NL/BG 17.26-27: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 17| Hoofdstuk 17: De vormen van geloof]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 17| Hoofdstuk 17: De vormen van geloof]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 17.25| BG 17.25]] '''[[NL/BG 17.25|BG 17.25]] - [[NL/BG 17.28|BG 17.28]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 17.28| BG 17.28]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 17.25| BG 17.25]] '''[[NL/BG 17.25|BG 17.25]] - [[NL/BG 17.28|BG 17.28]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 17.28| BG 17.28]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 26-27 ====
==== VERS 26-27 ====
<div class="devanagari">
:सद्भावे साधुभावे च सदित्येतत्प्रयुज्यते ।
:प्रशस्ते कर्मणि तथा सच्छब्दः पार्थ युज्यते ॥२६॥
:यज्ञे तपसि दाने च स्थितिः सदिति चोच्यते ।
:कर्म चैव तदर्थीयं सदित्येवाभिधीयते ॥२७॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''sad-bhāve sādhu-bhāve ca, sad ity etat prayujyate''
:sad-bhāve sādhu-bhāve ca
:''praśaste karmaṇi tathā, sac-chabdaḥ pārtha yujyate''
:sad ity etat prayujyate
 
:praśaste karmaṇi tathā
:''yajñe tapasi dāne ca, sthitiḥ sad iti cocyate''
:sac-chabdaḥ pārtha yujyate
:''karma caiva tad-arthīyaṁ, sad ity evābhidhīyate''


:yajñe tapasi dāne ca
:sthitiḥ sad iti cocyate
:karma caiva tad-arthīyaṁ
:sad ity evābhidhīyate
</div>
</div>


Line 18: Line 29:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
sat-bhāve — de aard van de Allerhoogste; sādhu-bhāve — de aard van de toegewijde; ca — ook; sat — het woord ‘sat’; iti — zo; etat — dit; prayujyate — wordt gebruikt; praśaste — in bonafide; karmaṇi — activiteiten; tathā — ook; sat-śabdaḥ — het geluid sat; pārtha — o zoon van Pṛthā; yujyate — wordt gebruikt; yajñe — in offers; tapasi — in ascese; dāne — in vrijgevigheid; ca — en; sthitiḥ — de situatie; sat — de Allerhoogste; iti — zo; ca — en; ucyate — wordt uitgesproken; karma — activiteit; ca — ook; eva — zeker; tat — daarvoor; arthīyam — bedoeld; sat — de Allerhoogste; iti — zo; eva — zeker; abhidhīyate — wordt aangeduid.
''sat-bhāve'' — de aard van de Allerhoogste; ''sādhu-bhāve'' — de aard van de toegewijde; ''ca'' — ook; ''sat'' — het woord ‘sat’; ''iti'' — zo; ''etat'' — dit; ''prayujyate'' — wordt gebruikt; ''praśaste'' — in bonafide; ''karmaṇi'' — activiteiten; ''tathā'' — ook; ''sat-śabdaḥ'' — het geluid sat; ''pārtha'' — o zoon van Pṛthā; ''yujyate'' — wordt gebruikt; ''yajñe'' — in offers; ''tapasi'' — in ascese; ''dāne'' — in vrijgevigheid; ''ca'' — en; ''sthitiḥ'' — de situatie; ''sat'' — de Allerhoogste; ''iti'' — zo; ''ca'' — en; ''ucyate'' — wordt uitgesproken; ''karma'' — activiteit; ''ca'' — ook; ''eva'' — zeker; ''tat'' — daarvoor; ''arthīyam'' — bedoeld; ''sat'' — de Allerhoogste; ''iti'' — zo; ''eva'' — zeker; ''abhidhīyate'' — wordt aangeduid.
</div>
</div>


Line 30: Line 41:


<div class="purport">
<div class="purport">
De woorden ‘praśaste karmaṇi’ of ‘voorgeschreven plichten’ geven aan dat er in de Vedische literatuur veel activiteiten worden voorgeschreven die processen van zuivering zijn en die beginnen van het moment van verwekking tot aan het einde van iemands leven. Deze processen worden toegepast voor de uiteindelijke bevrijding van het levend wezen. Het wordt aangeraden om tijdens al deze activiteiten oṁ tat sat uit te spreken.
De woorden ''‘praśaste karmaṇi’'' of ‘voorgeschreven plichten’ geven aan dat er in de Vedische literatuur veel activiteiten worden voorgeschreven die processen van zuivering zijn en die beginnen van het moment van verwekking tot aan het einde van iemands leven. Deze processen worden toegepast voor de uiteindelijke bevrijding van het levend wezen. Het wordt aangeraden om tijdens al deze activiteiten ''oṁ tat sat'' uit te spreken.


De woorden ‘sad-bhāve’ en ‘sādhu-bhāve’ duiden op de transcendentale situatie. Handelen in Kṛṣṇa-bewustzijn wordt sattva genoemd en wie zich volkomen bewust is van Kṛṣṇa-bewuste activiteiten wordt een sādhu genoemd. In het Śrīmad-Bhāgavatam (3.25.25) wordt gezegd dat transcendentale onderwerpen duidelijk worden in het gezelschap van toegewijden. De woorden die in dat vers gebruikt worden zijn ‘satāṁ prasaṅgāt’. Zonder goed gezelschap kan niemand transcendentale kennis verwerven.
De woorden ''‘sad-bhāve’'' en ''‘sādhu-bhāve’'' duiden op de transcendentale situatie. Handelen in Kṛṣṇa-bewustzijn wordt ''sattva'' genoemd en wie zich volkomen bewust is van Kṛṣṇa-bewuste activiteiten wordt een ''sādhu'' genoemd. In het ''Śrīmad-Bhāgavatam'' (3.25.25) wordt gezegd dat transcendentale onderwerpen duidelijk worden in het gezelschap van toegewijden. De woorden die in dat vers gebruikt worden zijn ''‘satāṁ prasaṅgāt’''. Zonder goed gezelschap kan niemand transcendentale kennis verwerven.


