NL/BG 13.15: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 13| Hoofdstuk 13: Natuur, genieter en bewustzijn]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 13| Hoofdstuk 13: Natuur, genieter en bewustzijn]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 13.14| BG 13.14]] '''[[NL/BG 13.14|BG 13.14]] - [[NL/BG 13.16|BG 13.16]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 13.16| BG 13.16]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 13.14| BG 13.14]] '''[[NL/BG 13.14|BG 13.14]] - [[NL/BG 13.16|BG 13.16]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 13.16| BG 13.16]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 15 ==== | ==== VERS 15 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:सर्वेन्द्रियगुणाभासं सर्वेन्द्रियविवर्जितम् । | |||
:असक्तं सर्वभृच्चैव निर्गुणं गुणभोक्तृ च ॥१५॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :sarvendriya-guṇābhāsaṁ | ||
: | :sarvendriya-vivarjitam | ||
:asaktaṁ sarva-bhṛc caiva | |||
:nirguṇaṁ guṇa-bhoktṛ ca | |||
</div> | </div> | ||
Line 15: | Line 21: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
sarva — van alle; indriya — zintuigen; guṇa — van de hoedanigheden; ābhāsam — de oorsprong; sarva — alle; indriya — zintuigen; vivarjitam — verstoken van; asaktam — zonder gehechtheid; sarva-bhṛt — die iedereen | ''sarva'' — van alle; ''indriya'' — zintuigen; ''guṇa'' — van de hoedanigheden; ''ābhāsam'' — de oorsprong; ''sarva'' — alle; ''indriya'' — zintuigen; ''vivarjitam'' — verstoken van; ''asaktam'' — zonder gehechtheid; ''sarva-bhṛt'' — die iedereen in stand houdt; ''ca'' — ook; ''eva'' — zeker; ''nirguṇam'' — zonder materiële hoedanigheden; ''guṇa-bhoktṛ'' — de meester van de guṇa’s; ''ca'' — ook. | ||
</div> | </div> | ||
Line 27: | Line 33: | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
Hoewel de Allerhoogste Heer de oorsprong van alle zintuigen van de levende wezens is, heeft Hij zelf geen materiële zintuigen zoals zij. Eigenlijk hebben de individuele zielen spirituele zintuigen, maar in het geconditioneerde leven zijn deze bedekt met materiële elementen en daarom worden de zintuiglijke activiteiten uitgevoerd via materie. De zintuigen van de Allerhoogste Heer zijn niet op die manier bedekt. Zijn zintuigen zijn spiritueel en worden daarom nirguṇa genoemd. Guṇa verwijst naar de materiële hoedanigheden, maar Zijn zintuigen worden niet door materie bedekt. Zijn zintuigen zijn niet als de onze. Hoewel Hij de oorsprong van al onze zintuiglijke activiteiten is, heeft Hij Zijn eigen spirituele zintuigen, die niet besmet zijn door de materiële hoedanigheden. Dit wordt in de Śvetāśvatara Upaniṣad (3.19) mooi uitgelegd in het vers apāṇi-pādo javano grahītā. | Hoewel de Allerhoogste Heer de oorsprong van alle zintuigen van de levende wezens is, heeft Hij zelf geen materiële zintuigen zoals zij. Eigenlijk hebben de individuele zielen spirituele zintuigen, maar in het geconditioneerde leven zijn deze bedekt met materiële elementen en daarom worden de zintuiglijke activiteiten uitgevoerd via materie. De zintuigen van de Allerhoogste Heer zijn niet op die manier bedekt. Zijn zintuigen zijn spiritueel en worden daarom ''nirguṇa'' genoemd. ''Guṇa'' verwijst naar de materiële hoedanigheden, maar Zijn zintuigen worden niet door materie bedekt. Zijn zintuigen zijn niet als de onze. Hoewel Hij de oorsprong van al onze zintuiglijke activiteiten is, heeft Hij Zijn eigen spirituele zintuigen, die niet besmet zijn door de materiële hoedanigheden. Dit wordt in de ''Śvetāśvatara Upaniṣad'' (3.19) mooi uitgelegd in het vers ''apāṇi-pādo javano grahītā''. | ||
De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods heeft geen handen die besmet zijn door materie, maar Hij heeft handen en aanvaardt ieder offer dat Hem gebracht wordt. Dat is het verschil tussen de geconditioneerde ziel en de Superziel. Hij heeft geen materiële ogen, maar Hij heeft ogen — hoe kan Hij anders zien? Hij ziet alles: heden, verleden en toekomst. Hij leeft in het hart van het levend wezen en Hij weet wat we in het verleden gedaan hebben, wat we nu doen en wat ons in de toekomst te wachten staat. Dit wordt in de Bhagavad-gītā bevestigd: Hij weet alles, maar niemand kent Hem. | De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods heeft geen handen die besmet zijn door materie, maar Hij heeft handen en aanvaardt ieder offer dat Hem gebracht wordt. Dat is het verschil tussen de geconditioneerde ziel en de Superziel. Hij heeft geen materiële ogen, maar Hij heeft ogen — hoe kan Hij anders zien? Hij ziet alles: heden, verleden en toekomst. Hij leeft in het hart van het levend wezen en Hij weet wat we in het verleden gedaan hebben, wat we nu doen en wat ons in de toekomst te wachten staat. Dit wordt in de ''Bhagavad-gītā'' bevestigd: Hij weet alles, maar niemand kent Hem. | ||
