NL/BG 4.29: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 4| Hoofdstuk 4: Transcendentale kennis]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 4| Hoofdstuk 4: Transcendentale kennis]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 4.28| BG 4.28]] '''[[NL/BG 4.28|BG 4.28]] - [[NL/BG 4.30|BG 4.30]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 4.30| BG 4.30]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 4.28| BG 4.28]] '''[[NL/BG 4.28|BG 4.28]] - [[NL/BG 4.30|BG 4.30]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 4.30| BG 4.30]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 29 ====
==== VERS 29 ====
<div class="devanagari">
:अपाने जुह्वति प्राणं प्राणेऽपानं तथापरे ।
:प्राणापानगती रुद्ध्वा प्राणायामपरायणाः ।
:अपरे नियताहाराः प्राणान्प्राणेषु जुह्वति ॥२९॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''apāne juhvati prāṇaṁ, prāṇe ’pānaṁ tathāpare''
:apāne juhvati prāṇaṁ
:''prāṇāpāna-gatī ruddhvā, prāṇāyāma-parāyaṇāḥ''
:prāṇe ’pānaṁ tathāpare
:''apare niyatāhārāḥ, prāṇān prāṇeṣu juhvati''
:prāṇāpāna-gatī ruddhvā
 
:prāṇāyāma-parāyaṇāḥ
:apare niyatāhārāḥ
:prāṇān prāṇeṣu juhvati
</div>
</div>


Line 16: Line 24:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
apāne — in de lucht die omlaag werkt; juhvati — offeren; prāṇam — de lucht die naar buiten werkt; prāṇe — in de lucht die naar buiten gaat; apānam — de lucht die omlaag gaat; tathā — en ook; apare — anderen; prāṇa — van de lucht die naar buiten gaat; apāna — en de lucht die omlaaggaat; gatī — de beweging; ruddhvā — tegenhoudend; prāṇa-āyāma — een toestand van diepe meditatie die teweeg is gebracht door het stoppen van de ademhaling; parāyaṇāḥ — daartoe geneigd; apare — anderen; niyata — door beheerst te hebben; āhārāḥ — eten; prāṇān — de uitgaande lucht; prāṇeṣu — in de uitgaande lucht; juhvati — offeren.
''apāne'' — in de lucht die omlaag werkt; ''juhvati'' — offeren; ''prāṇam'' — de lucht die naar buiten werkt; ''prāṇe'' — in de lucht die naar buiten gaat; ''apānam'' — de lucht die omlaag gaat; ''tathā'' — en ook; ''apare'' — anderen; ''prāṇa'' — van de lucht die naar buiten gaat; ''apāna'' — en de lucht die omlaag gaat; ''gatī'' — de beweging; ''ruddhvā'' — tegenhoudend; ''prāṇa-āyāma'' — een toestand van diepe meditatie die teweeg is gebracht door het stoppen van de ademhaling; ''parāyaṇāḥ'' — daartoe geneigd; ''apare'' — anderen; ''niyata'' — door beheerst te hebben; ''āhārāḥ'' — eten; ''prāṇān'' — de uitgaande lucht; ''prāṇeṣu'' — in de uitgaande lucht; ''juhvati'' — offeren.
</div>
</div>


Line 28: Line 36:


<div class="purport">
<div class="purport">
Deze yogamethode om de adem te beheersen wordt prāṇāyāma genoemd en in het begin wordt het binnen het haṭha-yoga-systeem beoefend door verschillende zithoudingen aan te nemen. Al deze oefeningen worden aangeraden voor het beheersen van de zintuigen om vooruitgang te maken in spirituele bewustwording. Deze beoefening houdt in dat men de soorten lucht in het lichaam beheerst om op die manier hun stroomrichtingen om te draaien. De apāna-lucht gaat neerwaarts en de prāṇa-lucht opwaarts. De prāṇāyāma-yogī oefent het ademhalen in de tegengestelde richting, totdat de stromingen geneutraliseerd zijn in pūraka, evenwicht. Het offeren van de uitgeademde lucht in de ingeademde lucht word recaka genoemd. Wanneer de twee luchtstromen volledig gestopt zijn, spreekt men van kumbhaka-yoga. Door kumbhaka-yoga te beoefenen kan men zijn levensduur verlengen om perfectie te bereiken in spirituele bewustwording. De intelligente yogī is geïnteresseerd in het bereiken van perfectie in īīn leven, zonder te wachten op een volgende. Door kumbhaka-yoga te beoefenen, verlengen de yogī’s hun levensduur met vele, vele jaren.
Deze yogamethode om de adem te beheersen wordt ''prāṇāyāma'' genoemd en in het begin wordt het binnen het ''haṭha-yoga''-systeem beoefend door verschillende zit-houdingen aan te nemen. Al deze oefeningen worden aangeraden voor het beheersen van de zintuigen om vooruitgang te maken in spirituele bewustwording. Deze beoefening houdt in dat men de soorten lucht in het lichaam beheerst om op die manier hun stroomrichtingen om te draaien. De ''apāna''-lucht gaat neerwaarts en de ''prāṇa''-lucht opwaarts. De ''prāṇāyāma-yogī'' oefent het ademhalen in de tegengestelde richting, totdat de stromingen geneutraliseerd zijn in ''pūraka'', evenwicht. Het offeren van de uitgeademde lucht in de ingeademde lucht word ''recaka'' genoemd. Wanneer de twee luchtstromen volledig gestopt zijn, spreekt men van ''kumbhaka-yoga''. Door ''kumbhaka-yoga'' te beoefenen kan men zijn levensduur verlengen om perfectie te bereiken in spirituele bewustwording. De intelligente ''yogī'' is geïnteresseerd in het bereiken van perfectie in één leven, zonder te wachten op een volgende. Door ''kumbhaka-yoga'' te beoefenen, verlengen de ''yogī’s'' hun levensduur met vele, vele jaren.


Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon beheerst vanzelf zijn zintuigen, omdat hij altijd bezig is met transcendentale liefdedienst aan de Heer. Zijn zintuigen, die altijd bezig zijn met het dienen van Kṛṣṇa, krijgen geen kans om met iets anders bezig te zijn. Aan het eind van zijn leven wordt hij daarom natuurlijkerwijs overgebracht naar het transcendentale niveau van Heer Kṛṣṇa; daarom doet hij geen moeite om zijn levensduur te verlengen. De Bhagavad-gītā (14.26) stelt dat hij onmiddellijk verheven wordt tot het niveau van bevrijding:
Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon beheerst vanzelf zijn zintuigen, omdat hij altijd bezig is met transcendentale liefdedienst aan de Heer. Zijn zintuigen, die altijd bezig zijn met het dienen van Kṛṣṇa, krijgen geen kans om met iets anders bezig te zijn. Aan het eind van zijn leven wordt hij daarom natuurlijkerwijs overgebracht naar het transcendentale niveau van Heer Kṛṣṇa; daarom doet hij geen moeite om zijn levensduur te verlengen. De ''Bhagavad-gītā'' (14.26) stelt dat hij onmiddellijk verheven wordt tot het niveau van bevrijding:


:''māṁ ca yo ’vyabhicāreṇa, bhakti-yogena sevate''
:''māṁ ca yo ’vyabhicāreṇa''
:''sa guṇān samatītyaitān, brahma-bhūyāya kalpate''
:''bhakti-yogena sevate''
:''sa guṇān samatītyaitān''
:''brahma-bhūyāya kalpate''


‘Wie bezig is met onvermengde devotionele dienst aan de Heer, ontstijgt de hoedanigheden van de materiële natuur en wordt onmiddellijk verheven tot het spirituele niveau.’
‘Wie bezig is met onvermengde devotionele dienst aan de Heer, ontstijgt de hoedanigheden van de materiële natuur en wordt onmiddellijk verheven tot het spirituele niveau.’
Line 39: Line 49:
Een Kṛṣṇa-bewust persoon begint op het transcendentale niveau en hij bevindt zich voortdurend in dat bewustzijn. Hij valt daarom niet terug en uiteindelijk gaat hij zonder uitstel de woonplaats van de Heer binnen.
Een Kṛṣṇa-bewust persoon begint op het transcendentale niveau en hij bevindt zich voortdurend in dat bewustzijn. Hij valt daarom niet terug en uiteindelijk gaat hij zonder uitstel de woonplaats van de Heer binnen.


Het beoefenen van zelfbeheersing door te minderen met eten vindt vanzelf plaats wanneer men uitsluitend kṛṣṇa-prasāda eet, voedsel dat eerst aan de Heer is geofferd. Minder eten is zeer behulpzaam bij het beheersen van de zintuigen. Zonder het beheersen van de zintuigen is het onmogelijk om los te komen uit de materiële verstrikking.
Het beoefenen van zelfbeheersing door te minderen met eten vindt vanzelf plaats wanneer men uitsluitend ''kṛṣṇa-prasāda'' eet, voedsel dat eerst aan de Heer is geofferd. Minder eten is zeer behulpzaam bij het beheersen van de zintuigen. Zonder het beheersen van de zintuigen is het onmogelijk om los te komen uit de materiële verstrikking.
</div>
</div>



Latest revision as of 12:54, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 29

