NL/BG 2.24: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 1: Line 1:
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 2|N24]]
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 2|N24]]
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gita zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 2| Hoofdstuk 2: Samenvatting van de Gita]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 2| Hoofdstuk 2: Samenvatting van de Gita]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 2.23| BG 2.23]] '''[[NL/BG 2.23|BG 2.23]] - [[NL/BG 2.25|BG 2.25]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 2.25| BG 2.25]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 2.23| BG 2.23]] '''[[NL/BG 2.23|BG 2.23]] - [[NL/BG 2.25|BG 2.25]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 2.25| BG 2.25]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== TEXT 24 ====
==== VERS 24 ====
 
<div class="devanagari">
:अच्छेद्योऽयमदाह्योऽयमक्लेद्योऽशोष्य एव च ।
:नित्यः सर्वगतः स्थाणुरचलोऽयं सनातनः ॥२४॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''acchedyo ’yam adāhyo ’yam, akledyo ’śoṣya eva ca''
:acchedyo ’yam adāhyo ’yam
:''nityaḥ sarva-gataḥ sthāṇur, acalo ’yaṁ sanātanaḥ''
:akledyo ’śoṣya eva ca
 
:nityaḥ sarva-gataḥ sthāṇur
:acalo ’yaṁ sanātanaḥ
</div>
</div>


==== Synoniemen ====
==== WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN ====


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
acchedyaḥ — onbreekbaar; ayam — deze ziel; adāhyaḥ — onmogelijk te verbranden; ayam — deze ziel; akledyaḥ — onoplosbaar; aśoṣyaḥ — onmogelijk te verdrogen; eva — zeker; ca — en; nityaḥ — onsterfelijk; sarva-gataḥ — overal aanwezig; sthāṇuḥ — onveranderbaar; acalaḥ — onbeweegbaar; ayam — deze ziel; sanātanaḥ — eeuwig dezelfde.
''acchedyaḥ'' — onbreekbaar; ''ayam'' — deze ziel; ''adāhyaḥ'' — onmogelijk te verbranden; ''ayam'' — deze ziel; ''akledyaḥ'' — onoplosbaar; ''aśoṣyaḥ'' — onmogelijk te verdrogen; ''eva'' — zeker; ''ca'' — en; ''nityaḥ'' — onsterfelijk; ''sarva-gataḥ'' — overal aanwezig; ''sthāṇuḥ'' — onveranderbaar; ''acalaḥ'' — onbeweegbaar; ''ayam'' — deze ziel; ''sanātanaḥ'' — eeuwig dezelfde.
</div>
</div>


==== Vertaling ====
==== VERTALING ====


<div class="translation">
<div class="translation">
Line 24: Line 30:
</div>
</div>


==== Commentaar ====
==== COMMENTAAR ====


<div class="purport">
<div class="purport">
Al deze eigenschappen van de atomische ziel bewijzen duidelijk dat de individuele ziel eeuwig een atomisch deeltje van het spirituele geheel is en dat ze eeuwig en onveranderlijk hetzelfde atoom blijft. De theorie van het monisme kan hier heel moeilijk toegepast worden, omdat de individuele ziel niet verondersteld wordt een homogene eenheid te vormen met dat spirituele geheel. Na haar bevrijding van materiële onzuiverheid zou de atoomachtige ziel er de voorkeur aan kunnen geven om als een spirituele vonk in de lichtstralen van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te blijven, maar de intelligente zielen gaan naar de spirituele planeten om in het gezelschap van de Persoonlijkheid Gods te zijn.
Al deze eigenschappen van de atomische ziel bewijzen duidelijk dat de individuele ziel eeuwig een atomisch deeltje van het spirituele geheel is en dat ze eeuwig en onveranderlijk hetzelfde atoom blijft. De theorie van het monisme kan hier heel moeilijk toegepast worden, omdat de individuele ziel niet verondersteld wordt een homogene eenheid te vormen met dat spirituele geheel. Na haar bevrijding van materiële onzuiverheid zou de atoomachtige ziel er de voorkeur aan kunnen geven om als een spirituele vonk in de lichtstralen van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te blijven, maar de intelligente zielen gaan naar de spirituele planeten om in het gezelschap van de Persoonlijkheid Gods te zijn.


