"Bhagavad-gītā, het wordt dagelijks over vrijwel de hele wereld gelezen, maar ze begrijpen het niet. Ze worden eenvoudigweg een student van de Bhagavad-gītā, of gewoon door valselijk te denken 'ik ben God'. Dat is alles. Ze nemen geen specifieke informatie op. Er is een vers in het achtste hoofdstuk, paras tasmāt tu bhāvo 'nyo' vyakto 'vyaktāt sanātanaḥ (BG 8.20): er is een andere natuur, buiten deze materiële natuur, die eeuwig is. Deze natuur komt te bestaan, opnieuw ontbinding, ontbinding. Maar die natuur is eeuwig. Deze dingen zijn er."
|