NL/Prabhupada 0628 - We accepteren dingen als: "misschien" "kan zijn" niet. Nee. Wij accepteren wat feit is: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0628 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Pittsburgh]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Pittsburgh]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0627 - Zonder opfrissing kan men dit verheven onderwerp niet begrijpen|0627|NL/Prabhupada 0629 - Wij zijn verschillende kinderen van God in verschillende kledij|0629}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|cFFfZdW5_0E|We accepteren zulke dingen zoals "misschien" niet. Nee. We accepteren wat feit is<br />- Prabhupāda 0628}}
{{youtube_right|RaIbQ24q2SI|We accepteren dingen als: "misschien" "kan zijn" niet. Nee. Wij accepteren wat feit is<br />- Prabhupāda 0628}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/720908BG-PIT_clip06.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/720908BG-PIT_clip06.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:
Dus hier is de perfecte kennis gesproken door Kṛṣṇa:  
Dus hier is de perfecte kennis gesproken door Kṛṣṇa:  


:dehino 'smin yathā dehe
:''dehino 'smin yathā dehe''
:kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
:''kaumāraṁ yauvanaṁ jarā''
:tathā dehāntara-prāptir
:''tathā dehāntara-prāptir''
:dhīras tatra na muhyati
:''dhīras tatra na muhyati''
:([[Vanisource:BG 2.13|BG 2.13]])  
:([[NL/BG 2.13|BG 2.13]])  


Dehinaḥ, van de levende ziel, het lichaam is aan het veranderen. Ook na de dood, na de zogenaamde dood... Want er is geen dood. Na de stopzetting van de functie van dit grofstoffelijke lichaam, gaat de ziel over naar een ander grofstoffelijk lichaam. Deze uitspraak krijgen we van de Bhagavad-gītā. En als we deze uitspraak accepteren, "Dit is een feit," dan begint ons spiritueel leven onmiddellijk. Zonder dit begrip, is er geen sprake van spiritueel begrip. Alles wat vaag is, gewoon mentale speculatie, "misschien," "misschien." Deze theorieën worden gepresenteerd door de zogenaamde wetenschappers en filosofen. Maar we accepteren zulke dingen zoals "misschien" niet. Nee. We accepteren wat feit is. Het is niet een kwestie van geloof; het is een kwestie van feit. Dus dit is het feit.  
''Dehinaḥ''; het lichaam van de levende ziel verandert. Net zo na de dood, na de zogenaamde dood, want er is geen dood. Nadat de functie van dit grofstoffelijke lichaam stopt gaat de ziel over naar een ander grofstoffelijk lichaam. Deze stelling komt van de Bhagavad-gītā. En als we deze stelling accepteren: "Dit is een feit," dan begint ons spirituele leven onmiddellijk. Zonder dat begrip is er geen sprake van spiritueel begrip. Alles vaag, alleen mentale speculatie; "misschien" "kan zijn." Deze theorieën worden gepresenteerd door de zogenaamde wetenschappers en filosofen. Maar wij accepteren dingen als: "misschien" "kan zijn" niet. Nee. Wij accepteren wat feit is. Het is geen kwestie van geloof, het is een kwestie van feit. Dus dit is het feit.  


