NL/BG 2.63: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 1: | Line 1: | ||
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 2|N63]] | [[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 2|N63]] | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad- | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 2| Hoofdstuk 2: Samenvatting van de Gita]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 2.62| BG 2.62]] '''[[NL/BG 2.62|BG 2.62]] - [[NL/BG 2.64|BG 2.64]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 2.64| BG 2.64]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 2.62| BG 2.62]] '''[[NL/BG 2.62|BG 2.62]] - [[NL/BG 2.64|BG 2.64]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 2.64| BG 2.64]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== | ==== VERS 63 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:क्रोधाद्भवति सम्मोहः सम्मोहात्स्मृतिविभ्रमः । | |||
:स्मृतिभ्रंशाद् बुद्धिनाशो बुद्धिनाशात्प्रणश्यति ॥६३॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :krodhād bhavati sammohaḥ | ||
: | :sammohāt smṛti-vibhramaḥ | ||
:smṛti-bhraṁśād buddhi-nāśo | |||
:buddhi-nāśāt praṇaśyati | |||
</div> | </div> | ||
==== | ==== WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN ==== | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
krodhāt — van woede; bhavati — vindt plaats; sammohaḥ — volkomen illusie; sammohāt — van illusie; smṛti — van geheugen; vibhramaḥ — verwarring; smṛti-bhraṁśāt — na de verbijstering van het geheugen; buddhi-nāśaḥ — verlies van intelligentie; buddhi-nāśāt — en door het verlies van intelligentie; praṇaśyati — komt men ten val. | ''krodhāt'' — van woede; ''bhavati'' — vindt plaats; ''sammohaḥ'' — volkomen illusie; ''sammohāt'' — van illusie; ''smṛti'' — van geheugen; ''vibhramaḥ'' — verwarring; ''smṛti-bhraṁśāt'' — na de verbijstering van het geheugen; ''buddhi-nāśaḥ'' — verlies van intelligentie; ''buddhi-nāśāt'' — en door het verlies van intelligentie; ''praṇaśyati'' — komt men ten val. | ||
</div> | </div> | ||
==== | ==== VERTALING ==== | ||
<div class="translation"> | <div class="translation"> | ||
Line 24: | Line 30: | ||
</div> | </div> | ||
==== | ==== COMMENTAAR ==== | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
Śrīla Rūpa Gosvāmī heeft ons de volgende instructie gegeven: | Śrīla Rūpa Gosvāmī heeft ons de volgende instructie gegeven: | ||
prāpañcikatayā buddhyā | :''prāpañcikatayā buddhyā'' | ||
mumukṣubhiḥ parityāgo | :''hari-sambandhi-vastunaḥ'' | ||
:''mumukṣubhiḥ parityāgo'' | |||
:''vairāgyaṁ phalgu kathyate'' | |||
(Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.2.256) | (''Bhakti-rasāmṛta-sindhu'' 1.2.256) | ||
Door Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwikkelen komt men tot het besef dat alles in dienst aan de Heer gebruikt kan worden. Zij die niets van Kṛṣṇa-bewustzijn afweten, proberen kunstmatig materiële objecten te vermijden, met als gevolg dat ze niet het niveau van volmaakte onthechting bereiken, ook al verlangen ze naar bevrijding van materiële gebondenheid. Hun zogenaamde onthechting wordt phalgu genoemd, minder belangrijk. | Door Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwikkelen komt men tot het besef dat alles in dienst aan de Heer gebruikt kan worden. Zij die niets van Kṛṣṇa-bewustzijn afweten, proberen kunstmatig materiële objecten te vermijden, met als gevolg dat ze niet het niveau van volmaakte onthechting bereiken, ook al verlangen ze naar bevrijding van materiële gebondenheid. Hun zogenaamde onthechting wordt ''phalgu'' genoemd, minder belangrijk. | ||
Iemand in Kṛṣṇa-bewustzijn weet daarentegen hoe hij alles in dienst aan de Heer moet gebruiken; daardoor valt hij niet ten prooi aan een materieel bewustzijn. Bijvoorbeeld, volgens een impersonalist kan de Heer of het Absolute niet eten omdat Hij onpersoonlijk is. Terwijl een impersonalist alle smakelijke etenswaren vermijdt, weet een toegewijde dat Kṛṣṇa de allerhoogste genieter is en dat Hij alles eet wat met liefde aan Hem geofferd wordt. Nadat hij de Heer goed voedsel geofferd heeft, neemt de toegewijde dat wat de Heer overlaat, wat prasāda wordt genoemd. Op die manier wordt alles gespiritualiseerd en bestaat er geen gevaar dat men terugvalt. De toegewijde neemt prasāda in