अपाने जुह्वति प्राणं प्राणेऽपानं तथापरे ।
प्राणापानगती रुद्ध्वा प्राणायामपरायणाः ।
अपरे नियताहाराः प्राणान्प्राणेषु जुह्वति ॥२९॥
apāne juhvati prāṇaṁ
prāṇe ’pānaṁ tathāpare
prāṇāpāna-gatī ruddhvā
prāṇāyāma-parāyaṇāḥ
apare niyatāhārāḥ
prāṇān prāṇeṣu juhvati

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

apāne — in de lucht die omlaag werkt; juhvati — offeren; prāṇam — de lucht die naar buiten werkt; prāṇe — in de lucht die naar buiten gaat; apānam — de lucht die omlaag gaat; tathā — en ook; apare — anderen; prāṇa — van de lucht die naar buiten gaat; apāna — en de lucht die omlaag gaat; gatī — de beweging; ruddhvā — tegenhoudend; prāṇa-āyāma — een toestand van diepe meditatie die teweeg is gebracht door het stoppen van de ademhaling; parāyaṇāḥ — daartoe geneigd; apare — anderen; niyata — door beheerst te hebben; āhārāḥ — eten; prāṇān — de uitgaande lucht; prāṇeṣu — in de uitgaande lucht; juhvati — offeren.

VERTALING

Weer anderen, die zich aangetrokken voelen tot de methode waarmee de adem kan worden beheerst om zo in een toestand van diepe meditatie te blijven, offeren de uitgaande beweging van de lucht in de binnengaande en de ingeademde lucht in de uitgeademde. Wanneer ze op die manier de ademhaling volledig stoppen, blijven ze uiteindelijk in een toestand van diepe meditatie. Anderen, die zich beperken in hun eten, offeren de uitgeademde lucht in die lucht zelf als een offergave.

COMMENTAAR

Deze yogamethode om de adem te beheersen wordt prāṇāyāma genoemd en in het begin wordt het binnen het haṭha-yoga-systeem beoefend door verschillende zit-houdingen aan te nemen. Al deze oefeningen worden aangeraden voor het beheersen van de zintuigen om vooruitgang te maken in spirituele bewustwording. Deze beoefening houdt in dat men de soorten lucht in het lichaam beheerst om op die manier hun stroomrichtingen om te draaien. De apāna-lucht gaat neerwaarts en de prāṇa-lucht opwaarts. De prāṇāyāma-yogī oefent het ademhalen in de tegengestelde richting, totdat de stromingen geneutraliseerd zijn in pūraka, evenwicht. Het offeren van de uitgeademde lucht in de ingeademde lucht word recaka genoemd. Wanneer de twee luchtstromen volledig gestopt zijn, spreekt men van kumbhaka-yoga. Door kumbhaka-yoga te beoefenen kan men zijn levensduur verlengen om perfectie te bereiken in spirituele bewustwording. De intelligente yogī is geïnteresseerd in het bereiken van perfectie in één leven, zonder te wachten op een volgende. Door kumbhaka-yoga te beoefenen, verlengen de yogī’s hun levensduur met vele, vele jaren.

Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon beheerst vanzelf zijn zintuigen, omdat hij altijd bezig is met transcendentale liefdedienst aan de Heer. Zijn zintuigen, die altijd bezig zijn met het dienen van Kṛṣṇa, krijgen geen kans om met iets anders bezig te zijn. Aan het eind van zijn leven wordt hij daarom natuurlijkerwijs overgebracht naar het transcendentale niveau van Heer Kṛṣṇa; daarom doet hij geen moeite om zijn levensduur te verlengen. De Bhagavad-gītā (14.26) stelt dat hij onmiddellijk verheven wordt tot het niveau van bevrijding:

māṁ ca yo ’vyabhicāreṇa
bhakti-yogena sevate
sa guṇān samatītyaitān
brahma-bhūyāya kalpate

‘Wie bezig is met onvermengde devotionele dienst aan de Heer, ontstijgt de hoedanigheden van de materiële natuur en wordt onmiddellijk verheven tot het spirituele niveau.’

Een Kṛṣṇa-bewust persoon begint op het transcendentale niveau en hij bevindt zich voortdurend in dat bewustzijn. Hij valt daarom niet terug en uiteindelijk gaat hij zonder uitstel de woonplaats van de Heer binnen.

Het beoefenen van zelfbeheersing door te minderen met eten vindt vanzelf plaats wanneer men uitsluitend kṛṣṇa-prasāda eet, voedsel dat eerst aan de Heer is geofferd. Minder eten is zeer behulpzaam bij het beheersen van de zintuigen. Zonder het beheersen van de zintuigen is het onmogelijk om los te komen uit de materiële verstrikking.