NL/BG 6.11-12: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 6| Hoofdstuk 6: Dhyana-Yoga]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 6| Hoofdstuk 6: Dhyana-Yoga]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 6.10| BG 6.10]] '''[[NL/BG 6.10|BG 6.10]] - [[NL/BG 6.13-14|BG 6.13-14]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 6.13-14| BG 6.13-14]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 6.10| BG 6.10]] '''[[NL/BG 6.10|BG 6.10]] - [[NL/BG 6.13-14|BG 6.13-14]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 6.13-14| BG 6.13-14]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 11-12 ==== | ==== VERS 11-12 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:शुचौ देशे प्रतिष्ठाप्य स्थिरमासनमात्मनः । | |||
:नात्युच्छ्रितं नातिनीचं चैलाजिनकुशोत्तरम् ॥११॥ | |||
:तत्रैकाग्रं मनः कृत्वा यतचित्तेन्द्रियक्रियः । | |||
:उपविश्यासने युञ्ज्याद्योगमात्मविशुद्धये ॥१२॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :śucau deśe pratiṣṭhāpya | ||
: | :sthiram āsanam ātmanaḥ | ||
:nāty-ucchritaṁ nāti-nīcaṁ | |||
:cailājina-kuśottaram | |||
:tatraikāgraṁ manaḥ kṛtvā | |||
:yata-cittendriya-kriyaḥ | |||
:upaviśyāsane yuñjyād | |||
:yogam ātma-viśuddhaye | |||
</div> | </div> | ||
Line 17: | Line 29: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
śucau — in een geheiligde; deśe — gebied; pratiṣṭhāpya — plaatsend; sthiram — stabiele; āsanam — zitplaats; ātmanaḥ — zijn eigen; na — niet; ati — te; ucchritam — hoog; na — noch; ati — te; nīcam — laag; caila-ajina — van een zachte doek en een hertenvel; kuśa — en kuśa-gras; uttaram — bedekking; tatra — daarop; eka-agram — met de aandacht op | ''śucau'' — in een geheiligde; ''deśe'' — gebied; ''pratiṣṭhāpya'' — plaatsend; ''sthiram'' — stabiele; ''āsanam'' — zitplaats; ''ātmanaḥ'' — zijn eigen; ''na'' — niet; ''ati'' — te; ''ucchritam'' — hoog; ''na'' — noch; ''ati'' — te; ''nīcam'' — laag; ''caila-ajina'' — van een zachte doek en een hertenvel; ''kuśa'' — en kuśa-gras; ''uttaram'' — bedekking; ''tatra'' — daarop; ''eka-agram'' — met de aandacht op één ding gericht; ''manaḥ'' — de geest; ''kṛtvā'' — makend; ''yata-citta'' — de gedachten beheersen; ''indriya'' — zintuigen; ''kriyaḥ'' — en activiteiten; ''upaviśya'' — zittend; ''āsane'' — op de zitplaats; ''yuñjyāt'' — moet verrichten; ''yogam'' — yogabeoefening; ''ātma'' — het hart; ''viśuddhaye'' — om te zuiveren. | ||
</div> | </div> | ||
Line 23: | Line 35: | ||
<div class="translation"> | <div class="translation"> | ||
Om yoga te beoefenen moet men naar een afgezonderde plaats gaan, er kuśa-gras op de grond leggen en dit bedekken met een hertenvel en een zachte doek. De plek moet niet te hoog of te laag zijn en moet zich in een heilige plaats bevinden. De yogī moet daar dan in een stabiele houding gaan zitten en er yoga beoefenen om zijn hart te zuiveren door zijn geest, zintuigen en activiteiten te beheersen en door zijn aandacht op | Om yoga te beoefenen moet men naar een afgezonderde plaats gaan, er kuśa-gras op de grond leggen en dit bedekken met een hertenvel en een zachte doek. De plek moet niet te hoog of te laag zijn en moet zich in een heilige plaats bevinden. De yogī moet daar dan in een stabiele houding gaan zitten en er yoga beoefenen om zijn hart te zuiveren door zijn geest, zintuigen en activiteiten te beheersen en door zijn aandacht op één punt te richten. | ||
</div> | </div> | ||
Line 29: | Line 41: | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
Een ‘heilige plaats’ verwijst naar pelgrimsoorden. In India verlaten de yogī’s, de transcendentalisten of de toegewijden, hun huis om in heilige plaatsen zoals Prayāga, Mathurā, Vṛndāvana, Hṛṣīkeśa en Hardwar te verblijven en in eenzaamheid yoga te beoefenen waar heilige rivieren zoals de Yamunā en de Ganges stromen. Maar vaak is dit niet mogelijk, vooral voor degenen buiten India. De zogenaamde | Een ‘heilige plaats’ verwijst naar pelgrimsoorden. In India verlaten de ''yogī’s'', de transcendentalisten of de toegewijden, hun huis om in heilige plaatsen zoals Prayāga, Mathurā, Vṛndāvana, Hṛṣīkeśa en Hardwar te verblijven en in eenzaamheid yoga te beoefenen waar heilige rivieren zoals