NL/BG 5.14: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 5| Hoofdstuk 5: Karma Yoga: Activiteit in Krsna-bewustzijn]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 5| Hoofdstuk 5: Karma Yoga: Activiteit in Krsna-bewustzijn]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 5.13| BG 5.13]] '''[[NL/BG 5.13|BG 5.13]] - [[NL/BG 5.15|BG 5.15]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 5.15| BG 5.15]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 5.13| BG 5.13]] '''[[NL/BG 5.13|BG 5.13]] - [[NL/BG 5.15|BG 5.15]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 5.15| BG 5.15]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 14 ==== | ==== VERS 14 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:न कर्तृत्वं न कर्माणि लोकस्य सृजति प्रभुः । | |||
:न कर्मफलसंयोगं स्वभावस्तु प्रवर्तते ॥१४॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :na kartṛtvaṁ na karmāṇi | ||
: | :lokasya sṛjati prabhuḥ | ||
:na karma-phala-saṁyogaṁ | |||
:svabhāvas tu pravartate | |||
</div> | </div> | ||
Line 15: | Line 21: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
na — nooit; kartṛtvam — eigenaarschap; na — evenmin; karmāṇi — activiteiten; lokasya — van de mensen; sṛjati — schept; prabhuḥ — de meester van de stad van het lichaam; na — evenmin; karma-phala — met de resultaten van activiteiten; saṁyogam — verbinding; svabhāvaḥ — de hoedanigheden van de materiële natuur; tu — maar; pravartate — werkt. | ''na'' — nooit; ''kartṛtvam'' — eigenaarschap; ''na'' — evenmin; ''karmāṇi'' — activiteiten; ''lokasya'' — van de mensen; ''sṛjati'' — schept; ''prabhuḥ'' — de meester van de stad van het lichaam; ''na'' — evenmin; ''karma-phala'' — met de resultaten van activiteiten; ''saṁyogam'' — verbinding; ''svabhāvaḥ'' — de hoedanigheden van de materiële natuur; ''tu'' — maar; ''pravartate'' — werkt. | ||
</div> | </div> | ||
Line 27: | Line 33: | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
Zoals in het zevende hoofdstuk uitgelegd zal worden, is het levend wezen een van de energieën van de Allerhoogste Heer, maar het is verschillend van materie, die een andere, lagere, energie van de Heer is. Om de een of andere reden is de hogere natuur, het levend wezen, al sinds onheuglijke tijden in contact met de materiële natuur. Het tijdelijke lichaam of de materiële verblijfplaats die het levend wezen krijgt, is de oorzaak van een verscheidenheid aan activiteiten en hun karmische gevolgen. Wanneer iemand zo’n geconditioneerd bestaan leidt, moet hij de resultaten van de activiteiten van het lichaam ondergaan, omdat hij zich door onwetendheid met dat lichaam identificeert. De oorzaak van lichamelijk lijden en ellende is de onwetendheid waarin we al sinds onheuglijke tijden verkeren. Zodra het levend wezen verheven wordt boven de activiteiten van het lichaam, raakt het ook vrij van karma. Zolang het in de stad van het lichaam is, lijkt het alsof het er de meester van is, maar in feite is het niet de eigenaar, noch is het de bestuurder van de activiteiten van het lichaam en het karma dat daarop volgt. Het bevindt zich slechts in het midden van de materiële oceaan en levert een strijd om het bestaan. De golven van de oceaan slingeren het heen en weer en het heeft er geen controle over. De beste oplossing is om uit het water te komen door het transcendentale Kṛṣṇa-bewustzijn. Dat is het enige wat het van alle deining kan redden. | Zoals in het zevende hoofdstuk uitgelegd zal worden, is het levend wezen een van de energieën van de Allerhoogste Heer, maar het is verschillend van materie, die een andere, lagere, energie van de Heer is. Om de een of andere reden