NL/BG 13.4: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 13| Hoofdstuk 13: Natuur, genieter en bewustzijn]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 13| Hoofdstuk 13: Natuur, genieter en bewustzijn]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 13.3| BG 13.3]] '''[[NL/BG 13.3|BG 13.3]] - [[NL/BG 13.5|BG 13.5]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 13.5| BG 13.5]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 13.3| BG 13.3]] '''[[NL/BG 13.3|BG 13.3]] - [[NL/BG 13.5|BG 13.5]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 13.5| BG 13.5]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 4 ====
==== VERS 4 ====
<div class="devanagari">
:तत्क्षेत्रं यच्च यादृक्च यद्विकारि यतश्च यत् ।
:स च यो यत्प्रभावश्च तत्समासेन मे शृणु ॥४॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''tat kṣetraṁ yac ca yādṛk ca, yad-vikāri yataś ca yat''
:tat kṣetraṁ yac ca yādṛk ca
:''sa ca yo yat-prabhāvaś ca, tat samāsena me śṛṇu''
:yad-vikāri yataś ca yat
 
:sa ca yo yat-prabhāvaś ca
:tat samāsena me śṛṇu
</div>
</div>


Line 15: Line 21:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
tat — dat; kṣetram — veld van activiteiten; yat — wat; ca — ook; yādṛk — zoals het is; ca — ook; yat — wat hebbend; vikāri — veranderingen; yataḥ — waarvandaan; ca — en; yat — wat; saḥ — hij; ca — en; yaḥ — wie; yat — wat hebbend; prabhāvaḥ — invloed; ca — ook; tat — dat; samāsena — in het kort; me — van Mij; śṛṇu — begrijp.
''tat'' — dat; ''kṣetram'' — veld van activiteiten; ''yat'' — wat; ''ca'' — ook; ''yādṛk'' — zoals het is; ''ca'' — ook; ''yat'' — wat hebbend; ''vikāri'' — veranderingen; ''yataḥ'' — waarvandaan; ''ca'' — en; ''yat'' — wat; ''saḥ'' — hij; ''ca'' — en; ''yaḥ'' — wie; ''yat'' — wat hebbend; ''prabhāvaḥ'' — invloed; ''ca'' — ook; ''tat'' — dat; ''samāsena'' — in het kort; ''me'' — van Mij; ''śṛṇu'' — begrijp.
</div>
</div>


Line 29: Line 35:
De Heer beschrijft het veld van activiteiten en de kenner van het veld van activiteiten in hun constitutionele toestand. Men moet weten hoe dit lichaam is samengesteld, van wat voor materiaal het is gemaakt, wie de leiding over de werking van het lichaam heeft, hoe de veranderingen plaatsvinden, waar de veranderingen vandaan komen, wat de oorzaken en de redenen voor die veranderingen zijn, wat het uiteindelijke doel van de individuele ziel is en wat haar werkelijke vorm is. Ook moet men het onderscheid tussen de individuele ziel en de Superziel kennen en weten hoe zij het veld van activiteiten beïnvloeden, wat hun vermogens zijn enz.
De Heer beschrijft het veld van activiteiten en de kenner van het veld van activiteiten in hun constitutionele toestand. Men moet weten hoe dit lichaam is samengesteld, van wat voor materiaal het is gemaakt, wie de leiding over de werking van het lichaam heeft, hoe de veranderingen plaatsvinden, waar de veranderingen vandaan komen, wat de oorzaken en de redenen voor die veranderingen zijn, wat het uiteindelijke doel van de individuele ziel is en wat haar werkelijke vorm is. Ook moet men het onderscheid tussen de individuele ziel en de Superziel kennen en weten hoe zij het veld van activiteiten beïnvloeden, wat hun vermogens zijn enz.


Men hoeft de Bhagavad-gītā alleen maar rechtstreeks te begrijpen uit de beschrijving die de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods geeft en op die manier zal alles duidelijk worden. Maar men moet zich ervoor hoeden de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in ieder lichaam aanwezig is, te vereenzelvigen met de individuele ziel, de jīva. Dat zou hetzelfde zijn als de machtige gelijkstellen aan de machteloze.
Men hoeft de ''Bhagavad-gītā'' alleen maar rechtstreeks te begrijpen uit de beschrijving die de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods geeft en op die manier zal alles duidelijk worden. Maar men moet zich ervoor hoeden de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in ieder lichaam aanwezig is, te vereenzelvigen met de individuele ziel, de ''jīva''. Dat zou hetzelfde zijn als de machtige gelijkstellen aan de machteloze.
</div>
</div>



Latest revision as of 11:58, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 4

तत्क्षेत्रं यच्च यादृक्च यद्विकारि यतश्च यत् ।
स च यो यत्प्रभावश्च तत्समासेन मे शृणु ॥४॥
tat kṣetraṁ yac ca yādṛk ca
yad-vikāri yataś ca yat
sa ca yo yat-prabhāvaś ca
tat samāsena me śṛṇu

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

tat — dat; kṣetram — veld van activiteiten; yat — wat; ca — ook; yādṛk — zoals het is; ca — ook; yat — wat hebbend; vikāri — veranderingen; yataḥ — waarvandaan; ca — en; yat — wat; saḥ — hij; ca — en; yaḥ — wie; yat — wat hebbend; prabhāvaḥ — invloed; ca — ook; tat — dat; samāsena — in het kort; me — van Mij; śṛṇu — begrijp.

VERTALING

Luister nu alsjeblieft naar Mijn korte beschrijving van dit veld van activiteit en hoe het is samengesteld, welke veranderingen het ondergaat, waar het vandaan komt, wie die kenner van het veld van activiteiten is en welke invloed hij erop uitoefent.

COMMENTAAR

De Heer beschrijft het veld van activiteiten en de kenner van het veld van activiteiten in hun constitutionele toestand. Men moet weten hoe dit lichaam is samengesteld, van wat voor materiaal het is gemaakt, wie de leiding over de werking van het lichaam heeft, hoe de veranderingen plaatsvinden, waar de veranderingen vandaan komen, wat de oorzaken en de redenen voor die veranderingen zijn, wat het uiteindelijke doel van de individuele ziel is en wat haar werkelijke vorm is. Ook moet men het onderscheid tussen de individuele ziel en de Superziel kennen en weten hoe zij het veld van activiteiten beïnvloeden, wat hun vermogens zijn enz.

Men hoeft de Bhagavad-gītā alleen maar rechtstreeks te begrijpen uit de beschrijving die de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods geeft en op die manier zal alles duidelijk worden. Maar men moet zich ervoor hoeden de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in ieder lichaam aanwezig is, te vereenzelvigen met de individuele ziel, de jīva. Dat zou hetzelfde zijn als de machtige gelijkstellen aan de machteloze.