NL/Prabhupada 0771 - Toegewijden kunnen niet evenveel geïnteresseerd zijn in materieel en spiritueel plezier: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0771 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, New Vrndavana]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, New Vrndavana]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0770 - Ik hou van de ziel. Atma-tattva-vit. En waarom hou ik van de ziel? Omdat ik van Krishna hou|0770|NL/Prabhupada 0772 - De opzet van de Vedische beschaving is om de mensen bevrijding te geven|0772}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|9zIdS1OKWZc|Toegewijden kunnen niet evenveel geïnteresseerd zijn in materieel en spiritueel genot<br />- Prabhupāda 0771}}
{{youtube_right|rcNmZUCg4Fg|Toegewijden kunnen niet evenveel geïnteresseerd zijn in materieel en spiritueel plezier<br />- Prabhupāda 0771}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:690611SB-NEW_VRINDABAN_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/690611SB-NEW_VRINDABAN_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Vyāsadeva bespreekt verschillende soorten literatuur. Hij heeft over verschillende literatuur uitgelegd, hoewel mooi geschreven vanuit retorisch oogpunt, of poëtisch, metaforisch of grammaticaal gezien, als het geen informatie over de Absolute Waarheid bevat, dan is zulke literatuur zinloos, geen enkel heilig persoon zal interesse hebben in zulke literatuur. Ze geven daar niet om. Net als zwanen, zij zijn niet gelukkig op een plaats waar kraaien wel gelukkig zijn. Er is een verschil tussen kraaien en zwanen, verschil vinden we zelfs onder de vogels en onder andere dieren. Je vindt dat overal. Verschillende soorten vogels of andere dieren leven niet samen. Op dezelfde manier, heilige personen die Krishna-bewust zijn, hun smaak verschilt van personen die net als kraaien zijn. Kraaien zijn geïnteresseerd in bepaalde dingen. Carvita-carvaṇānām ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]). Prahlāda Mahārāja zegt: "het gekauwde nogmaals herkauwen." Het is al gekauwd en als iemand wil proberen, "Eens zien, hoe zal dat smaken?" Dat is een onzinnige bezigheid.  
Nu bespreekt Vyāsadeva verschillende soorten literatuur. Dus hij heeft uitgelegd dat elke literatuur, hoewel mooi geschreven vanuit retorisch oogpunt, of poëtisch of metaforisch of grammaticaal, maar als er geen informatie over de Absolute Waarheid is dan is zulke literatuur zinloos. En geen enkel heilig persoon zal enige interesse hebben in zulke literatuur. Ze geven daar niet om. Net als zwanen, die hebben geen plezier op een plaats waar de kraaien plezier hebben. Zoals er verschil is tussen kraaien en zwanen, zelfs in het rijk van de vogels of zelfs in het dierenrijk. Je zal het altijd zien. De verschillende soorten vogels of dieren leven samen.  


