NL/Prabhupada 0460 - Prahlada Maharaja is geen gewone toegewijde, hij is nitya-siddha: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0460 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0459 - Prahlada Maharaja is één van de Mahajana's, geautoriseerde persoon|0459|NL/Prabhupada 0461 - Ik kan zonder guru - dat is onzin -|0461}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|XRChJyFft7Y|Prahlada Maharaja is geen gewone toegewijde, hij is Nitya-Siddha<br />- Prabhupāda 0460}}
{{youtube_right|FhEtVPMiWAA|Prahlada Maharaja is geen gewone toegewijde, hij is nitya-siddha<br />- Prabhupāda 0460}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/770227SB-MAY_clip2.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/770227SB-MAY_clip2.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus Prahlāda Mahārāja... Er was enige onenigheid met de vader, maar hij was geen gewoon mens. Zijn vader zou  kunnen...  Hij  is een zeer,  zeer  grote  man, zie je. Hij veroverde het hele universum. Dus hij was niet  een arme man's  zoon. Hij  was zeer  rijke man's  zoon,  Prahlāda  Mahārāja. En hij werd  voldoende opgevoed  door zijn vader. Natuurlijk, binnen vijf jaar. Dus janmaiśvarya-śruta-śrī. Alles was er, maar Prahlāda Mahārāja was  niet afhankelijk  van  zijn materiële omstandigheden. Hij was  afhankelijk  van  zijn diepeextatische bovenzinnelijke  verrukking van de  toegewijde dienst. Dat wordt  gezocht. Dus dat stadium kunnen we niet onmiddelijk  bereiken. Hij is nitya-siddha. Zoals  ik  van  plan  was  om  uit  te  leggen,  dat  wanneer  Kṛṣṇa  neerdaalt,  Zijn  nitya-siddha  toegewijden,  metgezellen,  ze  komen  ook.  Dus  gaurāṅgera  saṅgi-gaṇe,  nitya-siddha  boli  māne,  tara  haya  vrajabhūmi  vāsa,  zoals  dat,  Narottama  dāsa  Ṭhākura...  Net  als,  śrī  kṛṣṇa  caitanya  prabhu  nityānanda  śrī  advaita  gadādhara  śrīvasadi  gaura  bhakta  vṛnda.  Dus  deze  metgezellen  van  Chaitanya  Mahāprabhu,  ze  zijn  nitya-siddha.  Je  kunt  niet  voorkomen  dat  een  van  hen  en  maak  je  verbeelding,  dat  "ik  zal  gewoon  aanbidden..."  (break) 
Dus Prahlāda Mahārāja ... Er was enige onenigheid met de vader, maar hij was geen gewoon mens. Zijn vader is een heel erg grootte man, zie je. Hij veroverde het hele universum. Dus hij was geen zoon van een arme man. Prahlāda Mahārāja was de zoon van een heel rijke man. En hij was voldoende geschoold door zijn vader. Natuurlijk, binnen vijf jaar. Dus ''janmaiśvarya-śruta-śrī''. Alles was er, maar Prahlāda Mahārāja vertrouwde niet op zijn materiële omstandigheden. Hij vertrouwde op zijn diepe extatische transcendentale verrukking van toegewijde dienst. Dat is nodig. Dus dat stadium kunnen we niet onmiddellijk bereiken. Hij is ''nitya-siddha''.  