Er wordt gezegd dat de Allerhoogste Heer geen benen heeft als de onze, maar Hij kan door heel de ruimte reizen, omdat Hij spirituele benen heeft. Met andere woorden, de Heer is niet onpersoonlijk; Hij heeft ogen, benen, handen en al het andere, en omdat wij integrerende deeltjes van de Allerhoogste Heer zijn, hebben wij deze dingen ook. Maar Zijn handen, benen, ogen en zintuigen zijn niet besmet door de materiële natuur. | Er wordt gezegd dat de Allerhoogste Heer geen benen heeft als de onze, maar Hij kan door heel de ruimte reizen, omdat Hij spirituele benen heeft. Met andere woorden, de Heer is niet onpersoonlijk; Hij heeft ogen, benen, handen en al het andere, en omdat wij integrerende deeltjes van de Allerhoogste Heer zijn, hebben wij deze dingen ook. Maar Zijn handen, benen, ogen en zintuigen zijn niet besmet door de materiële natuur. | ||
De Bhagavad-gītā bevestigt ook dat als de Heer verschijnt, Hij verschijnt zoals Hij is door Zijn interne vermogen. Hij is niet besmet door de materiële energie, want Hij is de Heer van de materiële energie. In de Vedische literatuur vinden we dat Zijn hele lichaam spiritueel is. Hij heeft Zijn eeuwige gedaante, die sac-cid-ānanda-vigraha wordt genoemd. Hij is vervuld van alle volheden. Hij is de eigenaar van alle rijkdom en de eigenaar van alle energie. Hij is de intelligentste en bezit volledige kennis. Dit zijn enkele van de kenmerken van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hij is de instandhouder van alle levende wezens en de getuige van alle activiteiten. Wat we uit de Vedische literatuur kunnen opmaken, is dat de Allerhoogste Heer altijd transcendentaal is. Ook al zien we Zijn hoofd, gezicht, handen of benen niet, toch heeft Hij ze, en als we naar het transcendentale niveau verheven worden, kunnen we de gedaante van de Heer zien. Omdat onze zintuigen door de materiële energie besmet zijn, kunnen we Zijn gedaante niet zien. Daarom kunnen de impersonalisten, die nog door de materiële energie beïnvloed worden, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods niet begrijpen. | De ''Bhagavad-gītā'' bevestigt ook dat als de Heer verschijnt, Hij verschijnt zoals Hij is door Zijn interne vermogen. Hij is niet besmet door de materiële energie, want Hij is de Heer van de materiële energie. In de Vedische literatuur vinden we dat Zijn hele lichaam spiritueel is. Hij heeft Zijn eeuwige gedaante, die ''sac-cid-ānanda-vigraha'' wordt genoemd. Hij is vervuld van alle volheden. Hij is de eigenaar van alle rijkdom en de eigenaar van alle energie. Hij is de intelligentste en bezit volledige kennis. Dit zijn enkele van de kenmerken van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hij is de instandhouder van alle levende wezens en de getuige van alle activiteiten. Wat we uit de Vedische literatuur kunnen opmaken, is dat de Allerhoogste Heer altijd transcendentaal is. Ook al zien we Zijn hoofd, gezicht, handen of benen niet, toch heeft Hij ze, en als we naar het transcendentale niveau verheven worden, kunnen we de gedaante van de Heer zien. Omdat onze zintuigen door de materiële energie besmet zijn, kunnen we Zijn gedaante niet zien. Daarom kunnen de impersonalisten, die nog door de materiële energie beïnvloed worden, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods niet begrijpen. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 11:55, 28 June 2018
VERS 15
- सर्वेन्द्रियगुणाभासं सर्वेन्द्रियविवर्जितम् ।
- असक्तं सर्वभृच्चैव निर्गुणं गुणभोक्तृ च ॥१५॥
- sarvendriya-guṇābhāsaṁ
- sarvendriya-vivarjitam
- asaktaṁ sarva-bhṛc caiva
- nirguṇaṁ guṇa-bhoktṛ ca
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
sarva — van alle; indriya — zintuigen; guṇa — van de hoedanigheden; ābhāsam — de oorsprong; sarva — alle; indriya — zintuigen; vivarjitam — verstoken van; asaktam — zonder gehechtheid; sarva-bhṛt — die iedereen in stand houdt; ca — ook; eva — zeker; nirguṇam — zonder materiële hoedanigheden; guṇa-bhoktṛ — de meester van de guṇa’s; ca — ook.
