NL/Prabhupada 0342 - We zijn allemaal individuele personen, en Krishna is ook een individueel persoon: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0342 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0341 - Wie intelligent is zal dit proces aannemen|0341|NL/Prabhupada 0343 - We proberen de mūḍha's te onderwijzen|0343}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|BKINPXz8jrY|We zijn allemaal individuele personen, en Krishna is ook een individueel persoon <br/>- Prabhupāda 0342 }}
{{youtube_right|4NDpZ_LQJE8|We zijn allemaal individuele personen, en Krishna is ook een individueel persoon <br/>- Prabhupāda 0342 }}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/740309CC.MAY_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/740309CC.MAY_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Ieder van ons zijn  levende wezens, we  zijn allemaal individuele personen, en Kṛṣṇa is ook een individuele persoon. Dit is kennis. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām eko ​​yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Kṛṣṇa of God,  Hij  is ook nitya, eeuwig. We  zijn ook nitya, eeuwig. Na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). We gaan niet dood. Dat is de voorbereidende  kennis  van geestelijk  begrip, dat "Ik ben niet dit lichaam, ik ben spirituele ziel, ahaṁ brahmāsmi, maar ik ben een individu." Nityo nityānām. Kṛṣṇa is een individuele persoon;  Ik  ben ook een individuele persoon. Toen Kṛṣṇa zei dat sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66), maar  dat betekent niet dat ik één wordt met Kṛṣṇa, of dat ik samenvoeg  in het bestaan ​​van Kṛṣṇa. Ik houd  mijn individualiteit, Kṛṣṇa houdt Zijn individualiteit, maar ik ga  akkoord  met  Zijn order. Daarom zegt Kṛṣṇa in de Bhagavad-gītā   tot Arjuna dat "ik  heb alles tegen  je gesproken. Nu, wat is jouw  beslissing?" Individual. Het is niet dat  Kṛṣṇa  Arjuna dwingt. Yathecchasi tathā kuru: ([[Vanisource:BG 18.63|BG 18.63]]) "Nu kan je doen wat je wilt." Dat is individualiteit.
Ieder van ons levende wezens, wij zijn allemaal individuele personen, en Kṛṣṇa is ook een individuele persoon. Dit is kennis. ''Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām eko ​​yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān'' (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Kṛṣṇa of God is ook ''nitya'', eeuwig. Wij zijn ook ''nitya'', eeuwig. ''Na hanyate hanyamāne śarīre'' ([[NL/BG 2.20|BG 2.20]]). We gaan niet dood. Dat is de voorkennis van spiritueel begrip, dat: "Ik ben niet dit lichaam, ik ben spirituele ziel, ''ahaṁ brahmāsmi'', maar ik ben een individu." ''Nityo nityānām''. Kṛṣṇa is een individuele persoon, ik ben ook een individuele persoon. Toen Kṛṣṇa zei dat: ''sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja'' ([[NL/BG 18.66|BG 18.66]]), dat betekent niet dat ik één wordt met Kṛṣṇa, of dat ik opga in het bestaan ​​van Kṛṣṇa. Ik behoud mijn individualiteit, Kṛṣṇa houdt Zijn individualiteit, maar ik ben het eens om Zijn wil te volgen. Daarom zegt Kṛṣṇa in de Bhagavad-gītā tot Arjuna dat: "Ik heb alles aan je verteld. Nu, wat is je beslissing?" Individu. Het is niet dat Kṛṣṇa Arjuna dwingt. ''Yathecchasi tathā kuru'': ([[NL/BG 18.63|BG 18.63]]) "Nu kan je doen wat je wil." Dat is individualiteit.  


