NL/BG 10.7: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 10| Hoofdstuk 10: De volheid van de Absolute]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 10| Hoofdstuk 10: De volheid van de Absolute]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 10.6| BG 10.6]] '''[[NL/BG 10.6|BG 10.6]] - [[NL/BG 10.8|BG 10.8]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 10.8| BG 10.8]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 10.6| BG 10.6]] '''[[NL/BG 10.6|BG 10.6]] - [[NL/BG 10.8|BG 10.8]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 10.8| BG 10.8]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 7 ==== | ==== VERS 7 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:एतां विभूतिं योगं च मम यो वेत्ति तत्त्वतः । | |||
:सोऽविकम्पेन योगेन युज्यते नात्र संशयः ॥७॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :etāṁ vibhūtiṁ yogaṁ ca | ||
: | :mama yo vetti tattvataḥ | ||
:so ’vikalpena yogena | |||
:yujyate nātra saṁśayaḥ | |||
</div> | </div> | ||
Line 15: | Line 21: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
etām — al deze; vibhūtim — volheid; yogam — mystieke kracht; ca — ook; mama — van Mij; yaḥ — iedereen die; vetti — kent; tattvataḥ — feitelijk; saḥ — hij; avikalpena — zonder af te dwalen; yogena — in devotionele dienst; yujyate — is bezig; na — nooit; atra — hier; saṁśayaḥ — twijfel. | ''etām'' — al deze; ''vibhūtim'' — volheid; ''yogam'' — mystieke kracht; ''ca'' — ook; ''mama'' — van Mij; ''yaḥ'' — iedereen die; ''vetti'' — kent; ''tattvataḥ'' — feitelijk; ''saḥ'' — hij; ''avikalpena'' — zonder af te dwalen; ''yogena'' — in devotionele dienst; ''yujyate'' — is bezig; ''na'' — nooit; ''atra'' — hier; ''saṁśayaḥ'' — twijfel. | ||
</div> | </div> | ||
Line 27: | Line 33: | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
Het summum van spirituele perfectie is kennis over de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Tenzij iemand vast overtuigd is van de verschillende volheden van de Allerhoogste Heer, kan hij geen devotionele dienst verrichten. Over het algemeen weten mensen dat God groot is, maar ze hebben geen gedetailleerde kennis van Zijn grootheid. Hier zijn de details. Wanneer iemand de volheden van de Allerhoogste feitelijk kent, blijft er geen ander alternatief meer over dan zich aan Hem over te geven. Deze feitelijke kennis kan men vinden in de beschrijvingen in het Śrīmad-Bhāgavatam, de Bhagavad-gītā en soortgelijke teksten. | Het summum van spirituele perfectie is kennis over de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Tenzij iemand vast overtuigd is van de verschillende volheden van de Allerhoogste Heer, kan hij geen devotionele dienst verrichten. Over het algemeen weten mensen dat God groot is, maar ze hebben geen gedetailleerde kennis van Zijn grootheid. Hier zijn de details. Wanneer iemand de volheden van de Allerhoogste feitelijk kent, blijft er geen ander alternatief meer over dan zich aan Hem over te geven. Deze feitelijke kennis kan men vinden in de beschrijvingen in het ''Śrīmad-Bhāgavatam'', de ''Bhagavad-gītā'' en soortgelijke teksten. | ||
Voor het bestuur van dit universum zijn er over de planetenstelsels talloze halfgoden verspreid; de belangrijkste onder hen zijn Brahmā, Heer Śiva, de vier grote Kumāra’s en de andere aartsvaders. De bevolking van het universum heeft vele voorouders, maar ze komen allemaal voort uit de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa. De Heer is de oorspronkelijke voorvader van alle voorvaders. | Voor het bestuur van dit universum zijn er over de planetenstelsels talloze halfgoden verspreid; de belangrijkste onder hen zijn Brahmā, Heer Śiva, de vier grote Kumāra’s en de andere aartsvaders. De bevolking van het universum heeft vele voorouders, maar ze komen allemaal voort uit de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa. De Heer is de oorspronkelijke voorvader van alle voorvaders. |
Latest revision as of 11:42, 28 June 2018
VERS 7
- एतां विभूतिं योगं च मम यो वेत्ति तत्त्वतः ।
- सोऽविकम्पेन योगेन युज्यते नात्र संशयः ॥७॥
- etāṁ vibhūtiṁ yogaṁ ca
- mama yo vetti tattvataḥ
- so ’vikalpena yogena
- yujyate nātra saṁśayaḥ
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
etām — al deze; vibhūtim — volheid; yogam — mystieke kracht; ca — ook; mama — van Mij; yaḥ — iedereen die; vetti — kent; tattvataḥ — feitelijk; saḥ — hij; avikalpena — zonder af te dwalen; yogena — in devotionele dienst; yujyate — is bezig; na — nooit; atra — hier; saṁśayaḥ — twijfel.
VERTALING
Wie werkelijk overtuigd is van Mijn volheid en mystieke kracht, zal onvermengde devotionele dienst verrichten; daarover bestaat geen twijfel.
COMMENTAAR
Het summum van spirituele perfectie is kennis over de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Tenzij iemand vast overtuigd is van de verschillende volheden van de Allerhoogste Heer, kan hij geen devotionele dienst verrichten. Over het algemeen weten mensen dat God groot is, maar ze hebben geen gedetailleerde kennis van Zijn grootheid. Hier zijn de details. Wanneer iemand de volheden van de Allerhoogste feitelijk kent, blijft er geen ander alternatief meer over dan zich aan Hem over te geven. Deze feitelijke kennis kan men vinden in de beschrijvingen in het Śrīmad-Bhāgavatam, de Bhagavad-gītā en soortgelijke teksten.
Voor het bestuur van dit universum zijn er over de planetenstelsels talloze halfgoden verspreid; de belangrijkste onder hen zijn Brahmā, Heer Śiva, de vier grote Kumāra’s en de andere aartsvaders. De bevolking van het universum heeft vele voorouders, maar ze komen allemaal voort uit de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, Kṛṣṇa. De Heer is de oorspronkelijke voorvader van alle voorvaders.
Dit zijn enkele van de volheden van de Allerhoogste Heer. Wie hier volledig van doordrongen is, aanvaardt Kṛṣṇa vol vertrouwen en zonder enige twijfel en begint devotionele dienst te verrichten. Al deze gedetailleerde kennis is nodig om de interesse in de liefdevolle devotionele dienst aan de Heer te vergroten. Het volledig beseffen van de grootheid van Kṛṣṇa is daarom iets dat men niet moet veronachtzamen, want door de grootheid van Kṛṣṇa te beseffen, zal men in staat zijn om oprecht en standvastig te zijn in devotionele dienst aan Hem.