NL/Prabhupada 0643 - Degenen die gevorderd zijn moeten werken voor Krishna



Lecture on BG 6.1 -- Los Angeles, February 13, 1969

Prabhupāda: Ja?

Madhudvisa: Prabhupāda, er staat in de Bhagavad-gītā, waar we net uit gelezen hebben, over vertrouwen hebben dat Kṛṣṇa voor ons zal zorgen. En ook verderop in de Gītā staat dat God hen helpt die zichzelf helpen.

Prabhupāda: Ja.

Madhudvisa: Nu, hoe moeten we bepalen wat we moeten ...?

Prabhupāda: Zichzelf helpen betekent dat je jezelf onder Kṛṣṇa plaatst, dat is jezelf helpen. En als je denkt: "Oh, ik kan mezelf beschermen", dan help je jezelf niet. Net als deze vinger, zo lang die gezond werkt, als er een probleem is kan ik er duizenden dollars voor uitgeven. Maar als deze vinger van mijn lichaam is afgesneden, als je met je voeten deze vinger vertrapt, het kan me niet schelen. Net zo, om zichzelf te helpen betekent om zich in de juiste positie te plaatsen als essentieel onderdeel van Kṛṣṇa. Dat is echt helpen. Hoe kan je anders helpen? De vinger kan zichzelf helpen door zich op de juiste plek aan de hand te zetten en voor het hele lichaam te werken. Dat is de juiste positie. Als de vinger denkt dat: "Ik zal afgescheiden van dit lichaam blijven en mezelf helpen," dan zal die sterven. Dus zodra je denkt dat: "Ik zal onafhankelijk leven, zonder aan Kṛṣṇa te denken," dat is mijn dood. En zodra ik me bezig houd als essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, dat is mijn leven. Dus jezelf helpen betekent om je positie te kennen en op die manier werken. Dat is helpen. Zonder te weten wat je positie is, hoe kan je jezelf helpen? Het is niet mogelijk. Ja?

Madhudvisa: Dan moeten we altijd proberen om onderscheid te maken in ons handelen en altijd proberen om Kṛṣṇa te dienen en niet dat Kṛṣṇa ons dient.

Prabhupāda: Uh . . .

Madhudvisa: Altijd voelen dat we moeten proberen om Kṛṣṇa te dienen

Prabhupada: Yes . . .

Madhudvisa: en niet zeggen dat we dit zullen doen en Kṛṣṇa zal zorgen, Kṛṣṇa zal ons helpen.

Prabhupāda: Je dient Kṛṣṇa, dat betekent dat je bezig bent. Dienen betekent doen. Wat bedoel je met dienen? Als je werkelijk iemand dient, ben je dan niet iets aan het doen? Je bent bezig met Kṛṣṇa te dienen, hoe? Je gaat Kṛṣṇa-bewustzijn prediken, je kookt, je reinigt, je bent zo veel aan het doen. Dus Kṛṣṇa helpen betekent doen. Kṛṣṇa helpen betekent niet dat je op één plek blijft zitten. Dat zijn Kṛṣṇa-bewuste activiteiten. Wat voor talenten je ook hebt om te werken, gebruik het voor Kṛṣṇa. Dat is bhakti. Wat voor mogelijkheden hebben we? We hebben de geest. Oké, denk aan Kṛṣṇa. We hebben handen - was de tempel of kook voor Kṛṣṇa. We hebben benen - loop naar de tempel van Kṛṣṇa. We hebben een neus - oh, ruik de geur van de aan Kṛṣṇa geofferde bloemen. Dus je kan bezig zijn. Dus Kṛṣṇa-bewust bezig zijn betekent werken, activiteit.