VERTALING
De Superziel is de oorsprong van alle zintuigen, maar toch heeft Hij Zelf geen zintuigen. Hij is onthecht, ook al is Hij de instandhouder van alle levende wezens. Hij is ontstegen aan de drie hoedanigheden van de materiële natuur, maar tegelijkertijd is Hij de meester van alle hoedanigheden van de materiële natuur.
COMMENTAAR
Hoewel de Allerhoogste Heer de oorsprong van alle zintuigen van de levende wezens is, heeft Hij zelf geen materiële zintuigen zoals zij. Eigenlijk hebben de individuele zielen spirituele zintuigen, maar in het geconditioneerde leven zijn deze bedekt met materiële elementen en daarom worden de zintuiglijke activiteiten uitgevoerd via materie. De zintuigen van de Allerhoogste Heer zijn niet op die manier bedekt. Zijn zintuigen zijn spiritueel en worden daarom nirguṇa genoemd. Guṇa verwijst naar de materiële hoedanigheden, maar Zijn zintuigen worden niet door materie bedekt. Zijn zintuigen zijn niet als de onze. Hoewel Hij de oorsprong van al onze zintuiglijke activiteiten is, heeft Hij Zijn eigen spirituele zintuigen, die niet besmet zijn door de materiële hoedanigheden. Dit wordt in de Śvetāśvatara Upaniṣad (3.19) mooi uitgelegd in het vers apāṇi-pādo javano grahītā. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods heeft geen handen die besmet zijn door materie, maar Hij heeft handen en aanvaardt ieder offer dat Hem gebracht wordt. Dat is het verschil tussen de geconditioneerde ziel en de Superziel. Hij heeft geen materiële ogen, maar Hij heeft ogen — hoe kan Hij anders zien? Hij ziet alles: heden, verleden en toekomst. Hij leeft in het hart van het levend wezen en Hij weet wat we in het verleden gedaan hebben, wat we nu doen en wat ons in de toekomst te wachten staat. Dit wordt in de Bhagavad-gītā bevestigd: Hij weet alles, maar niemand kent Hem.
Er wordt gezegd dat de Allerhoogste Heer geen benen heeft als de onze, maar Hij kan door heel de ruimte reizen, omdat Hij spirituele benen heeft. Met andere woorden, de Heer is niet onpersoonlijk; Hij heeft ogen, benen, handen en al het andere, en omdat wij integrerende deeltjes van de Allerhoogste Heer zijn, hebben wij deze dingen ook. Maar Zijn handen, benen, ogen en zintuigen zijn niet besmet door de materiële natuur.
De Bhagavad-gītā bevestigt ook dat als de Heer verschijnt, Hij verschijnt zoals Hij is door Zijn interne vermogen. Hij is niet besmet door de materiële energie, want Hij is de Heer van de materiële energie. In de Vedische literatuur vinden we dat Zijn hele lichaam spiritueel is. Hij heeft Zijn eeuwige gedaante, die sac-cid-ānanda-vigraha wordt genoemd. Hij is vervuld van alle volheden. Hij is de eigenaar van alle rijkdom en de eigenaar van alle energie. Hij is de intelligentste en bezit volledige kennis. Dit zijn enkele van de kenmerken van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hij is de instandhouder van alle levende wezens en de getuige van alle activiteiten. Wat we uit de Vedische literatuur kunnen opmaken, is dat de Allerhoogste Heer altijd transcendentaal is. Ook al zien we Zijn hoofd, gezicht, handen of benen niet, toch heeft Hij ze, en als we naar het transcendentale niveau verheven worden, kunnen we de gedaante van de Heer zien. Omdat onze zintuigen door de materiële energie besmet zijn, kunnen we Zijn gedaante niet zien. Daarom kunnen de impersonalisten, die nog door de materiële energie beïnvloed worden, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods niet begrijpen.