Nu, hoe verhuist de ziel? Stel dat na dit leven, ik krijg een beter leven, dat is leuk. Maar als ik een lagere leven krijg, wat is dan de toestand? Stel dat volgende leven ik het leven van een kat of hond of koe krijg. Veronderstel dat je opnieuw geboorte in Amerika krijgt. Maar als je je lichaam verandert, dan veranderen gehele omstandigheden. Als menselijk wezen, krijg je alle bescherming van de staat, maar zodra je een ander lichaam wordt, ofwel boom of dieren, de behandeling is anders. Dier gaat naar het slachthuis; bomen worden omgehakt. Er is geen protest. Dus dit is de toestand van het materiële leven. Soms krijgen we een betere staat van het leven, soms krijgen we een steeds lagere staat van het leven. Er is geen garantie. Dat zal afhangen van mijn werk. Dat is praktisch. In dit leven ook, als je opgeleid wordt, dan is je toekomst erg mooi. Als je niet bent opgeleid, dan is je toekomst niet zo helder. Op dezelfde manier deze menselijke vorm van leven, we kunnen een oplossing voor deze herhaalde geboorte en dood maken. En dat is de enige zaak van de menselijke vorm van leven, hoe uit deze materiële omstandigheden van het leven te komen: geboorte, dood, ouderdom en ziekte. Wij kunnen een oplossing maken. En die oplossing is Kṛṣṇa-bewustzijn. Zodra we Kṛṣṇa-bewust worden... Kṛṣṇa bewust betekent Kṛṣṇa, de Allerhoogste, Hij, Heer, God. We maken deel uit van Kṛṣṇa. Dit is Kṛṣṇa-bewustzijn. Gewoon om te begrijpen dat... Net zoals je je vader en je broers en jezelf begrijpt. U bent allen zonen van de vader. Het is dus niet moeilijk te begrijpen. Zoals vader het hele gezin onderhoudt, op dezelfde manier, Kṛṣṇa, de Allerhoogste Heer, of God, Hij heeft vele talloze zonen, levende wezens, en Hij handhaaft het hele lichaam, hele gezin. Wat is het probleem? Dan is de volgende plicht om ontwikkeld bewustzijn te worden. Net als een goede zoon, wanneer hij voelt dat "Vader heeft zoveel voor mij gedaan. Ik moet het terug betalen, of op zijn minst moet ik wat mijn vader heeft gedaan voor mij aanvaarden," dit hele gevoel wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.
Nu, hoe verhuist de ziel? Stel dat ik na dit leven een beter leven krijg, dat is leuk. Maar als ik een minder leven krijg, wat is dan de situatie? Stel dat ik het volgende leven het leven van een kat of hond of koe krijg. Stel dat je opnieuw in Amerika geboren wordt. Maar als je van lichaam verandert dan veranderen alle omstandigheden. Als mens krijg je alle bescherming van de staat maar zodra je een ander lichaam wordt, een boom of dier, dan is de behandeling anders. Dieren gaan naar het slachthuis, bomen worden omgehakt. Er is geen protest. Dus dit is de situatie van het materiële leven. Soms krijgen we een betere staat van leven, soms krijgen we een lagere staat van leven. Er is geen garantie. Het zal afhangen van mijn werk. Dat is praktisch. Ook in dit leven, als je een opleiding krijgt dan is je toekomst heel mooi. Als je geen opleiding krijgt dan is je toekomst niet zo helder. Vergelijkbaar kunnen we in deze menselijke levensvorm een oplossing maken voor de herhaling van geboorte en dood. En dat is de enige taak voor de menselijke levensvorm; hoe uit deze materiële levensomstandigheden te komen; geboorte, dood, ouderdom en ziekte.  
 
Wij kunnen een oplossing maken. En die oplossing is Kṛṣṇa-bewustzijn. Zodra we Kṛṣṇa-bewust worden ... Kṛṣṇa-bewust betekent Kṛṣṇa, de Allerhoogste, Hij, Heer, God. We zijn een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa. Dit is Kṛṣṇa-bewustzijn. Gewoon om te begrijpen dat ... Net zoals je begrijpt dat je vader en je broers en jezelf. Jullie zijn allemaal zonen van de vader. Dus het is niet moeilijk te begrijpen. Zoals de vader het hele gezin onderhoudt, op dezelfde manier, Kṛṣṇa, de Allerhoogste Heer, of God ... Hij heeft vele ontelbare zonen, levende wezens, en Hij onderhoudt het hele lichaam, hele gezin. Wat is het probleem? Dan is de volgende taak om bewustzijn te ontwikkelen. Net als een goede zoon, wanneer hij voelt dat: "Vader heeft zoveel voor mij gedaan. Ik moet het terug betalen, of op zijn minst moet ik me verplicht voelen voor wat mijn vader voor mij gedaan heeft." Dit gevoel wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:27, 29 January 2021