Arjuna weigerde om te vechten. En Kṛṣṇa spoorde hem aan om te vechten. Dit is de hele Bhagavad-gītā. Kṛṣṇa-bewustzijn betekent niet dat er geen werk is. Om jezelf bezig te houden met Kṛṣṇa-bewustzijn betekent te werken - voor Kṛṣṇa. Kṛṣṇa zegt niet ..., natuurlijk, in dit hoofdstuk zal Kṛṣṇa iets zeggen over ... Hij zegt nooit tegen Arjuna: "Mijn beste vriend Arjuna, deze wereld kan je niets schelen. Ga zitten en mediteer op Mij." Hebt je dit gezien in de Bhagavad-gītā? Deze meditatie betekent al het onzinwerk stoppen, in één plek blijven zitten. Maar zij die gevorderd zijn in Kṛṣṇa-bewustzijn moeten werken voor Kṛṣṇa. Net als een kindje. Alleen maar het huis verstoren. De moeder zegt: "Mijn lief kind, kom hier zitten." Maar als hij goed kan werken, oh ja, de moeder vraagt: "Mijn lieve jongen, je moet dit doen, je moet dat doen, je moet dat doen." Dus blijven zitten is voor de onzin, niet voor de verstandige. Voor de onzinnige , hoe meer hij blijft zitten, hij doet tenminste geen onzin, dat is alles. Afwezigheid van onzin. Dat is niet positief. Hier zijn positieve activiteiten.

Dus afwezigheid is geen leven. Positief leven is leven. "Doe dit niet," is geen leven. "Doe dit," dat is leven. Maar om goed te doen zijn er een aantal dingen "niet." "Niet" is geen leven, "doen" is leven. De hele Bhagavad-gītā is "doen." "Vecht voor mij." Er is niets "niet." Arjuna wilde: "Haal me niet over." En Kṛṣṇa vond dat niet leuk. "Je praat als een niet-Ariër." Kutas tvā kaśmalam idam. Anārya-juṣṭam (BG 2.2). "Dit soort woorden worden gesproken door de niet-Ariërs." Hij werd beschuldigd een niet-Ariër te zijn. Anārya.

Dus Kṛṣṇa-bewustzijn betekent niet stilzitten, nee. We zien het hele spel en vermaak van Kṛṣṇa vol met activiteiten. Als je naar de spirituele wereld gaat is Kṛṣṇa altijd aan het dansen. Je moet daar vierentwintig uur dansen en eten. Waar is het zitten? Er is geen sprake van zitten. Heb je iets gehoord over mediterende gopī's? Gaan zitten. (gelach) Heb je gehoord? Heer Caitanya Mahāprabhu? Wat heeft Hij gedaan, dansen: "Hare Kṛṣṇa." Snap je? Snap je, de ziel, je bent een spirituele ziel, hoe kan je jezelf stoppen en stil zijn? Dat is niet mogelijk.

Arjuna weigerde toen ... Je zal in dit hoofdstuk zien dat toen Arjuna werd aangeraden: "Mijn beste Arjuna, ga mediteren." Hij weigerde onmiddellijk. "Mijn beste Kṛṣṇa, dat is niet mogelijk voor mij. Het is niet mogelijk voor mij." Dat is een werkelijk feit. Hoe is het mogelijk voor hem? Hij was een huisvader, hij wilde een koninkrijk, hij wilde het land besturen. Hoe, waar is er tijd voor zijn meditatie? Hij weigerde botweg: "Mijn beste Kṛṣṇa, dat is niet mogelijk voor mij." Hij zei dat de geest beheersen: vāyor iva suduṣkaram (BG 6.34). "Het is net zo moeilijk als de lucht beheersen." Dat is een feit. Je moet de geest met Kṛṣṇa bezig houden. Dan wordt hij bedwongen. Anders, kunstmatig kan je het niet beheersen. Het is onmogelijk. Arjuna zei het, dus wat te zeggen van anderen. Arjuna, wie is Arjuna? Hij praat persoonlijk met Kṛṣṇa. Denk je dat hij een gewone man is? Hij zei dat het onmogelijk is. Vāyor iva suduṣkaram (BG 6.34). Dit voorbeeld heeft hij gegeven. Cañcalaṁ hi manaḥ kṛṣṇa pramāthi balavad dṛḍham (BG 6.34). "Mijn beste Kṛṣṇa, U vraagt ​​mij om de geest te beheersen. Het is zo krachtig en rusteloos. Ik denk dat de geest beheersen net zo goed is als de lucht beheersen." Als er veel wind is, kan je het onder controle krijgen? Dus hij geeft dit voorbeeld.

Je kan je geest beheersen als je de geest aan Kṛṣṇa's lotusvoeten hecht, dat is alles. Er kan geen onzin in je geest komen, alleen Kṛṣṇa. Dat is de perfectie van meditatie.