De materiële wereld volgt dit systeem van herkauwen. Net als een persoon die goede zaken doet, veel geld heeft vergaard, en met zinsbevrediging bezig is geweest, maar hij is niet gelukkig geworden. Toch probeert hij zijn zonen en kleinzonen ertoe te bewegen hetzelfde te leven. Hij heeft ervaren, "Op deze manier ben ik niet gelukkig geworden, Ik ben niet tevreden, dus waarom zal ik mijn zonen en kleinzonen aanmoedigen om hetzelfde te doen, het gekauwde herkauwen?" Dit gebeurd, omdat ze niet beter weten. Na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇuṁ durāśayā ye bahir-artha-māninaḥ ([[Vanisource:SB 7.5.31|SB 7.5.31]]). Prahlāda Mahārāja adviseerde zijn atheïstische vader. Hij zei... Toen zijn vader vroeg: "Mijn lieve jongen, hoe kom je aan al deze ideeën?" Hij was een perfecte toegewijde, en zijn vader was een perfecte atheïst. Hij zei: "Niets kan worden bereikt zonder de genade van een zuivere toegewijde."  
Net zo, de heilige personen die Kṛṣṇa-bewust zijn, hun smaak verschilt van de personen die net als kraaien zijn. Kraaien zijn geïnteresseerd in dingen ... ''Carvita-carvaṇānām'' ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]). Prahlāda Mahārāja zegt: "Het gekauwde kauwen." Het is al gekauwd, en als iemand het wil proberen: "Laat me kijken wat voor smaak er is?" Dat is alleen zinloos werk. Dus deze materiële wereld draait volgens het systeem van het gekauwde kauwen. Net als iemand die heel goed zaken gedaan heeft, geld heeft opgespaard en zinsbevrediging gedaan heeft, maar hij is niet tevreden. Maar toch spoort hij zijn zonen en kleinzonen aan om hetzelfde te doen. Hij heeft ervaren dat: "Op deze manier is het leven niet erg prettig. Ik ben niet tevreden, maar toch, waarom laat ik mijn zonen en kleinzonen hetzelfde doen, het gekauwde kauwen?"  


Naiṣāṁ matis tāvad urukramāṅghrim ([[Vanisource:SB 7.5.32|SB 7.5.32]]). Urukramāṅghrim, aṅghri. Aṅghri betekent lotusvoeten. Niemand raakt zomaar geïnteresseerd in de lotusvoeten van de Allerhoogste Persoonlijkheid van Gods, Omdat interesse in de lotusvoeten van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods betekent bevrijd worden. Anartha-apagamaḥ yad-arthaḥ ([[Vanisource:SB 7.5.32|SB 7.5.32]]). Anartha betekent onnodig. We creëren onnodige levensbehoeften en raken verstrikt. Dit is het materiële leven. Als iemand Krishna-bewust wordt, geïnteresseerd raakt in Krishna, dan krijgt hij daar een afkeer van: "Wat heeft het voor nut?" Zoals onze brahmacārī's ,onze toegewijden, ze kunnen gewoon op de grond slapen. Ze hebben geen mooi bed of kussen nodig. Omdat ze zo gevormd zijn, denken ze, "Ik heb wat rust nodig, op deze of andere manier, waarom zou ik me daar druk over maken?" Ja. Dat is een teken van vooruitgang in Krishna-bewustzijn. Krishna-bewustzijn betekent bhaktiḥ pareśānubhavo viraktir anyatra syāt ([[Vanisource:SB 11.2.42|SB 11.2.42]]). Wie geen smaak heeft voor Krishna-bewustzijn, zij proberen gelukkig te worden, door onnodig hun materiële verlangens te vergroten, omdat ze niet beter weten. Zodra iemand betrokken is in devotionele dienst aan Krishna, pareśānubhūti, dan ervaart hij transcendentaal genot en als gevolg daarvan, wordt het onzinnige genot onbelangrijk. Dat is de test.  
Maar omdat ze geen betere informatie hebben ... ''Na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇuṁ durāśayā ye bahir-artha-māninaḥ'' ([[Vanisource:SB 7.5.31|SB 7.5.31]]). Prahlāda Mahārāja adviseerde zijn atheïstische vader. Hij zei, toen zijn vader vroeg: "Mijn lieve jongen, hoe kom je aan al deze ideeën?" Hij was een perfecte toegewijde en zijn vader was een perfecte atheïst. Hij zei: "Deze positie kan niet bereikt worden zonder de genade van een zuivere toegewijde." ''Naiṣāṁ matis tāvad urukramāṅghrim'' ([[Vanisource:SB 7.5.32|SB 7.5.32]]). ''Urukramāṅghrim, aṅghri''. ''Aṅghri'' betekent lotusvoeten. Niemand kan geïnteresseerd zijn in de lotusvoeten van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods ... Want geïnteresseerd raken in de lotusvoeten van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods betekent bevrijd worden.  