Dus dit is de ultieme kennis, dat deze Māyāvāda  filosofieom een  te worden, samenvoegen  in het bestaan, samenvoegen  in het bestaan ​​betekent dat we opgaan in de order  van Kṛṣṇa. Op  dit  moment  is onze  individualiteit  māyā, want we zijn zo veel dingen van plan. Daarom botsen jouw individualiteit  en mijn individualiteit. Maar wanneer  er geen botsingen meer zal  zijn zullen we het eens zijn"Centraal  punt is Kṛṣṇa" -  dat  is eenheid, niet dat we onze individualiteit verliezen. Zo  wordt  het gesteld  in alle Vedische literatuur en is  door Kṛṣṇa gesproken,  we zijn allemaal individueel. Allemaal individual. Svayaṁ bhagavān ekale īśvara. Het verschil is dat Hij de opperste  heerser  is, īśvara. Isvara  betekent heerser. Eigenlijk is Hij de heerser, en we  zijn ook heerser, maar we  zijn ondergeschikte heerser . Daarom is hij ekale īśvara , een  heerser. Īśvaraḥ paramaḥ Kṛṣṇa, in de Brahma-saṁhitā. Ekale īśvara. Īśvara kan niet veel  zijn. Dat is niet īśvara. De Māyāvāda  filosofie zegt  dat iedereen God is, dat is niet echt de juiste conclusie. Dat is oplichterij. Kṛṣṇa  zegt  mūḍha. ([[Vanisource:BG 7.15|BG 7.15]]). Iemand die zich niet ondergeschikrt  maakt  aan de allerhoogste  īśvara, de Allerhoogste  Heer, moet je heel goed weten dat "Hier is een mūḍha , schelm," omdat niet iedereen īśvara kan worden. Dat is niet mogelijk. Er  is  dan  geen betekenis van  īśvara. Īśvara betekent de heerser. Stel dat we in een groep zijn, dit,  onze Internationale Gemeenschap. Als iedereen heerser wordt  of ācārya, dan  hoe het kan  worden beheerd? Nee, er moet een hoofd zijn. Dat is het principe in ons praktische leven. We volgen onze politieke leiders. We kunnen niet zeggen dat "Ik behoor tot deze partij"tenzij ik een leider volg. Dat is natuurlijk.
Dus dit is de ultieme kennis, dat deze ''māyāvādi'' filosofie om één te worden, opgaan in het bestaan, dit opgaan in het bestaan ​​betekent dat we opgaan in de wil van Kṛṣṇa. Onze individualiteit is nu ''māyā'', want we zijn zo veel dingen van plan. Daarom botsen jouw en mijn individualiteit. Maar als er geen botsingen meer zijn dan zullen we het eens zijn: "Het centrale punt is Kṛṣṇa". Dat is eenheid, niet dat we onze individualiteit verliezen. Dus zo staat het in alle Vedische literatuur en wordt gezegd door Kṛṣṇa; we zijn allemaal individueel. Allemaal individueel. ''Svayaṁ bhagavān ekale īśvara''. Het verschil is dat Hij de Hoogste Heerser is, ''īśvara''. ''Īśvara'' betekent heerser. Eigenlijk is Hij de heerser, en wij zijn ook heerser, maar wij zijn ondergeschikte heerser. Daarom is hij ''ekale īśvara'', één heerser. ''Īśvaraḥ paramaḥ Kṛṣṇa'', in de Brahma-saṁhitā. ''Ekale īśvara''. ''Īśvara'' kan niet meerdere zijn. Dat is niet ''īśvara''. De ''māyāvādi'' filosofie dat iedereen God is, dat is niet echt de juiste conclusie. Dat is dwaasheid. Kṛṣṇa zegt: ''mūḍha''. ''Na māṁ prapadyante mūḍhāḥ'' ([[NL/BG 7.15|BG 7.15]]). Iemand die zich niet overgeeft aan de hoogste ''īśvara'', de Hoogste Heer, dan moet je heel goed weten dat: "Hier is een ''mūḍha'', dwaas," omdat niet iedereen ''īśvara'' kan worden. Dat is niet mogelijk. Dan heeft ''īśvara'' geen betekenis. ''Īśvara'' betekent de heerser. Stel dat we in een groep, in onze Internationale Gemeenschap zijn. Als iedereen heerser of ''ācārya'' wordt, hoe kan het dan beheerd worden? Nee, er moet een hoofd zijn. Dat is het principe in ons praktische leven. We volgen onze politieke leiders. We kunnen niet zeggen dat: "Ik behoor tot deze partij," tenzij ik een leider volg. Dat is natuurlijk.  