Wanneer men een discipel initieert of de heilige draad geeft, zegt men oṁ tat sat. Op dezelfde manier is het doel van alle soorten van yajña de Allerhoogste, oṁ tat sat. De woorden ‘tad-arthīyam’ duiden verder op dienst aan alles wat de Allerhoogste vertegenwoordigt, inclusief diensten als koken en het helpen bij verschillende activiteiten in de tempel van de Heer of elke andere activiteit voor het verspreiden van Zijn roem. Deze allerhoogste woorden ‘oṁ tat sat’ worden zo op verschillende manieren gebruikt om alle activiteiten te perfectioneren en alles compleet te maken.
Wanneer men een discipel initieert of de heilige draad geeft, zegt men ''oṁ tat sat''. Op dezelfde manier is het doel van alle soorten van ''yajña'' de Allerhoogste, ''oṁ tat sat''. De woorden ''‘tad-arthīyam’'' duiden verder op dienst aan alles wat de Allerhoogste vertegenwoordigt, inclusief diensten als koken en het helpen bij verschillende activiteiten in de tempel van de Heer of elke andere activiteit voor het verspreiden van Zijn roem. Deze allerhoogste woorden ''‘oṁ tat sat’'' worden zo op verschillende manieren gebruikt om alle activiteiten te perfectioneren en alles compleet te maken.
</div>
</div>



Latest revision as of 12:14, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 26-27

सद्भावे साधुभावे च सदित्येतत्प्रयुज्यते ।
प्रशस्ते कर्मणि तथा सच्छब्दः पार्थ युज्यते ॥२६॥
यज्ञे तपसि दाने च स्थितिः सदिति चोच्यते ।
कर्म चैव तदर्थीयं सदित्येवाभिधीयते ॥२७॥
sad-bhāve sādhu-bhāve ca
sad ity etat prayujyate
praśaste karmaṇi tathā
sac-chabdaḥ pārtha yujyate
yajñe tapasi dāne ca
sthitiḥ sad iti cocyate
karma caiva tad-arthīyaṁ
sad ity evābhidhīyate

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

sat-bhāve — de aard van de Allerhoogste; sādhu-bhāve — de aard van de toegewijde; ca — ook; sat — het woord ‘sat’; iti — zo; etat — dit; prayujyate — wordt gebruikt; praśaste — in bonafide; karmaṇi — activiteiten; tathā — ook; sat-śabdaḥ — het geluid sat; pārtha — o zoon van Pṛthā; yujyate — wordt gebruikt; yajñe — in offers; tapasi — in ascese; dāne — in vrijgevigheid; ca — en; sthitiḥ — de situatie; sat — de Allerhoogste; iti — zo; ca — en; ucyate — wordt uitgesproken; karma — activiteit; ca — ook; eva — zeker; tat — daarvoor; arthīyam — bedoeld; sat — de Allerhoogste; iti — zo; eva — zeker; abhidhīyate — wordt aangeduid.

VERTALING

De Absolute Waarheid is het doel van devotionele offers en wordt aangeduid met het woord ‘sat’. Degene die zulke offers brengt wordt ook ‘sat’ genoemd, evenals alle offers, ascese en vrijgevige schenkingen die in overeenstemming met hun absolute aard worden gedaan om de Allerhoogste Persoon voldoening te schenken, o zoon van Pṛthā.

COMMENTAAR

De woorden ‘praśaste karmaṇi’ of ‘voorgeschreven plichten’ geven aan dat er in de Vedische literatuur veel activiteiten worden voorgeschreven die processen van zuivering zijn en die beginnen van het moment van verwekking tot aan het einde van iemands leven. Deze processen worden toegepast voor de uiteindelijke bevrijding van het levend wezen. Het wordt aangeraden om tijdens al deze activiteiten oṁ tat sat uit te spreken.

De woorden ‘sad-bhāve’ en ‘sādhu-bhāve’ duiden op de transcendentale situatie. Handelen in Kṛṣṇa-bewustzijn wordt sattva genoemd en wie zich volkomen bewust is van Kṛṣṇa-bewuste activiteiten wordt een sādhu genoemd. In het Śrīmad-Bhāgavatam (3.25.25) wordt gezegd dat transcendentale onderwerpen duidelijk worden in het gezelschap van toegewijden. De woorden die in dat vers gebruikt worden zijn ‘satāṁ prasaṅgāt’. Zonder goed gezelschap kan niemand transcendentale kennis verwerven.

Wanneer men een discipel initieert of de heilige draad geeft, zegt men oṁ tat sat. Op dezelfde manier is het doel van alle soorten van yajña de Allerhoogste, oṁ tat sat. De woorden ‘tad-arthīyam’ duiden verder op dienst aan alles wat de Allerhoogste vertegenwoordigt, inclusief diensten als koken en het helpen bij verschillende activiteiten in de tempel van de Heer of elke andere activiteit voor het verspreiden van Zijn roem. Deze allerhoogste woorden ‘oṁ tat sat’ worden zo op verschillende manieren gebruikt om alle activiteiten te perfectioneren en alles compleet te maken.