Een toegewijde kan niet evenveel geïnteresseerd zijn in materieel en transcendentaal genot. Nee. Virakti. De Bhagavad-Gītā zegt ook: paraṁ dṛṣṭvā nivartate ([[Vanisource:BG 2.59|BG 2.59]]). In een ziekenhuis wordt een zieke gedwongen om een ​​bepaald soort voedsel te accepteren. Hij heeft ook verlangens. Hij heeft ook verlangens om een bepaald soort voedsel te eten. Net als een patiënt die aan tyfus lijdt, een tyfuslijder. De dokter zegt: "Je kan geen vast voedsel verdragen, je mag alleen een beetje vloeibaar voedsel." Maar hij heeft het verlangen om vast voedsel te eten. "Oh, de dokter heeft me een bepaald soort voedsel voorgeschreven. Oké, wat kan ik er aan doen?" Maar hij heeft wel nog het verlangen. Een toegewijde daarentegen, hoeft niet te worden gedwongen. Een arts hoeft niet te zeggen: "Doe dat niet." Het gaat voor hem automatisch. Waarom? Paraṁ dṛṣṭvā nivartate: hij heeft iets beters gezien of geproefd, en daarom heeft hij geen trek meer in walgelijk voedsel. Dit is bhaktiḥ pareśānu ... Dat betekent dat als we een afkeer krijgen van afschuwelijke dingen, dan begrijpen we dat we vooruitgang maken in Krishna-bewustzijn. De test heb je zelf in de hand. Je hoeft aan niemand te vragen: "Denk je dat ik vooruitgang maak in Krishna-bewustzijn?" Je hebt het zelf al door. Op dezelfde manier: als je honger hebt en eet, dan weet je, door te eten, of je honger is gestild, of je weer kracht hebt en hoeveel plezier je eraan beleeft. Je hoeft dat aan niemand te vragen. Als iemand vooruitgang maakt in Krishna-bewustzijn, dan is de test of hij zijn interesse in materieel genot verliest. Dat is de test.
''Anartha-apagamaḥ yad-arthaḥ'' ([[Vanisource:SB 7.5.32|SB 7.5.32]]). ''Anartha'' betekent onnodig. We creëren onnodige levensbehoeften en raken verstrikt. Dit is het materiële leven. Maar als iemand Kṛṣṇa-bewust wordt, geïnteresseerd raakt in Kṛṣṇa, dan krijgt hij daar een afkeer van: "Wat heeft het voor nut?" Zoals onze ''brahmacārī's'' ,onze toegewijden, die kunnen plat op de grond slapen. Zij hebben geen mooi bed of kussen nodig. Omdat hun leven zo gevormd is denken ze: "Wel, ik heb wat rust nodig. Dus op deze manier of die manier, waarom zou ik me daar druk over maken?" Ja. Dat is het teken van vooruitgang in Kṛṣṇa-bewustzijn.
 
Kṛṣṇa-bewustzijn betekent: ''bhaktiḥ pareśānubhavo viraktir anyatra syāt'' ([[Vanisource:SB 11.2.42|SB 11.2.42]]). Degenen die geen smaak hebben voor Kṛṣṇa-bewustzijn proberen gelukkig te zijn met een onnodige vermeerdering van materiële benodigdheden omdat ze geen andere informatie hebben. Maar zodra iemand bezig is met toegewijde dienst aan Kṛṣṇa, ''pareśānubhūti'', dan ervaart hij transcendentaal plezier en als gevolg daarvan wordt dit onzinnige plezier onbelangrijk. Dat is de test. Een toegewijde kan niet evenveel geïnteresseerd zijn in materieel en transcendentaal plezier. Nee. ''Virakti''.  
 