Lecture on BG 2.13 -- Pittsburgh, September 8, 1972

Dus hier is de perfecte kennis gesproken door Kṛṣṇa:

dehino 'smin yathā dehe
kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
tathā dehāntara-prāptir
dhīras tatra na muhyati
(BG 2.13)

Dehinaḥ; het lichaam van de levende ziel verandert. Net zo na de dood, na de zogenaamde dood, want er is geen dood. Nadat de functie van dit grofstoffelijke lichaam stopt gaat de ziel over naar een ander grofstoffelijk lichaam. Deze stelling komt van de Bhagavad-gītā. En als we deze stelling accepteren: "Dit is een feit," dan begint ons spirituele leven onmiddellijk. Zonder dat begrip is er geen sprake van spiritueel begrip. Alles vaag, alleen mentale speculatie; "misschien" "kan zijn." Deze theorieën worden gepresenteerd door de zogenaamde wetenschappers en filosofen. Maar wij accepteren dingen als: "misschien" "kan zijn" niet. Nee. Wij accepteren wat feit is. Het is geen kwestie van geloof, het is een kwestie van feit. Dus dit is het feit.

Nu, hoe verhuist de ziel? Stel dat ik na dit leven een beter leven krijg, dat is leuk. Maar als ik een minder leven krijg, wat is dan de situatie? Stel dat ik het volgende leven het leven van een kat of hond of koe krijg. Stel dat je opnieuw in Amerika geboren wordt. Maar als je van lichaam verandert dan veranderen alle omstandigheden. Als mens krijg je alle bescherming van de staat maar zodra je een ander lichaam wordt, een boom of dier, dan is de behandeling anders. Dieren gaan naar het slachthuis, bomen worden omgehakt. Er is geen protest. Dus dit is de situatie van het materiële leven. Soms krijgen we een betere staat van leven, soms krijgen we een lagere staat van leven. Er is geen garantie. Het zal afhangen van mijn werk. Dat is praktisch. Ook in dit leven, als je een opleiding krijgt dan is je toekomst heel mooi. Als je geen opleiding krijgt dan is je toekomst niet zo helder. Vergelijkbaar kunnen we in deze menselijke levensvorm een oplossing maken voor de herhaling van geboorte en dood. En dat is de enige taak voor de menselijke levensvorm; hoe uit deze materiële levensomstandigheden te komen; geboorte, dood, ouderdom en ziekte.

Wij kunnen een oplossing maken. En die oplossing is Kṛṣṇa-bewustzijn. Zodra we Kṛṣṇa-bewust worden ... Kṛṣṇa-bewust betekent Kṛṣṇa, de Allerhoogste, Hij, Heer, God. We zijn een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa. Dit is Kṛṣṇa-bewustzijn. Gewoon om te begrijpen dat ... Net zoals je begrijpt dat je vader en je broers en jezelf. Jullie zijn allemaal zonen van de vader. Dus het is niet moeilijk te begrijpen. Zoals de vader het hele gezin onderhoudt, op dezelfde manier, Kṛṣṇa, de Allerhoogste Heer, of God ... Hij heeft vele ontelbare zonen, levende wezens, en Hij onderhoudt het hele lichaam, hele gezin. Wat is het probleem? Dan is de volgende taak om bewustzijn te ontwikkelen. Net als een goede zoon, wanneer hij voelt dat: "Vader heeft zoveel voor mij gedaan. Ik moet het terug betalen, of op zijn minst moet ik me verplicht voelen voor wat mijn vader voor mij gedaan heeft." Dit gevoel wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd.