NL/BG 11.20: Difference between revisions

Latest revision as of 11:44, 28 June 2018

Bhagavad-gītā zoals ze is - Hoofdstuk 11: De kosmische gedaante

BG 11.19 - BG 11.21

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda

VERS 20

द्यावापृथिव्योरिदमन्तरं हि

व्याप्तं त्वयैकेन दिशश्च सर्वाः ।

दृष्ट्वाद्भुतं रूपमुग्रं तवेदं

लोकत्रयं प्रव्यथितं महात्मन् ॥२०॥

dyāv ā-pṛthivyor idam antaraṁ hi

vyāptaṁ tvayaikena diśaś ca sarvāḥ

dṛṣṭvādbhutaṁ rūpam ugraṁ tavedaṁ

loka-trayaṁ pravyathitaṁ mahātman

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

dyau — van de kosmische ruimte; ā-pṛthivyoḥ — tot de aarde; idam — dit; antaram — tussen; hi — zeker; vyāptam — doordrongen; tvayā — door Jou; ekena — alleen; diśaḥ — richtingen; ca — en; sarvāḥ — alle; dṛṣṭvā — door te zien; adbhutam — wonderbaarlijke; rūpam — gedaante; ugram — angstaanjagend; tava — Jouw; idam — deze; loka — de planetenstelsels; trayam — drie; pravyathitam — angstig; mahā-ātman — o verhevene.

VERTALING

Hoewel Je één bent, doordring Je de hemel, de planeten en alle ruimte ertussen. O verhevene, het zien van deze wonderbaarlijke en angstaanjagende gedaante vervult alle planetenstelsels met angst.

COMMENTAAR

Dyāv ā-pṛthivyoḥ (‘de ruimte tussen hemel en aarde’) en ‘loka-trayam’ (‘de drie werelden’) zijn belangrijke woorden in dit vers, omdat blijkt dat niet alleen Arjuna de kosmische gedaante van de Heer ziet, maar dat ook anderen op andere planetenstelsels haar zien. Dat Arjuna de kosmische gedaante ziet is geen droom. Iedereen die door de Heer met goddelijke ogen begiftigd werd, kon die kosmische gedaante op het slagveld zien.

BG 11.19 - BG 11.21

@@ Line 2: / Line 2: @@
 <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 11| Hoofdstuk 11: De kosmische gedaante]]'''</div>
 <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 11.19| BG 11.19]] '''[[NL/BG 11.19|BG 11.19]] - [[NL/BG 11.21|BG 11.21]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 11.21| BG 11.21]]</div>
-{{RandomImageRU}}
+{{RandomImage|Dutch}}
 ==== VERS 20 ====
+<div class="devanagari">
+:द्यावापृथिव्योरिदमन्तरं हि
+:व्याप्तं त्वयैकेन दिशश्च सर्वाः ।
+:दृष्ट्वाद्भुतं रूपमुग्रं तवेदं
+:लोकत्रयं प्रव्यथितं महात्मन् ॥२०॥
+</div>
 <div class="verse">
-:''dyāv ā-pṛthivyor idam antaraṁ hi''
+:dyāv ā-pṛthivyor idam antaraṁ hi
-:''vyāptaṁ tvayaikena diśaś ca sarvāḥ''
+:vyāptaṁ tvayaikena diśaś ca sarvāḥ
-:''dṛṣṭvādbhutaṁ rūpam ugraṁ tavedaṁ''
+:dṛṣṭvādbhutaṁ rūpam ugraṁ tavedaṁ
-:''loka-trayaṁ pravyathitaṁ mahātman''
+:loka-trayaṁ pravyathitaṁ mahātman
 </div>
@@ Line 17: / Line 23: @@
 <div class="synonyms">
-dyau — van de kosmische ruimte; ā-pṛthivyoḥ — tot de aarde; idam — dit; antaram — tussen; hi — zeker; vyāptam — doordrongen; tvayā — door Jou; ekena — alleen; diśaḥ — richtingen; ca — en; sarvāḥ — alle; dṛṣṭvā — door te zien; adbhutam — wonderbaarlijke; rūpam — gedaante; ugram — angstaanjagend; tava — Jouw; idam — deze; loka — de planetenstelsels; trayam — drie; pravyathitam — angstig; mahā-ātman — o verhevene.
+''dyau'' — van de kosmische ruimte; ''ā-pṛthivyoḥ'' — tot de aarde; ''idam'' — dit; ''antaram'' — tussen; ''hi'' — zeker; ''vyāptam'' — doordrongen; ''tvayā'' — door Jou; ''ekena'' — alleen; ''diśaḥ'' — richtingen; ''ca'' — en; ''sarvāḥ'' — alle; ''dṛṣṭvā'' — door te zien; ''adbhutam'' — wonderbaarlijke; ''rūpam'' — gedaante; ''ugram'' — angstaanjagend; ''tava'' — Jouw; ''idam'' — deze; ''loka'' — de planetenstelsels; ''trayam'' — drie; ''pravyathitam'' — angstig; ''mahā-ātman'' — o verhevene.
 </div>
@@ Line 29: / Line 35: @@
 <div class="purport">
-Dyāv ā-pṛthivyoḥ (‘de ruimte tussen hemel en aarde’) en ‘loka-trayam’ (‘de drie werelden’) zijn belangrijke woorden in dit vers, omdat blijkt dat niet alleen Arjuna de kosmische gedaante van de Heer ziet, maar dat ook anderen op andere planetenstelsels haar zien. Dat Arjuna de kosmische gedaante ziet is geen droom. Iedereen die door de Heer met goddelijke ogen begiftigd werd, kon die kosmische gedaante op het slagveld zien.
+''Dyāv ā-pṛthivyoḥ'' (‘de ruimte tussen hemel en aarde’) en ‘''loka-trayam''’ (‘de drie werelden’) zijn belangrijke woorden in dit vers, omdat blijkt dat niet alleen Arjuna de kosmische gedaante van de Heer ziet, maar dat ook anderen op andere planetenstelsels haar zien. Dat Arjuna de kosmische gedaante ziet is geen droom. Iedereen die door de Heer met goddelijke ogen begiftigd werd, kon die kosmische gedaante op het slagveld zien.
 </div>