De Bhagavad-gītā zegt ook: ''paraṁ dṛṣṭvā nivartate'' ([[NL/BG 2.59|BG 2.59]]). Net als in een ziekenhuis een zieke een ​​bepaald soort voedsel niet mag eten. Hij heeft het verlangen. Hij heeft het verlangen om dat wel te eten. Net als een patiënt die aan tyfus lijdt. De dokter zegt: "Je mag geen vast voedsel nemen. Je mag een beetje vloeibaar voedsel nemen." Maar hij heeft het verlangen om vast voedsel te nemen: "Oh, de dokter heeft me gevraagd om dat voedsel niet te nemen. Oké, wat kan ik doen?" Maar hij heeft het verlangen. Maar een toegewijde hoeft niet gedwongen te worden, zoals een arts hem vraagt: "Doe dat niet." Hij doet het automatisch. Waarom? ''Paraṁ dṛṣṭvā nivartate'' ([[NL/BG 2.59|BG 2.59]]): hij heeft iets beters gezien of geproefd waardoor hij geen trek meer heeft in deze armzalige smaak.  
 
Dit is ''bhaktiḥ pareśānu'' ([[Vanisource:SB 11.2.42|SB 11.2.42]]). Dat betekent dat als we een afkeer krijgen van zulke armzalige dingen, dan begrijpen we dat we vooruitgang maken in Kṛṣṇa-bewustzijn. Je hebt de test bij de hand. Je hoeft niemand te vragen: "Denk je dat ik vooruitgang maak in Kṛṣṇa-bewustzijn?" Maar je kan het begrijpen. Precies dezelfde manier; als je honger hebt en als je eet, dan weet je door te eten of je honger gestild is, hoeveel kracht je voelt, hoeveel plezier je voelt. Je hoeft dat aan niemand te vragen. Net zo, als iemand vooruitgang maakt in Kṛṣṇa-bewustzijn dan is de test dat hij desinteresse heeft in al het materiële plezier. Dat is de test.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:00, 29 June 2021



Lecture on SB 1.5.12-13 -- New Vrindaban, June 11, 1969

Nu bespreekt Vyāsadeva verschillende soorten literatuur. Dus hij heeft uitgelegd dat elke literatuur, hoewel mooi geschreven vanuit retorisch oogpunt, of poëtisch of metaforisch of grammaticaal, maar als er geen informatie over de Absolute Waarheid is dan is zulke literatuur zinloos. En geen enkel heilig persoon zal enige interesse hebben in zulke literatuur. Ze geven daar niet om. Net als zwanen, die hebben geen plezier op een plaats waar de kraaien plezier hebben. Zoals er verschil is tussen kraaien en zwanen, zelfs in het rijk van de vogels of zelfs in het dierenrijk. Je zal het altijd zien. De verschillende soorten vogels of dieren leven samen.

Net zo, de heilige personen die Kṛṣṇa-bewust zijn, hun smaak verschilt van de personen die net als kraaien zijn. Kraaien zijn geïnteresseerd in dingen ... Carvita-carvaṇānām (SB 7.5.30). Prahlāda Mahārāja zegt: "Het gekauwde kauwen." Het is al gekauwd, en als iemand het wil proberen: "Laat me kijken wat voor smaak er is?" Dat is alleen zinloos werk. Dus deze materiële wereld draait volgens het systeem van het gekauwde kauwen. Net als iemand die heel goed zaken gedaan heeft, geld heeft opgespaard en zinsbevrediging gedaan heeft, maar hij is niet tevreden. Maar toch spoort hij zijn zonen en kleinzonen aan om hetzelfde te doen. Hij heeft ervaren dat: "Op deze manier is het leven niet erg prettig. Ik ben niet tevreden, maar toch, waarom laat ik mijn zonen en kleinzonen hetzelfde doen, het gekauwde kauwen?"