Kṛṣṇa is  verschenen  - Panca-tattva.  Kṛṣṇa  is  īśa,  en  Nityānanda  Prabhu, Hij  is  prakāśa,  de  eerste  expansie  van  God. God  heeft  vele  expansies.  Advaita  acyuta  anādi  ananta-rūpam  ādyaṁ  purāṇa-puruṣam  (Bs.  5.33).  Hij  heeft  er  duizenden  en  duizenden.  Dus  eerste  expansie  is  Baladeva-tattva, Nityānanda;  en  Zijn  incarnatie, Advaita;  en  Zijn  spiritueel  vermogen, Gadādhara; en  Zijn  marginale  potentie,  Śrīvāsa. Dus Chaitanya Mahāprabhu verscheen  met  pañca...,  pañca-tattvātmakam. Je kunt  niets  verwaarlozen.  Als  je denkt  dat "ik  zal gewoon  aanbidden...,"  oh,  dat  is  een  grote  overtreding,  "...Chaitanya  Mahāprabhu  of  slechts  Caitanya-Nityānanda" Nee.  U  moet  Pañca-tattva,  pañca-tattvātmakaṁ  kṛṣṇam,  ten  volle  aanbidden.  Ook  de  Hare  Kṛṣṇa  mahā-mantra,  zestien  namen,  Hare  Kṛṣṇa,  Hare  Kṛṣṇa,  Kṛṣṇa  Kṛṣṇa,  Hare  Hare,  (toegewijden  chanten  mee)  Hare  Rāma,  Hare  Rāma,  Rāma  Rāma,  Hare  Hare.  Dus  je  kunt  niets  door  elkaar  halen.  Je  moet  het  doen  volgens  de  śāstra.  Mahājano  yena  gataḥ  sa  panthāḥ  ([[Vanisource:CC Madhya 17.186|CC Madhya 17.186]]). Als  je  afwijkt  van  de  śāstra,  dan  zul  je  nooit  succesvol  zijn. 
Zoals ik al ging uitleggen, dat wanneer Kṛṣṇa neerdaalt dan komen Zijn ''nitya-siddha'' toegewijden, metgezellen ook. Dus; ''gaurāṅgera saṅgi-gaṇe, nitya-siddha boli māne, tara haya vrajabhūmi vāsa'', zoals dat, Narottama dāsa Ṭhākura. Net als; ''śrī kṛṣṇa caitanya prabhu nityānanda śrī advaita gadādhara śrīvasadi gaura bhakta vṛnda''. Dus deze metgezellen van Chaitanya Mahāprabhu zijn ''nitya-siddha''. Je kan niet een van hen vermijden en je inbeelden dat: "Ik zal alleen ... aanbidden." (onderbreking)  


:yaḥ śāstra vidhim utsṛjya
Kṛṣṇa is verschenen - ''Panca-tattva''. Kṛṣṇa is ''īśa'', en Nityānanda Prabhu is ''prakāśa'', de eerste expansie van God. God heeft vele expansies. ''Advaita acyuta anādi ananta-rūpam ādyaṁ purāṇa-puruṣam'' (Bs. 5.33). Hij heeft er vele duizenden. Dus de eerste expansie is ''Baladeva-tattva'', Nityānanda; en Zijn incarnatie, Advaita; en Zijn spirituele vermogen, Gadādhara; en Zijn marginale vermogen, Śrīvāsa. Dus Chaitanya Mahāprabhu is verschenen met ''pañca-tattvātmakam''. Je kan niets negeren. Als je denkt dat: "Ik zal alleen ... aanbidden," oh, dat is een grote overtreding, "... Chaitanya Mahāprabhu of alleen Caitanya-Nityānanda" No. Je moet de ''Pañca-tattva, pañca-tattvātmakaṁ kṛṣṇam'', volledig aanbidden. Net zo de Hare Kṛṣṇa mahā-mantra, zestien namen,
:vartate kāma-kārataḥ
:''Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa''
:na siddhim avāpnoti
:''Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare''
:na sukhaṁ na parāṁ gatim
:''Hare Rāma, Hare Rāma''
:([[Vanisource:BG 16.23|BG 16.23]])
:''Rāma Rāma, Hare Hare.''


