NL/BG 6.5: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 6| Hoofdstuk 6: Dhyana-Yoga]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 6| Hoofdstuk 6: Dhyana-Yoga]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 6.4| BG 6.4]] '''[[NL/BG 6.4|BG 6.4]] - [[NL/BG 6.6|BG 6.6]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 6.6| BG 6.6]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 6.4| BG 6.4]] '''[[NL/BG 6.4|BG 6.4]] - [[NL/BG 6.6|BG 6.6]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 6.6| BG 6.6]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 5 ==== | ==== VERS 5 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:उद्धरेदात्मनात्मानं नात्मानमवसादयेत् । | |||
:आत्मैव ह्यात्मनो बन्धुरात्मैव रिपुरात्मनः ॥५॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :uddhared ātmanātmānaṁ | ||
: | :nātmānam avasādayet, | ||
:ātmaiva hy ātmano bandhur | |||
:ātmaiva ripur ātmanaḥ | |||
</div> | </div> | ||
Line 15: | Line 21: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
uddharet — men moet bevrijden; ātmanā — door de geest; ātmānam — de geconditioneerde ziel; na — nooit; ātmānam — de geconditioneerde ziel; avasādayet — zich verlagen; ātmā — de geest; eva — zeker; hi — feitelijk; ātmanaḥ — van de geconditioneerde ziel; bandhuḥ — vriend; ātmā — de geest; eva — zeker; ripuḥ — vijand; ātmanaḥ — van de geconditioneerde ziel. | ''uddharet'' — men moet bevrijden; ''ātmanā'' — door de geest; ''ātmānam'' — de geconditioneerde ziel; ''na'' — nooit; ''ātmānam'' — de geconditioneerde ziel; ''avasādayet'' — zich verlagen; ''ātmā'' — de geest; ''eva'' — zeker; ''hi'' — feitelijk; ''ātmanaḥ'' — van de geconditioneerde ziel; ''bandhuḥ'' — vriend; ''ātmā'' — de geest; ''eva'' — zeker; ''ripuḥ'' — vijand; ''ātmanaḥ'' — van de geconditioneerde ziel. | ||
</div> | </div> | ||
Line 27: | Line 33: | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
Het woord | Het woord ‘''ātmā''’ betekent ‘lichaam’, ‘geest’ en ‘ziel’, afhankelijk van de context. In de ''yoga''methode zijn vooral de geest en de geconditioneerde ziel belangrijk. Omdat de geest centraal staat in het beoefenen van ''yoga'', duidt ''ātmā'' hier op de geest. Het doel van de ''yoga''methode is het beheersen van de geest en deze te bevrijden van gehechtheid aan zins-objecten. Hier wordt benadrukt dat de geest zo getraind moet worden, dat het de geconditioneerde ziel uit het moeras van onwetendheid kan verlossen. In het materiële bestaan is men onderhevig aan de invloed van de geest en de zintuigen. Feitelijk is het zo dat de zuivere ziel verstrikt is in de materiële wereld, omdat de geest verwikkeld is geraakt in het vals ego, dat het verlangen heeft de baas te spelen over de materiële natuur. De geest moet daarom zo getraind worden dat hij niet wordt aangetrokken door de schittering van de materiële natuur; op die manier kan de geconditioneerde ziel gered worden. | ||
Men moet zichzelf niet verlagen door zich te laten aantrekken tot | Men moet zichzelf niet verlagen door zich te laten aantrekken tot zins-objecten. Hoe meer iemand aangetrokken is tot zins-objecten, des te meer hij verstrikt raakt in het materiële bestaan. De beste manier om los te komen uit deze verstrikking is door de geest altijd bezig te houden met Kṛṣṇa-bewustzijn. Het woord ‘''hi''’ wordt hier gebruikt om dit punt te benadrukken, dat wil zeggen, men moet dit doen. Er wordt ook gezegd: | ||