Dus dat is de Vedische verklaring, nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Er moet één leider zijn, de leider met dezelfde kwaliteit, nitya. Ik ben nitya, Kṛṣṇa is nitya. Kṛṣṇa is ook een levend wezen;  Ik  ben ook een levend wezen. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Dus wat is het verschil tussen Kṛṣṇa en mij? Het verschil is dat er twee Nityas  of twee cetanaś zijn. De  een  wordt  beschreven als  enkelvoud, en  de ander wordt  beschreven als  meervoud. Nityo nityānām. Dit nityānām is meervoud en nitya is enkelvoud. Dus God is nitya, één, enkelvoud, en wij,  we  worden bestuurd. We zijn meervoud. Dit is het verschil. En hoe bestuurd  Hij het meervoud? Omdat eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān. Hij verstrekt alle benodigdheden  van  het  leven  van  al het meervoud; Daarom  is Hij īśvara, Hij is Kṛṣṇa, Hij is God. Iemand die alle benodigdheden  van  het  leven  verstrekt, Hij is īśvara, Hij is Kṛṣṇa, Hij is God. Dus we kunnen heel goed begrijpen dat we worden onderhouden door Kṛṣṇa, en waarom zouden we niet worden bestuurd door Hem? Dit is een feit.  
Dus dat is de Vedische verklaring, ''nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām'' (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Er moet één leider zijn, de leider met dezelfde kwaliteit, ''nitya''. Ik ben ''nitya'', Kṛṣṇa is ''nitya''. Kṛṣṇa is ook een levend wezen, ik ben ook een levend wezen. ''Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām''. Dus wat is het verschil tussen Kṛṣṇa en mij? Het verschil is dat er twee ''nitya's'' of twee ''cetanaś'' zijn. Een is beschreven in enkelvoud, de ander is beschreven in meervoud. ''Nityo nityānām''. Dit ''nityānām'' is meervoud en ''nitya'' is enkelvoud. Dus God is ''nitya'', één, enkelvoud, en wij worden bestuurd. We zijn meervoud. Dit is het verschil. En hoe bestuurt Hij het meervoud? Omdat; ''eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān''. Hij verstrekt alle levensbenodigdheden voor al het meervoud; daarom is Hij ''īśvara'', Hij is Kṛṣṇa, Hij is God. Iemand die alle levensbenodigdheden verstrekt, Hij is ''īśvara'', Hij is Kṛṣṇa, Hij is God. Dus we kunnen heel goed begrijpen dat we worden onderhouden door Kṛṣṇa, en waarom zouden we niet worden bestuurd door Hem? Dit is een feit.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:40, 1 October 2020



Lecture on CC Adi-lila 7.7 -- Mayapur, March 9, 1974

Ieder van ons levende wezens, wij zijn allemaal individuele personen, en Kṛṣṇa is ook een individuele persoon. Dit is kennis. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām eko ​​yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Kṛṣṇa of God is ook nitya, eeuwig. Wij zijn ook nitya, eeuwig. Na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). We gaan niet dood. Dat is de voorkennis van spiritueel begrip, dat: "Ik ben niet dit lichaam, ik ben spirituele ziel, ahaṁ brahmāsmi, maar ik ben een individu." Nityo nityānām. Kṛṣṇa is een individuele persoon, ik ben ook een individuele persoon. Toen Kṛṣṇa zei dat: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66), dat betekent niet dat ik één wordt met Kṛṣṇa, of dat ik opga in het bestaan ​​van Kṛṣṇa. Ik behoud mijn individualiteit, Kṛṣṇa houdt Zijn individualiteit, maar ik ben het eens om Zijn wil te volgen. Daarom zegt Kṛṣṇa in de Bhagavad-gītā tot Arjuna dat: "Ik heb alles aan je verteld. Nu, wat is je beslissing?" Individu. Het is niet dat Kṛṣṇa Arjuna dwingt. Yathecchasi tathā kuru: (BG 18.63) "Nu kan je doen wat je wil." Dat is individualiteit.

