dan is Hij nog steeds geweldig. Daarom dit vers: govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi. Onze eeuwige relatie met God is om Hem te aanbidden of om Hem te dienen. Dat dienen is heel aangenaam.

Zodra we over dienst praten kunnen wij denken dat: "Oh, we zijn hier aan het lijden door dienst te doen." Net als de andere avond toen een jongen vroeg: "Waarom zouden we buigen?" Ik weet niet of hij hier aanwezig is. De buiging om je over te geven aan iemand is niet slecht, maar omdat we in een andere situatie zijn, om je over te geven aan een ander is erg ongemakkelijk. Net zoals niemand van een ander land afhankelijk wil zijn, niemand wil van andere mensen afhankelijk zijn. Iedereen wil onafhankelijk zijn, want deze materiële wereld is een verwrongen weerspiegeling van de spirituele wereld. Maar in de spirituele wereld, hoe meer je je overgeeft, hoe meer je dienaar bent, je bent gelukkig. Je bent blij. Maar op het huidige moment hebben we dat begrip niet. We hebben geen spiritueel idee, geen spirituele bewustwording. Daarom huiveren we zodra we horen dat we dienaar van God moeten worden. Maar er is geen sprake van huiveren. Het is heel aangenaam om dienaar van God te worden. Je ziet zo veel grootte hervormers die kwamen om de missie van God te dienen en ze worden nog steeds aanbeden. Dus om de dienaar van God te worden is geen erg onbeduidend iets. Het is het allerbelangrijkste. Govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi. Maar accepteer het niet. Probeer het allereerst te begrijpen. Daarom zegt de Vedānta-sūtra: athāto brahma jijñāsā. Probeer te begrijpen wat Brahman is. (microfoon maakt geluid) Waarom dit geluid? Probeer te begrijpen wat Brahman is en probeer je relatie te begrijpen. En dan, als je je echt overgeeft zal je je eeuwige gelukzalige leven vol kennis voelen.

En dit is heel goed uitgelegd in de 'Teachings of Lord Caitanya'. In de Bhagavad-gītā staat ook dezelfde lering maar ... We hebben al twee boeken gepubliceerd, één; Bhagavad-gītā zoals ze is, en een ander boek; Teachings of Lord Caitanya. Dus de Bhagavad-gītā leert het proces van overgave. Sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). "Je geeft je over aan Mij", zegt de Heer. En de leer van de Heer, Caitanya Mahāprabhu's leer, is hoe je over te geven. Want we zijn gewend om in ons huidige beperkte leven in opstand te komen tegen overgave.

Er zijn zo veel partijen, zoveel 'isme's' en het belangrijkste principe is: "Waarom zou ik me overgeven?" Dat is de belangrijkste ziekte. Welke politieke partij dan ook, net als de communistische partij ... Hun opstand is tegen het hogere gezag dat ze kapitalisten noemen, "Waarom zullen we ..." Overal hetzelfde: "Waarom zou ik me overgeven?" Maar we moeten ons overgeven. Dat is onze wezenlijke positie. Als ik me niet overgeef aan een bepaalde persoon of een bepaalde regering, of een bepaalde gemeenschap of de samenleving of iets, maar uiteindelijk ben ik overgegeven. Ik ben overgegeven aan de wetten van de natuur. Er is geen onafhankelijkheid. Ik moet me overgeven. Wanneer de wrede handen van de dood roepen, direct moet ik me overgeven. Zoveel dingen.

Dus we moeten het begrijpen ... Dit is brahma-jijñāsā, dat: "Waarom is er het proces van overgave?" Als ik er niet van hou om me over te geven, dan word ik gedwongen me over te geven. In het land ook, als ik me niet houd aan de wetten van het land, het land dwingt mij me over te geven door de politie, door militaire kracht, door zoveel dingen. Vergelijkbaar, ik wil niet sterven, maar de dood dwingt mij me over te geven. Ik wil geen oude man worden, maar de natuur dwingt mij om oud te worden. Ik wil geen ziekte, maar de natuur dwingt me om ziek te worden Dus dit proces van overgave is er. Nu moeten we begrijpen waarom dit zo is. Dat betekent dat mijn wezenlijke positie is om me over te geven, maar de huidige moeilijkheid is dat ik me overgeef aan de verkeerde persoon. Als we begrijpen dat ik me moet overgeven aan de Allerhoogste Heer, dan wordt mijn wezenlijke positie hersteld. Dat is mijn vrijheid.