Maar omdat ze geen betere informatie hebben ... Na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇuṁ durāśayā ye bahir-artha-māninaḥ (SB 7.5.31). Prahlāda Mahārāja adviseerde zijn atheïstische vader. Hij zei, toen zijn vader vroeg: "Mijn lieve jongen, hoe kom je aan al deze ideeën?" Hij was een perfecte toegewijde en zijn vader was een perfecte atheïst. Hij zei: "Deze positie kan niet bereikt worden zonder de genade van een zuivere toegewijde." Naiṣāṁ matis tāvad urukramāṅghrim (SB 7.5.32). Urukramāṅghrim, aṅghri. Aṅghri betekent lotusvoeten. Niemand kan geïnteresseerd zijn in de lotusvoeten van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods ... Want geïnteresseerd raken in de lotusvoeten van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods betekent bevrijd worden.

Anartha-apagamaḥ yad-arthaḥ (SB 7.5.32). Anartha betekent onnodig. We creëren onnodige levensbehoeften en raken verstrikt. Dit is het materiële leven. Maar als iemand Kṛṣṇa-bewust wordt, geïnteresseerd raakt in Kṛṣṇa, dan krijgt hij daar een afkeer van: "Wat heeft het voor nut?" Zoals onze brahmacārī's ,onze toegewijden, die kunnen plat op de grond slapen. Zij hebben geen mooi bed of kussen nodig. Omdat hun leven zo gevormd is denken ze: "Wel, ik heb wat rust nodig. Dus op deze manier of die manier, waarom zou ik me daar druk over maken?" Ja. Dat is het teken van vooruitgang in Kṛṣṇa-bewustzijn.

Kṛṣṇa-bewustzijn betekent: bhaktiḥ pareśānubhavo viraktir anyatra syāt (SB 11.2.42). Degenen die geen smaak hebben voor Kṛṣṇa-bewustzijn proberen gelukkig te zijn met een onnodige vermeerdering van materiële benodigdheden omdat ze geen andere informatie hebben. Maar zodra iemand bezig is met toegewijde dienst aan Kṛṣṇa, pareśānubhūti, dan ervaart hij transcendentaal plezier en als gevolg daarvan wordt dit onzinnige plezier onbelangrijk. Dat is de test. Een toegewijde kan niet evenveel geïnteresseerd zijn in materieel en transcendentaal plezier. Nee. Virakti.

De Bhagavad-gītā zegt ook: paraṁ dṛṣṭvā nivartate (BG 2.59). Net als in een ziekenhuis een zieke een ​​bepaald soort voedsel niet mag eten. Hij heeft het verlangen. Hij heeft het verlangen om dat wel te eten. Net als een patiënt die aan tyfus lijdt. De dokter zegt: "Je mag geen vast voedsel nemen. Je mag een beetje vloeibaar voedsel nemen." Maar hij heeft het verlangen om vast voedsel te nemen: "Oh, de dokter heeft me gevraagd om dat voedsel niet te nemen. Oké, wat kan ik doen?" Maar hij heeft het verlangen. Maar een toegewijde hoeft niet gedwongen te worden, zoals een arts hem vraagt: "Doe dat niet." Hij doet het automatisch. Waarom? Paraṁ dṛṣṭvā nivartate (BG 2.59): hij heeft iets beters gezien of geproefd waardoor hij geen trek meer heeft in deze armzalige smaak.

Dit is bhaktiḥ pareśānu (SB 11.2.42). Dat betekent dat als we een afkeer krijgen van zulke armzalige dingen, dan begrijpen we dat we vooruitgang maken in Kṛṣṇa-bewustzijn. Je hebt de test bij de hand. Je hoeft niemand te vragen: "Denk je dat ik vooruitgang maak in Kṛṣṇa-bewustzijn?" Maar je kan het begrijpen. Precies dezelfde manier; als je honger hebt en als je eet, dan weet je door te eten of je honger gestild is, hoeveel kracht je voelt, hoeveel plezier je voelt. Je hoeft dat aan niemand te vragen. Net zo, als iemand vooruitgang maakt in Kṛṣṇa-bewustzijn dan is de test dat hij desinteresse heeft in al het materiële plezier. Dat is de test.