Dus als je hetzelfde niveau als Prahlāda Mahārāja wilt  benaderenwe moeten  hem niet onmiddellijk imiteren. We moeten de sādhana-bhakti volgen, sādhana-bhaktiin het algemeenen kṛpa-siddha,  dat  is bijzonder. Dat is onberekenbaar. Als Kṛṣṇa wilkan hij  onmiddellijk iemand zeer  belangrijk maken. Dat is kṛpa-siddha. Zo  zijn er  drie klassen van toegewijden: nitya-siddha en sādhana-siddha en kṛpa-siddha. Prahlāda Mahārāja is nitya-siddha. Hij is geen gewone sādhana-siddha of... Natuurlijk, uiteindelijk is er geen verschil, ofwel sādhana-siddha of kṛpa-siddha en  nitya-siddha, maar we moeten altijd onthouden dat Prahlāda Mahārāja geen gewone toegewijde ishij is nitya-siddha. Daarom ontwikkelde hij onmiddelijk  de transcendentale symptomen, aṣṭa-siddhi. Aṣṭa-siddhi, heb je gelezen in The  Nectar  of  Devotion. Dus de extase, ekāgra-manasā.  Ekāgra-manasā, "met volle aandacht." Voor ons om die volle aandacht te brengen  kan honderden en duizenden jaren duren, de volle aandacht. Maar Prahlāda Mahārāja - onmiddellijk. Onmiddellijk, vijf-jaar-oude jongen, want hij is nitya-siddha. We moeten nooit  vergeten  dat we niet kunnen imiteren. "Nu, Prahlāda Mahārāja heeft onmiddellijk ekāgra-manasā, en ik zal ook worden." Nee. Dat is niet mogelijk. Kan mogelijk zijn, maar dat is niet de weg.  
Dus je kan het niet door elkaar halen. Je moet het doen volgens de ''śāstra''. ''Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ'' ([[Vanisource:CC Madhya 17.186|CC Madhya 17.186]]). Als je afwijkt van de ''śāstra'', dan zal je nooit succesvol zijn.
 
:''yaḥ śāstra vidhim utsṛjya''
:''vartate kāma-kārataḥ''
:''na siddhim avāpnoti''
:''na sukhaṁ na parāṁ gatim''
:([[NL/BG 16.23|BG 16.23]])
 
Dus als je hetzelfde niveau als Prahlāda Mahārāja wil benaderen dan moeten we hem niet onmiddellijk imiteren. We moeten de ''sādhana-bhakti'' volgen, ''sādhana-bhakti'' in het algemeen en ''kṛpa-siddha'' is bijzonder. Dat is onberekenbaar. Als Kṛṣṇa wil dan kan Hij onmiddellijk iemand heel belangrijk maken. Dat is ''kṛpa-siddha''. Dus er zijn drie klassen van toegewijden: ''nitya-siddha'' en ''sādhana-siddha'' en ''kṛpa-siddha''. Prahlāda Mahārāja is ''nitya-siddha''. Hij is geen gewone ''sādhana-siddha'' of ... Natuurlijk, uiteindelijk is er geen verschil, ofwel ''sādhana-siddha'' of ''kṛpa-siddha'' of ''nitya-siddha'', maar we moeten altijd onthouden dat Prahlāda Mahārāja geen gewone toegewijde is, hij is ''nitya-siddha''. Daarom ontwikkelde hij onmiddellijk de transcendentale symptomen, ''aṣṭa-siddhi''. ''Aṣṭa-siddhi'', dat heb je gelezen in de Nectarzee van Zuivere Liefde. Dus de extase, ''ekāgra-manasā'', "met volle aandacht." Voor ons om die volle aandacht te verkrijgen kan honderden en duizenden jaren duren, de volle aandacht. Maar Prahlāda Mahārāja - onmiddellijk. Onmiddellijk, vijf jaar oude jongen, want hij is ''nitya-siddha''. We moeten onthouden dat we niet kunnen imiteren. "Nu, Prahlāda Mahārāja heeft onmiddellijk ''ekāgra-manasā'', en ik zal zo ook worden." Nee. Dat is niet mogelijk. Kan mogelijk zijn, maar dat is niet de manier.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:59, 29 January 2021



Lecture on SB 7.9.7 -- Mayapur, February 27, 1977

Dus Prahlāda Mahārāja ... Er was enige onenigheid met de vader, maar hij was geen gewoon mens. Zijn vader is een heel erg grootte man, zie je. Hij veroverde het hele universum. Dus hij was geen zoon van een arme man. Prahlāda Mahārāja was de zoon van een heel rijke man. En hij was voldoende geschoold door zijn vader. Natuurlijk, binnen vijf jaar. Dus janmaiśvarya-śruta-śrī. Alles was er, maar Prahlāda Mahārāja vertrouwde niet op zijn materiële omstandigheden. Hij vertrouwde op zijn diepe extatische transcendentale verrukking van toegewijde dienst. Dat is nodig. Dus dat stadium kunnen we niet onmiddellijk bereiken. Hij is nitya-siddha.

