NL/BG 14.20: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 14| Hoofdstuk 14: De drie hoedanigheden van de materiële natuur]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 14| Hoofdstuk 14: De drie hoedanigheden van de materiële natuur]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 14.19| BG 14.19]] '''[[NL/BG 14.19|BG 14.19]] - [[NL/BG 14.21|BG 14.21]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 14.21| BG 14.21]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 14.19| BG 14.19]] '''[[NL/BG 14.19|BG 14.19]] - [[NL/BG 14.21|BG 14.21]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 14.21| BG 14.21]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 20 ====
==== VERS 20 ====
<div class="devanagari">
:गुणानेतानतीत्य त्रीन्देही देहसमुद्भवान् ।
:जन्ममृत्युजरादुःखैर्विमुक्तोऽमृतमश्नुते ॥२०॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''guṇān etān atītya trīn, dehī deha-samudbhavān''
:guṇān etān atītya trīn
:''janma-mṛtyu-jarā-duḥkhair, vimukto ’mṛtam aśnute''
:dehī deha-samudbhavān
 
:janma-mṛtyu-jarā-duḥkhair
:vimukto ’mṛtam aśnute
</div>
</div>


Line 15: Line 21:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
guṇān — hoedanigheden; etān — al deze; atītya — transcenderend; trīn — drie; dehī — de belichaamde; deha — het lichaam; samudbhavān — voortkomend uit; janma — van geboorte; mṛtyu — dood; jarā — en ouderdom; duḥkhaiḥ — de ellende; vimuktaḥ — bevrijd van; amṛtam — nectar; aśnute — hij geniet.
''guṇān'' — hoedanigheden; ''etān'' — al deze; ''atītya'' — transcenderend; ''trīn'' — drie; ''dehī'' — de belichaamde; ''deha'' — het lichaam; ''samudbhavān'' — voortkomend uit; ''janma'' — van geboorte; ''mṛtyu'' — dood; ''jarā'' — en ouderdom; ''duḥkhaiḥ'' — de ellende; ''vimuktaḥ'' — bevrijd van; ''amṛtam'' — nectar; ''aśnute'' — hij geniet.
</div>
</div>


Line 27: Line 33:


<div class="purport">
<div class="purport">
In dit vers wordt uitgelegd hoe men transcendentaal en volledig Kṛṣṇa-bewust kan blijven, zelfs al bevindt men zich in het lichaam. Het sanskrietwoord ‘dehī’ betekent ‘belichaamd’. Ook al bevindt men zich in een materieel lichaam, men kan door zijn vooruitgang in spirituele kennis vrijkomen van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur. Zelfs in dit lichaam kan men het geluk van het spirituele leven al ervaren en na het verlaten van zijn lichaam gaat men zeker naar de spirituele hemel. Maar men kan zelfs in dit lichaam al reëel spiritueel geluk ervaren. Met andere woorden, devotionele dienst in Kṛṣṇa-bewustzijn is het teken van bevrijding van materiële gebondenheid. Dit zal in het achttiende hoofdstuk worden uitgelegd. Wie bevrijd is van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur, kan met devotionele dienst beginnen.
In dit vers wordt uitgelegd hoe men transcendentaal en volledig Kṛṣṇa-bewust kan blijven, zelfs al bevindt men zich in het lichaam. Het sanskrietwoord ‘''dehī'' ’ betekent ‘belichaamd’. Ook al bevindt men zich in een materieel lichaam, men kan door zijn vooruitgang in spirituele kennis vrijkomen van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur. Zelfs in dit lichaam kan men het geluk van het spirituele leven al ervaren en na het verlaten van zijn lichaam gaat men zeker naar de spirituele hemel. Maar men kan zelfs in dit lichaam al reëel spiritueel geluk ervaren. Met andere woorden, devotionele dienst in Kṛṣṇa-bewustzijn is het teken van bevrijding van materiële gebondenheid. Dit zal in het achttiende hoofdstuk worden uitgelegd. Wie bevrijd is van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur, kan met devotionele dienst beginnen.
</div>
</div>



Latest revision as of 12:01, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 20

गुणानेतानतीत्य त्रीन्देही देहसमुद्भवान् ।
जन्ममृत्युजरादुःखैर्विमुक्तोऽमृतमश्नुते ॥२०॥
guṇān etān atītya trīn
dehī deha-samudbhavān
janma-mṛtyu-jarā-duḥkhair
vimukto ’mṛtam aśnute

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

guṇān — hoedanigheden; etān — al deze; atītya — transcenderend; trīn — drie; dehī — de belichaamde; deha — het lichaam; samudbhavān — voortkomend uit; janma — van geboorte; mṛtyu — dood; jarā — en ouderdom; duḥkhaiḥ — de ellende; vimuktaḥ — bevrijd van; amṛtam — nectar; aśnute — hij geniet.

VERTALING

Wanneer het belichaamde levend wezen in staat is te ontstijgen aan deze drie hoedanigheden die in verband staan met het materiële lichaam, dan kan het bevrijd raken van geboorte, dood, ouderdom en de ellende daarvan en kan het zelfs in dit leven al van nectar genieten.

COMMENTAAR

In dit vers wordt uitgelegd hoe men transcendentaal en volledig Kṛṣṇa-bewust kan blijven, zelfs al bevindt men zich in het lichaam. Het sanskrietwoord ‘dehī ’ betekent ‘belichaamd’. Ook al bevindt men zich in een materieel lichaam, men kan door zijn vooruitgang in spirituele kennis vrijkomen van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur. Zelfs in dit lichaam kan men het geluk van het spirituele leven al ervaren en na het verlaten van zijn lichaam gaat men zeker naar de spirituele hemel. Maar men kan zelfs in dit lichaam al reëel spiritueel geluk ervaren. Met andere woorden, devotionele dienst in Kṛṣṇa-bewustzijn is het teken van bevrijding van materiële gebondenheid. Dit zal in het achttiende hoofdstuk worden uitgelegd. Wie bevrijd is van de invloed van de hoedanigheden van de materiële natuur, kan met devotionele dienst beginnen.