is de hogere natuur, het levend wezen, al sinds onheuglijke tijden in contact met de materiële natuur. Het tijdelijke lichaam of de materiële verblijfplaats die het levend wezen krijgt, is de oorzaak van een verscheidenheid aan activiteiten en hun karmische gevolgen. Wanneer iemand zo’n geconditioneerd bestaan leidt, moet hij de resultaten van de activiteiten van het lichaam ondergaan, omdat hij zich door onwetendheid met dat lichaam identificeert. De oorzaak van lichamelijk lijden en ellende is de onwetendheid waarin we al sinds onheuglijke tijden verkeren. Zodra het levend wezen verheven wordt boven de activiteiten van het lichaam, raakt het ook vrij van ''karma''. Zolang het in de stad van het lichaam is, lijkt het alsof het er de meester van is, maar in feite is het niet de eigenaar, noch is het de bestuurder van de activiteiten van het lichaam en het ''karma'' dat daarop volgt. Het bevindt zich slechts in het midden van de materiële oceaan en levert een strijd om het bestaan. De golven van de oceaan slingeren het heen en weer en het heeft er geen controle over. De beste oplossing is om uit het water te komen door het transcendentale Kṛṣṇa-bewustzijn. Dat is het enige wat het van alle deining kan redden. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 13:00, 28 June 2018
VERS 14
- न कर्तृत्वं न कर्माणि लोकस्य सृजति प्रभुः ।
- न कर्मफलसंयोगं स्वभावस्तु प्रवर्तते ॥१४॥
- na kartṛtvaṁ na karmāṇi
- lokasya sṛjati prabhuḥ
- na karma-phala-saṁyogaṁ
- svabhāvas tu pravartate
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
na — nooit; kartṛtvam — eigenaarschap; na — evenmin; karmāṇi — activiteiten; lokasya — van de mensen; sṛjati — schept; prabhuḥ — de meester van de stad van het lichaam; na — evenmin; karma-phala — met de resultaten van activiteiten; saṁyogam — verbinding; svabhāvaḥ — de hoedanigheden van de materiële natuur; tu — maar; pravartate — werkt.
VERTALING
De belichaamde ziel, meester van de stad van het lichaam, geeft geen aanzet tot activiteiten, zet ook anderen niet tot activiteiten aan en laat evenmin activiteiten vrucht dragen. Dit alles wordt teweeggebracht door de hoedanigheden van de materiële natuur.
COMMENTAAR
Zoals in het zevende hoofdstuk uitgelegd zal worden, is het levend wezen een van de energieën van de Allerhoogste Heer, maar het is verschillend van materie, die een andere, lagere, energie van de Heer is. Om de een of andere reden is de hogere natuur, het levend wezen, al sinds onheuglijke tijden in contact met de materiële natuur. Het tijdelijke lichaam of de materiële verblijfplaats die het levend wezen krijgt, is de oorzaak van een verscheidenheid aan activiteiten en hun karmische gevolgen. Wanneer iemand zo’n geconditioneerd bestaan leidt, moet hij de resultaten van de activiteiten van het lichaam ondergaan, omdat hij zich door onwetendheid met dat lichaam identificeert. De oorzaak van lichamelijk lijden en ellende is de onwetendheid waarin we al sinds onheuglijke tijden verkeren. Zodra het levend wezen verheven wordt boven de activiteiten van het lichaam, raakt het ook vrij van karma. Zolang het in de stad van het lichaam is, lijkt het alsof het er de meester van is, maar in feite is het niet de eigenaar, noch is het de bestuurder van de activiteiten van het lichaam en het karma dat daarop volgt. Het bevindt zich slechts in het midden van de materiële oceaan en levert een strijd om het bestaan. De golven van de oceaan slingeren het heen en weer en het heeft er geen controle over. De beste oplossing is om uit het water te komen door het transcendentale Kṛṣṇa-bewustzijn. Dat is het enige wat het van alle deining kan redden.