NL/BG 5.20: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 5| Hoofdstuk 5: Karma Yoga: Activiteit in Krsna-bewustzijn]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 5| Hoofdstuk 5: Karma Yoga: Activiteit in Krsna-bewustzijn]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 5.19| BG 5.19]] '''[[NL/BG 5.19|BG 5.19]] - [[NL/BG 5.21|BG 5.21]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 5.21| BG 5.21]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 5.19| BG 5.19]] '''[[NL/BG 5.19|BG 5.19]] - [[NL/BG 5.21|BG 5.21]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 5.21| BG 5.21]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 20 ====
==== VERS 20 ====
<div class="devanagari">
:न प्रहृष्येत्प्रियं प्राप्य नोद्विजेत्प्राप्य चाप्रियम् ।
:स्थिरबुद्धिरसम्मूढो ब्रह्मविद् ब्रह्मणि स्थितः ॥२०॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''na prahṛṣyet priyaṁ prāpya, nodvijet prāpya cāpriyam''
:na prahṛṣyet priyaṁ prāpya
:''sthira-buddhir asammūḍho, brahma-vid brahmaṇi sthitaḥ''
:nodvijet prāpya cāpriyam
 
:sthira-buddhir asammūḍho
:brahma-vid brahmaṇi sthitaḥ
</div>
</div>


Line 15: Line 21:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
na — nooit; prahṛṣyet — verheugt; priyam — het aangename; prāpya — krijgend; na — niet; udvijet — onrustig wordt; prāpya — krijgend; ca — ook; apriyam — het onaangename; sthira-buddhiḥ — onwankelbare intelligentie; asammūḍhaḥ — onverward; brahma-vit — iemand die de Allerhoogste volmaakt kent; brahmaṇi — in het transcendente; sthitaḥ — bevindt zich.
''na'' — nooit; ''prahṛṣyet'' — verheugt; ''priyam'' — het aangename; ''prāpya'' — krijgend; ''na'' — niet; ''udvijet'' — onrustig wordt; ''prāpya'' — krijgend; ''ca'' — ook; ''apriyam'' — het onaangename; ''sthira-buddhiḥ'' — onwankelbare intelligentie; ''asammūḍhaḥ'' — onverward; ''brahma-vit'' — iemand die de Allerhoogste volmaakt kent; ''brahmaṇi'' — in het transcendente; ''sthitaḥ'' — bevindt zich.
</div>
</div>


Line 21: Line 27:


<div class="translation">
<div class="translation">
Wie zich niet verheugt wanneer hem iets plezierigs overkomt of klaagt wanneer hij iets onplezierigs krijgt, wie over een onwankelbare intelligentie beschikt, niet verward is en de wetenschap van God kent, bevindt zich al op het transcendentale vlak.
Wie zich niet verheugt wanneer hem iets plezierigs overkomt of klaagt wanneer hij iets on-plezierigs krijgt, wie over een onwankelbare intelligentie beschikt, niet verward is en de wetenschap van God kent, bevindt zich al op het transcendentale vlak.
</div>
</div>


Line 27: Line 33:


<div class="purport">
<div class="purport">
In dit vers worden de eigenschappen van een zelfgerealiseerd persoon beschreven. De eerste eigenschap is dat hij niet verward is door misidentificatie van het lichaam met het werkelijke zelf. Hij weet heel goed dat hij niet het lichaam is, maar een integrerend deeltje van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Daarom raakt hij niet verheugd wanneer hij iets krijgt en klaagt evenmin wanneer hij iets verliest met betrekking tot het lichaam. Deze evenwichtigheid van geest wordt sthira-buddhi genoemd of onwankelbare intelligentie. Hij verkeert daarom nooit in illusie door het grofstoffelijke lichaam voor de ziel aan te zien en evenmin ziet hij het lichaam als iets blijvends of ontkent hij het bestaan van de ziel. Deze kennis verheft hem tot de positie waarin hij de kennis over de Absolute Waarheid volkomen begrijpt, namelijk de kennis over Brahman, Paramātmā en Bhagavān. Op die manier begrijpt hij zijn wezenlijke positie heel goed, zonder tevergeefs te proberen in alle opzichten één te worden met de Allerhoogste. Dit wordt Brahman-realisatie genoemd of zelfrealisatie. Zo’n evenwichtig bewustzijn wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.
In dit vers worden de eigenschappen van een zelf-gerealiseerd persoon beschreven. De eerste eigenschap is dat hij niet verward is door mis-identificatie van het lichaam met het werkelijke zelf. Hij weet heel goed dat hij niet het lichaam is, maar een integrerend deeltje van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Daarom raakt hij niet verheugd wanneer hij iets krijgt en klaagt evenmin wanneer hij iets verliest met betrekking tot het lichaam. Deze evenwichtigheid van geest wordt ''sthira-buddhi'' genoemd of onwankelbare intelligentie. Hij verkeert daarom nooit in illusie door het grofstoffelijke lichaam voor de ziel aan te zien en evenmin ziet hij het lichaam als iets blijvends of ontkent hij het bestaan van de ziel. Deze kennis verheft hem tot de positie waarin hij de kennis over de Absolute Waarheid volkomen begrijpt, namelijk de kennis over Brahman, Paramātmā en Bhagavān. Op die manier begrijpt hij zijn wezenlijke positie heel goed, zonder tevergeefs te proberen in alle opzichten één te worden met de Allerhoogste. Dit wordt Brahman-realisatie genoemd of zelfrealisatie. Zo’n evenwichtig bewustzijn wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.
</div>
</div>



Latest revision as of 13:01, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 20

न प्रहृष्येत्प्रियं प्राप्य नोद्विजेत्प्राप्य चाप्रियम् ।
स्थिरबुद्धिरसम्मूढो ब्रह्मविद् ब्रह्मणि स्थितः ॥२०॥
na prahṛṣyet priyaṁ prāpya
nodvijet prāpya cāpriyam
sthira-buddhir asammūḍho
brahma-vid brahmaṇi sthitaḥ

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

na — nooit; prahṛṣyet — verheugt; priyam — het aangename; prāpya — krijgend; na — niet; udvijet — onrustig wordt; prāpya — krijgend; ca — ook; apriyam — het onaangename; sthira-buddhiḥ — onwankelbare intelligentie; asammūḍhaḥ — onverward; brahma-vit — iemand die de Allerhoogste volmaakt kent; brahmaṇi — in het transcendente; sthitaḥ — bevindt zich.

VERTALING

Wie zich niet verheugt wanneer hem iets plezierigs overkomt of klaagt wanneer hij iets on-plezierigs krijgt, wie over een onwankelbare intelligentie beschikt, niet verward is en de wetenschap van God kent, bevindt zich al op het transcendentale vlak.

COMMENTAAR

In dit vers worden de eigenschappen van een zelf-gerealiseerd persoon beschreven. De eerste eigenschap is dat hij niet verward is door mis-identificatie van het lichaam met het werkelijke zelf. Hij weet heel goed dat hij niet het lichaam is, maar een integrerend deeltje van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Daarom raakt hij niet verheugd wanneer hij iets krijgt en klaagt evenmin wanneer hij iets verliest met betrekking tot het lichaam. Deze evenwichtigheid van geest wordt sthira-buddhi genoemd of onwankelbare intelligentie. Hij verkeert daarom nooit in illusie door het grofstoffelijke lichaam voor de ziel aan te zien en evenmin ziet hij het lichaam als iets blijvends of ontkent hij het bestaan van de ziel. Deze kennis verheft hem tot de positie waarin hij de kennis over de Absolute Waarheid volkomen begrijpt, namelijk de kennis over Brahman, Paramātmā en Bhagavān. Op die manier begrijpt hij zijn wezenlijke positie heel goed, zonder tevergeefs te proberen in alle opzichten één te worden met de Allerhoogste. Dit wordt Brahman-realisatie genoemd of zelfrealisatie. Zo’n evenwichtig bewustzijn wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.