Kṛṣṇa-bewustzijn, terwijl de niet-toegewijde dat verwerpt als iets materieels. De impersonalist geniet door zijn kunstmatige onthechting dus niet van het leven en daarom zal de geringste verstoring van zijn geest hem opnieuw verstrikken in het moeras van het materiële bestaan. Er wordt daarom gezegd dat zo’n ziel, ook al komt ze tot de positie van bevrijding, terugvalt omdat ze niet ondersteund wordt door devotionele dienst. | Iemand in Kṛṣṇa-bewustzijn weet daarentegen hoe hij alles in dienst aan de Heer moet gebruiken; daardoor valt hij niet ten prooi aan een materieel bewustzijn. Bijvoorbeeld, volgens een impersonalist kan de Heer of het Absolute niet eten omdat Hij onpersoonlijk is. Terwijl een impersonalist alle smakelijke etenswaren vermijdt, weet een toegewijde dat Kṛṣṇa de allerhoogste genieter is en dat Hij alles eet wat met liefde aan Hem geofferd wordt. Nadat hij de Heer goed voedsel geofferd heeft, neemt de toegewijde dat wat de Heer overlaat, wat ''prasāda'' wordt genoemd. Op die manier wordt alles gespiritualiseerd en bestaat er geen gevaar dat men terugvalt. De toegewijde neemt ''prasāda'' in Kṛṣṇa-bewustzijn, terwijl de niet-toegewijde dat verwerpt als iets materieels. De impersonalist geniet door zijn kunstmatige onthechting dus niet van het leven en daarom zal de geringste verstoring van zijn geest hem opnieuw verstrikken in het moeras van het materiële bestaan. Er wordt daarom gezegd dat zo’n ziel, ook al komt ze tot de positie van bevrijding, terugvalt omdat ze niet ondersteund wordt door devotionele dienst. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 12:38, 28 June 2018
VERS 63
- क्रोधाद्भवति सम्मोहः सम्मोहात्स्मृतिविभ्रमः ।
- स्मृतिभ्रंशाद् बुद्धिनाशो बुद्धिनाशात्प्रणश्यति ॥६३॥
- krodhād bhavati sammohaḥ
- sammohāt smṛti-vibhramaḥ
- smṛti-bhraṁśād buddhi-nāśo
- buddhi-nāśāt praṇaśyati
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
krodhāt — van woede; bhavati — vindt plaats; sammohaḥ — volkomen illusie; sammohāt — van illusie; smṛti — van geheugen; vibhramaḥ — verwarring; smṛti-bhraṁśāt — na de verbijstering van het geheugen; buddhi-nāśaḥ — verlies van intelligentie; buddhi-nāśāt — en door het verlies van intelligentie; praṇaśyati — komt men ten val.
VERTALING
Uit woede komt volslagen illusie voort en illusie veroorzaakt verwarring van het geheugen. Wanneer het geheugen verward is, gaat de intelligentie verloren en is de intelligentie eenmaal verloren, dan valt men terug in het materiële moeras.
COMMENTAAR
Śrīla Rūpa Gosvāmī heeft ons de volgende instructie gegeven:
- prāpañcikatayā buddhyā
- hari-sambandhi-vastunaḥ
- mumukṣubhiḥ parityāgo
- vairāgyaṁ phalgu kathyate
(Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.2.256)
Door Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwikkelen komt men tot het besef dat alles in dienst aan de Heer gebruikt kan worden. Zij die niets van Kṛṣṇa-bewustzijn afweten, proberen kunstmatig materiële objecten te vermijden, met als gevolg dat ze niet het niveau van volmaakte onthechting bereiken, ook al verlangen ze naar bevrijding van materiële gebondenheid. Hun zogenaamde onthechting wordt phalgu genoemd, minder belangrijk.
Iemand in Kṛṣṇa-bewustzijn weet daarentegen hoe hij alles in dienst aan de Heer moet gebruiken; daardoor valt hij niet ten prooi aan een materieel bewustzijn. Bijvoorbeeld, volgens een impersonalist kan de Heer of het Absolute niet eten omdat Hij onpersoonlijk is. Terwijl een impersonalist alle smakelijke etenswaren vermijdt, weet een toegewijde dat Kṛṣṇa de allerhoogste genieter is en dat Hij alles eet wat met liefde aan Hem geofferd wordt. Nadat hij de Heer goed voedsel geofferd heeft, neemt de toegewijde dat wat de Heer overlaat, wat prasāda wordt genoemd. Op die manier wordt alles gespiritualiseerd en bestaat er geen gevaar dat men terugvalt. De toegewijde neemt prasāda in Kṛṣṇa-bewustzijn, terwijl de niet-toegewijde dat verwerpt als iets materieels. De impersonalist geniet door zijn kunstmatige onthechting dus niet van het leven en daarom zal de geringste verstoring van zijn geest hem opnieuw verstrikken in het moeras van het materiële bestaan. Er wordt daarom gezegd dat zo’n ziel, ook al komt ze tot de positie van bevrijding, terugvalt omdat ze niet ondersteund wordt door devotionele dienst.