NL/Prabhupada 0505 - Je kan het lichaam niet redden, dat is niet mogelijk



Lecture on BG 2.18 -- London, August 24, 1973

Pradyumna: Alleen het materiële lichaam van de onvernietigbare, onmeetbare en eeuwige levend wezen zal zeker vergaan. Strijd daarom, o afstammeling van Bharata.

Prabhupāda: antavanta ime dehā nityasyoktāḥ śarīriṇaḥ (BG 2.18). Śarīriṇaḥ. Dit is meervoud. Śarīriṇaḥ. Dus śarīrin of śarīrī betekent de eigenaar van de śarīra of lichaam. Śarīra betekent dit lichaam en śarīrin iemand die het lichaam bezit. Dus meervoud is śarīriṇaḥ.

Op verschillende manieren overtuigt Kṛṣṇa Arjuna dat de ziel verschilt van dit lichaam. Dus dit lichaam, antavat, het zal worden beëindigd. Hoe je ook probeert, dus wetenschappelijk, cosmetische en andere dingen gebruiken, je kan het lichaam niet redden. Dat is niet mogelijk. Antavat. Antavanta betekent, anta betekent einde en vat betekent bezitten. Dus: "Je hebt je plicht om te vechten, en je bent aan het treuren dat het lichaam van je opa of leraar of verwanten vernietigd zal worden en dat je ongelukkig zal zijn. Dat is oké, je zal ongelukkig zijn, maar zelfs als je niet vecht zal hun lichaam vandaag of morgen of misschien na een paar jaar beëindigd worden. Dus waarom zou je je onttrekken aan het uitvoeren van je plicht? Dit is het punt. "En wat de ziel betreft, van je grootvader, leraar en anderen, die is nitya, eeuwig." Al uitgelegd, nityasya uktāḥ.

Nu zegt Kṛṣṇa hier ook ukta. Ukta betekent: "het is gezegd." Niet dat ik dogmatisch aan het praten ben, ik ben een theorie aan het opmaken. Nee, het is gezegd. Het is al geregeld, het is al vastgesteld. En in de Vedische literatuur is het door de autoriteiten zo gezegd. Dit is de manier om bewijs te presenteren. Zelfs Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, theoretiseert niet. Hij zei: "Het is gezegd," geautoriseerd.

Anāśino 'prameyasya. (BG 2.18) Anāśinaḥ. Nāśinaḥ betekent vernietigbaar en anāśinaḥ betekent niet vernietigbaar. Śarīriṇaḥ, de ziel, anāśinaḥ, zal nooit worden vernietigd. En aprameyasya. Aprameyasya, onmeetbaar. Het kan ook niet worden gemeten. In de Vedische literatuur wordt de afmeting beschreven, maar je kan het niet meten. Alles, er zijn zo veel dingen beschreven in de Vedische literatuur.

Dus je bent zo gevorderd in wetenschappelijke kennis, maar noch kan je zeggen dat het geen feit is, noch kan je het inschatten. Net zoals in de Padma Purāṇa de variëteiten van levende wezens beschreven worden: jalajā nava-lakṣāṇi. Er zijn negenhonderdduizend water-dieren of levende wezens. Dus je kan niet zeggen: "Nee, het is geen negenhonderdduizend. Het is minder of meer." Het is niet mogelijk voor je om in het water te zien hoeveel soorten er zijn. De biologen kunnen wat geëxperimenteerd hebben, maar het is niet mogelijk om negenhonderdduizend soorten te zien. Dat is niet mogelijk. Jalajā nava-lakṣāṇi sthāvarā lakṣa-viṁśati.