Zoals ik al ging uitleggen, dat wanneer Kṛṣṇa neerdaalt dan komen Zijn nitya-siddha toegewijden, metgezellen ook. Dus; gaurāṅgera saṅgi-gaṇe, nitya-siddha boli māne, tara haya vrajabhūmi vāsa, zoals dat, Narottama dāsa Ṭhākura. Net als; śrī kṛṣṇa caitanya prabhu nityānanda śrī advaita gadādhara śrīvasadi gaura bhakta vṛnda. Dus deze metgezellen van Chaitanya Mahāprabhu zijn nitya-siddha. Je kan niet een van hen vermijden en je inbeelden dat: "Ik zal alleen ... aanbidden." (onderbreking)

Kṛṣṇa is verschenen - Panca-tattva. Kṛṣṇa is īśa, en Nityānanda Prabhu is prakāśa, de eerste expansie van God. God heeft vele expansies. Advaita acyuta anādi ananta-rūpam ādyaṁ purāṇa-puruṣam (Bs. 5.33). Hij heeft er vele duizenden. Dus de eerste expansie is Baladeva-tattva, Nityānanda; en Zijn incarnatie, Advaita; en Zijn spirituele vermogen, Gadādhara; en Zijn marginale vermogen, Śrīvāsa. Dus Chaitanya Mahāprabhu is verschenen met pañca-tattvātmakam. Je kan niets negeren. Als je denkt dat: "Ik zal alleen ... aanbidden," oh, dat is een grote overtreding, "... Chaitanya Mahāprabhu of alleen Caitanya-Nityānanda" No. Je moet de Pañca-tattva, pañca-tattvātmakaṁ kṛṣṇam, volledig aanbidden. Net zo de Hare Kṛṣṇa mahā-mantra, zestien namen,

Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa
Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare
Hare Rāma, Hare Rāma
Rāma Rāma, Hare Hare.

Dus je kan het niet door elkaar halen. Je moet het doen volgens de śāstra. Mahājano yena gataḥ sa panthāḥ (CC Madhya 17.186). Als je afwijkt van de śāstra, dan zal je nooit succesvol zijn.

yaḥ śāstra vidhim utsṛjya
vartate kāma-kārataḥ
na siddhim avāpnoti
na sukhaṁ na parāṁ gatim
(BG 16.23)

Dus als je hetzelfde niveau als Prahlāda Mahārāja wil benaderen dan moeten we hem niet onmiddellijk imiteren. We moeten de sādhana-bhakti volgen, sādhana-bhakti in het algemeen en kṛpa-siddha is bijzonder. Dat is onberekenbaar. Als Kṛṣṇa wil dan kan Hij onmiddellijk iemand heel belangrijk maken. Dat is kṛpa-siddha. Dus er zijn drie klassen van toegewijden: nitya-siddha en sādhana-siddha en kṛpa-siddha. Prahlāda Mahārāja is nitya-siddha. Hij is geen gewone sādhana-siddha of ... Natuurlijk, uiteindelijk is er geen verschil, ofwel sādhana-siddha of kṛpa-siddha of nitya-siddha, maar we moeten altijd onthouden dat Prahlāda Mahārāja geen gewone toegewijde is, hij is nitya-siddha. Daarom ontwikkelde hij onmiddellijk de transcendentale symptomen, aṣṭa-siddhi. Aṣṭa-siddhi, dat heb je gelezen in de Nectarzee van Zuivere Liefde. Dus de extase, ekāgra-manasā, "met volle aandacht." Voor ons om die volle aandacht te verkrijgen kan honderden en duizenden jaren duren, de volle aandacht. Maar Prahlāda Mahārāja - onmiddellijk. Onmiddellijk, vijf jaar oude jongen, want hij is nitya-siddha. We moeten onthouden dat we niet kunnen imiteren. "Nu, Prahlāda Mahārāja heeft onmiddellijk ekāgra-manasā, en ik zal zo ook worden." Nee. Dat is niet mogelijk. Kan mogelijk zijn, maar dat is niet de manier.