:''mana eva manuṣyāṇāṁ | :''mana eva manuṣyāṇāṁ'' | ||
:''bandhāya viṣayāsaṅgo | :''kāraṇaṁ bandha-mokṣayoḥ'' | ||
:''bandhāya viṣayāsaṅgo'' | |||
:''muktyai nirviṣayaṁ manaḥ'' | |||
‘De geest is voor de mens zowel de oorzaak van gebondenheid als van bevrijding. Wanneer de geest in beslag genomen wordt door | ‘De geest is voor de mens zowel de oorzaak van gebondenheid als van bevrijding. Wanneer de geest in beslag genomen wordt door zins-objecten, is hij de oorzaak van gebondenheid, maar als de geest onthecht is van zins-objecten, dan is hij de oorzaak van bevrijding.’ (''Amṛta-bindu Upaniṣad'' 2) De geest die altijd actief is in Kṛṣṇa-bewustzijn, is daarom de oorzaak van de allerhoogste bevrijding. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 13:13, 28 June 2018
VERS 5
- उद्धरेदात्मनात्मानं नात्मानमवसादयेत् ।
- आत्मैव ह्यात्मनो बन्धुरात्मैव रिपुरात्मनः ॥५॥
- uddhared ātmanātmānaṁ
- nātmānam avasādayet,
- ātmaiva hy ātmano bandhur
- ātmaiva ripur ātmanaḥ
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
uddharet — men moet bevrijden; ātmanā — door de geest; ātmānam — de geconditioneerde ziel; na — nooit; ātmānam — de geconditioneerde ziel; avasādayet — zich verlagen; ātmā — de geest; eva — zeker; hi — feitelijk; ātmanaḥ — van de geconditioneerde ziel; bandhuḥ — vriend; ātmā — de geest; eva — zeker; ripuḥ — vijand; ātmanaḥ — van de geconditioneerde ziel.
VERTALING
Men moet zich met behulp van zijn geest bevrijden en niet verlagen. De geest is de vriend van de geconditioneerde ziel, maar ook haar vijand.
COMMENTAAR
Het woord ‘ātmā’ betekent ‘lichaam’, ‘geest’ en ‘ziel’, afhankelijk van de context. In de yogamethode zijn vooral de geest en de geconditioneerde ziel belangrijk. Omdat de geest centraal staat in het beoefenen van yoga, duidt ātmā hier op de geest. Het doel van de yogamethode is het beheersen van de geest en deze te bevrijden van gehechtheid aan zins-objecten. Hier wordt benadrukt dat de geest zo getraind moet worden, dat het de geconditioneerde ziel uit het moeras van onwetendheid kan verlossen. In het materiële bestaan is men onderhevig aan de invloed van de geest en de zintuigen. Feitelijk is het zo dat de zuivere ziel verstrikt is in de materiële wereld, omdat de geest verwikkeld is geraakt in het vals ego, dat het verlangen heeft de baas te spelen over de materiële natuur. De geest moet daarom zo getraind worden dat hij niet wordt aangetrokken door de schittering van de materiële natuur; op die manier kan de geconditioneerde ziel gered worden.
Men moet zichzelf niet verlagen door zich te laten aantrekken tot zins-objecten. Hoe meer iemand aangetrokken is tot zins-objecten, des te meer hij verstrikt raakt in het materiële bestaan. De beste manier om los te komen uit deze verstrikking is door de geest altijd bezig te houden met Kṛṣṇa-bewustzijn. Het woord ‘hi’ wordt hier gebruikt om dit punt te benadrukken, dat wil zeggen, men moet dit doen. Er wordt ook gezegd:
- mana eva manuṣyāṇāṁ
- kāraṇaṁ bandha-mokṣayoḥ
- bandhāya viṣayāsaṅgo
- muktyai nirviṣayaṁ manaḥ
‘De geest is voor de mens zowel de oorzaak van gebondenheid als van bevrijding. Wanneer de geest in beslag genomen wordt door zins-objecten, is hij de oorzaak van gebondenheid, maar als de geest onthecht is van zins-objecten, dan is hij de oorzaak van bevrijding.’ (Amṛta-bindu Upaniṣad 2) De geest die altijd actief is in Kṛṣṇa-bewustzijn, is daarom de oorzaak van de allerhoogste bevrijding.