Het woord ‘sarva-gata’ (‘overal aanwezig’) is belangrijk, omdat het een feit is dat er overal in Gods schepping levende wezens zijn. Ze leven op het land, in het water, in de lucht, onder de grond en zelfs in het vuur. Het idee dat ze vernietigd worden in vuur is onhoudbaar, omdat hier duidelijk gesteld wordt dat de ziel niet door vuur kan worden verbrand. Ook op de zonneplaneet zijn er daarom ongetwijfeld levende wezens, die een geschikt lichaam hebben om daar te leven. Als de zonneplaneet onbewoond is, dan heeft het woord ‘sarva-gata’ — ‘overal levend’ — geen enkele betekenis meer.
Het woord ‘''sarva-gata''’ (‘overal aanwezig’) is belangrijk, omdat het een feit is dat er overal in Gods schepping levende wezens zijn. Ze leven op het land, in het water, in de lucht, onder de grond en zelfs in het vuur. Het idee dat ze vernietigd worden in vuur is onhoudbaar, omdat hier duidelijk gesteld wordt dat de ziel niet door vuur kan worden verbrand. Ook op de zonneplaneet zijn er daarom ongetwijfeld levende wezens, die een geschikt lichaam hebben om daar te leven. Als de zonneplaneet onbewoond is, dan heeft het woord ‘''sarva-gata''’ — ‘overal levend’ — geen enkele betekenis meer.
</div>
</div>



Latest revision as of 12:31, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 24

अच्छेद्योऽयमदाह्योऽयमक्लेद्योऽशोष्य एव च ।
नित्यः सर्वगतः स्थाणुरचलोऽयं सनातनः ॥२४॥
acchedyo ’yam adāhyo ’yam
akledyo ’śoṣya eva ca
nityaḥ sarva-gataḥ sthāṇur
acalo ’yaṁ sanātanaḥ

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

acchedyaḥ — onbreekbaar; ayam — deze ziel; adāhyaḥ — onmogelijk te verbranden; ayam — deze ziel; akledyaḥ — onoplosbaar; aśoṣyaḥ — onmogelijk te verdrogen; eva — zeker; ca — en; nityaḥ — onsterfelijk; sarva-gataḥ — overal aanwezig; sthāṇuḥ — onveranderbaar; acalaḥ — onbeweegbaar; ayam — deze ziel; sanātanaḥ — eeuwig dezelfde.

VERTALING

Deze individuele ziel is onbreekbaar, onoplosbaar en kan verbrand noch verdroogd worden. Ze is onsterfelijk, overal aanwezig, onveranderlijk, onbeweegbaar en eeuwig dezelfde.

COMMENTAAR

Al deze eigenschappen van de atomische ziel bewijzen duidelijk dat de individuele ziel eeuwig een atomisch deeltje van het spirituele geheel is en dat ze eeuwig en onveranderlijk hetzelfde atoom blijft. De theorie van het monisme kan hier heel moeilijk toegepast worden, omdat de individuele ziel niet verondersteld wordt een homogene eenheid te vormen met dat spirituele geheel. Na haar bevrijding van materiële onzuiverheid zou de atoomachtige ziel er de voorkeur aan kunnen geven om als een spirituele vonk in de lichtstralen van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te blijven, maar de intelligente zielen gaan naar de spirituele planeten om in het gezelschap van de Persoonlijkheid Gods te zijn.

Het woord ‘sarva-gata’ (‘overal aanwezig’) is belangrijk, omdat het een feit is dat er overal in Gods schepping levende wezens zijn. Ze leven op het land, in het water, in de lucht, onder de grond en zelfs in het vuur. Het idee dat ze vernietigd worden in vuur is onhoudbaar, omdat hier duidelijk gesteld wordt dat de ziel niet door vuur kan worden verbrand. Ook op de zonneplaneet zijn er daarom ongetwijfeld levende wezens, die een geschikt lichaam hebben om daar te leven. Als de zonneplaneet onbewoond is, dan heeft het woord ‘sarva-gata’ — ‘overal levend’ — geen enkele betekenis meer.