de Yamunā en de Ganges stromen. Maar vaak is dit niet mogelijk, vooral voor degenen buiten India. De zogenaamde ''yoga''clubs in de grote steden mogen misschien succesvol zijn en materieel gezien winst maken, maar ze zijn volkomen ongeschikt om werkelijk ''yoga'' te beoefenen. Wie geen zelfbeheersing en geen onverstoorde geest heeft, kan geen meditatie beoefenen. In de ''Bṛhan-nāradīya Purāṇa'' wordt daarom gezegd dat het chanten van de heilige naam van de Heer de beste manier voor spirituele bewustwording is in het ''Kali-yuga'', het huidige ''yuga'' of tijdperk waarin de mensen over het algemeen kort leven, traag zijn in spirituele bewustwording en altijd verstoord zijn door allerlei angsten. | ||
:''harer nāma harer nāma | :''harer nāma harer nāma'' | ||
:''kalau nāsty eva nāsty eva | :''harer nāmaiva kevalam'' | ||
:''kalau nāsty eva nāsty eva'' | |||
:''nāsty eva gatir anyathā'' | |||
‘In dit tijdperk van strijd en hypocrisie is het chanten van de heilige naam van de Heer de enige manier om verlost te worden. Er is geen andere weg. Er is geen andere weg. Er is geen andere weg.’ | ‘In dit tijdperk van strijd en hypocrisie is het chanten van de heilige naam van de Heer de enige manier om verlost te worden. Er is geen andere weg. Er is geen andere weg. Er is geen andere weg.’ |
Latest revision as of 13:06, 28 June 2018
VERS 11-12
- शुचौ देशे प्रतिष्ठाप्य स्थिरमासनमात्मनः ।
- नात्युच्छ्रितं नातिनीचं चैलाजिनकुशोत्तरम् ॥११॥
- तत्रैकाग्रं मनः कृत्वा यतचित्तेन्द्रियक्रियः ।
- उपविश्यासने युञ्ज्याद्योगमात्मविशुद्धये ॥१२॥
- śucau deśe pratiṣṭhāpya
- sthiram āsanam ātmanaḥ
- nāty-ucchritaṁ nāti-nīcaṁ
- cailājina-kuśottaram
- tatraikāgraṁ manaḥ kṛtvā
- yata-cittendriya-kriyaḥ
- upaviśyāsane yuñjyād
- yogam ātma-viśuddhaye
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
śucau — in een geheiligde; deśe — gebied; pratiṣṭhāpya — plaatsend; sthiram — stabiele; āsanam — zitplaats; ātmanaḥ — zijn eigen; na — niet; ati — te; ucchritam — hoog; na — noch; ati — te; nīcam — laag; caila-ajina — van een zachte doek en een hertenvel; kuśa — en kuśa-gras; uttaram — bedekking; tatra — daarop; eka-agram — met de aandacht op één ding gericht; manaḥ — de geest; kṛtvā — makend; yata-citta — de gedachten beheersen; indriya — zintuigen; kriyaḥ — en activiteiten; upaviśya — zittend; āsane — op de zitplaats; yuñjyāt — moet verrichten; yogam — yogabeoefening; ātma — het hart; viśuddhaye — om te zuiveren.
VERTALING
Om yoga te beoefenen moet men naar een afgezonderde plaats gaan, er kuśa-gras op de grond leggen en dit bedekken met een hertenvel en een zachte doek. De plek moet niet te hoog of te laag zijn en moet zich in een heilige plaats bevinden. De yogī moet daar dan in een stabiele houding gaan zitten en er yoga beoefenen om zijn hart te zuiveren door zijn geest, zintuigen en activiteiten te beheersen en door zijn aandacht op één punt te richten.
COMMENTAAR
Een ‘heilige plaats’ verwijst naar pelgrimsoorden. In India verlaten de yogī’s, de transcendentalisten of de toegewijden, hun huis om in heilige plaatsen zoals Prayāga, Mathurā, Vṛndāvana, Hṛṣīkeśa en Hardwar te verblijven en in eenzaamheid yoga te beoefenen waar heilige rivieren zoals de Yamunā en de Ganges stromen. Maar vaak is dit niet mogelijk, vooral voor degenen buiten India. De zogenaamde yogaclubs in de grote steden mogen misschien succesvol zijn en materieel gezien winst maken, maar ze zijn volkomen ongeschikt om werkelijk yoga te beoefenen. Wie geen zelfbeheersing en geen onverstoorde geest heeft, kan geen meditatie beoefenen. In de Bṛhan-nāradīya Purāṇa wordt daarom gezegd dat het chanten van de heilige naam van de Heer de beste manier voor spirituele bewustwording is in het Kali-yuga, het huidige yuga of tijdperk waarin de mensen over het algemeen kort leven, traag zijn in spirituele bewustwording en altijd verstoord zijn door allerlei angsten.
- harer nāma harer nāma
- harer nāmaiva kevalam
- kalau nāsty eva nāsty eva
- nāsty eva gatir anyathā
‘In dit tijdperk van strijd en hypocrisie is het chanten van de heilige naam van de Heer de enige manier om verlost te worden. Er is geen andere weg. Er is geen andere weg. Er is geen andere weg.’