Dus dit is de ultieme kennis, dat deze māyāvādi filosofie om één te worden, opgaan in het bestaan, dit opgaan in het bestaan ​​betekent dat we opgaan in de wil van Kṛṣṇa. Onze individualiteit is nu māyā, want we zijn zo veel dingen van plan. Daarom botsen jouw en mijn individualiteit. Maar als er geen botsingen meer zijn dan zullen we het eens zijn: "Het centrale punt is Kṛṣṇa". Dat is eenheid, niet dat we onze individualiteit verliezen. Dus zo staat het in alle Vedische literatuur en wordt gezegd door Kṛṣṇa; we zijn allemaal individueel. Allemaal individueel. Svayaṁ bhagavān ekale īśvara. Het verschil is dat Hij de Hoogste Heerser is, īśvara. Īśvara betekent heerser. Eigenlijk is Hij de heerser, en wij zijn ook heerser, maar wij zijn ondergeschikte heerser. Daarom is hij ekale īśvara, één heerser. Īśvaraḥ paramaḥ Kṛṣṇa, in de Brahma-saṁhitā. Ekale īśvara. Īśvara kan niet meerdere zijn. Dat is niet īśvara. De māyāvādi filosofie dat iedereen God is, dat is niet echt de juiste conclusie. Dat is dwaasheid. Kṛṣṇa zegt: mūḍha. Na māṁ prapadyante mūḍhāḥ (BG 7.15). Iemand die zich niet overgeeft aan de hoogste īśvara, de Hoogste Heer, dan moet je heel goed weten dat: "Hier is een mūḍha, dwaas," omdat niet iedereen īśvara kan worden. Dat is niet mogelijk. Dan heeft īśvara geen betekenis. Īśvara betekent de heerser. Stel dat we in een groep, in onze Internationale Gemeenschap zijn. Als iedereen heerser of ācārya wordt, hoe kan het dan beheerd worden? Nee, er moet een hoofd zijn. Dat is het principe in ons praktische leven. We volgen onze politieke leiders. We kunnen niet zeggen dat: "Ik behoor tot deze partij," tenzij ik een leider volg. Dat is natuurlijk.

Dus dat is de Vedische verklaring, nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Er moet één leider zijn, de leider met dezelfde kwaliteit, nitya. Ik ben nitya, Kṛṣṇa is nitya. Kṛṣṇa is ook een levend wezen, ik ben ook een levend wezen. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Dus wat is het verschil tussen Kṛṣṇa en mij? Het verschil is dat er twee nitya's of twee cetanaś zijn. Een is beschreven in enkelvoud, de ander is beschreven in meervoud. Nityo nityānām. Dit nityānām is meervoud en nitya is enkelvoud. Dus God is nitya, één, enkelvoud, en wij worden bestuurd. We zijn meervoud. Dit is het verschil. En hoe bestuurt Hij het meervoud? Omdat; eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān. Hij verstrekt alle levensbenodigdheden voor al het meervoud; daarom is Hij īśvara, Hij is Kṛṣṇa, Hij is God. Iemand die alle levensbenodigdheden verstrekt, Hij is īśvara, Hij is Kṛṣṇa, Hij is God. Dus we kunnen heel goed begrijpen dat we worden onderhouden door Kṛṣṇa, en waarom zouden we niet worden bestuurd door Hem? Dit is een feit.