NL/Prabhupada 0304 - Maya kan het allerhoogste geheel niet bedekken: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0304 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,15}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Seattle]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Seattle]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0303 - Transcendentaal; "Je bent er boven"|0303|NL/Prabhupada 0305 - We zeggen God is dood. Dus moeten we onze ogen vrijmaken van deze illusie|0305}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|F2EPtTEZvCM|Maya kan de Allerhoogste niet bedekken<br />- Prabhupāda 0304 }}
{{youtube_right|dQNW1VgTpXM|Maya kan het allerhoogste geheel niet bedekken<br />- Prabhupāda 0304 }}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681002LE.SEA_clip5.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681002LE.SEA_clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:
Prabhupāda: Ga door.  
Prabhupāda: Ga door.  


Tamala Kṛṣṇa: "Deze gelijktijdige eenheid en verschillendheid bestaat altijd in de relatie tussen de levende wezens en de Allerhoogste Ziel. " Prabhupāda: Nu in dit geval, neem hetzelfde voorbeeld, land. Iemand zegt: "Oh, ik zag dat gebied als water." En iemand zegt: "Nee, ik zag dat gebied als land." Dus tezelfdertijd is het gelijk en verschillend. Tegelijkertijd gelijk en verschillend. Onze positie is ... Omdat we een spirituele ziel zijn, en Kṛṣṇa is ziel ... Hij is de complete ziel en ik ben onderdeel van die ziel. Net als de zon, de zon, en de zonneschijn, de moleculen van schijnende deeltjes zijn ook zonlicht. De combinatie van deze deeltjes van de zon geven ons de zonnestralen. Dus we schijnen ook, net als de deeltjes van de zonneschijn, maar we zijn niet gelijk aan de volledige zon. De gloeiende deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, is niet gelijk aan de hoeveelheid van de zon, maar in kwaliteit zijn ze dezelfde. Zo dus ook wij levende entiteiten wij zijn kleine deeltjes van die grootste spirituele ziel, Kṛṣṇa of God. Daarom schitteren wij ook. Wij zijn van dezelfde kwaliteit. Net als een klein deeltje van goud ook goud is. Het is geen ijzer. In dezelfde manier zijn wij spirituele ziel; Daarom zijn wij één. Maar omdat ik klein ben ... Net als in het voorbeeld. Aangezien de marginale portie zeer klein is, wordt ze soms overspoeld met water. Maar de grote oppervlakte van het land, is zonder enig water. Op dezelfde manier kan māyā de kleine deeltjes van de spirituele ziel bedekken, maar māyā kan niet de allerhoogste bedekken. Net als hetzelfde voorbeeld, de lucht, de zonneschijn. De zonneschijn, onderdeel van de zon, is bedekt met wolken. Maar als je met het vliegtuig gaat, en je vliegt boven de wolken, zal je zien dat de zonneschijn eigenlijk niet bedekt is door wolken. De wolk kan de zon niet bedekken. Op dezelfde manier kan māyā de allerhoogste ziel niet bedekken. Māyā kan betrekking hebben op de kleine deeltjes van Brahman. De Māyāvāda theorie is dat: "Ik ben nu bedekt door Maya. Zodra ik onbedekt ben, word ik één met het geheel ..." Wij zijn één met het geheel. Net zoals de zonneschijn en de zon, is er geen verschil in kwaliteit. Waar er zon is, is zonneschijn, maar de kleine deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn niet gelijk aan de gehele zon. Dat wordt beschreven door Caitanya Mahāprabhu in dit hoofdstuk.  
Tamāla Kṛṣṇa: "Dit tegelijk één en verschillend zijn bestaat altijd in de relatie tussen de levende wezens en de Allerhoogste Ziel."  
 
Prabhupāda: Nu, dit tegelijk één en verschillend zijn, neem het voorbeeld van het land. Iemand zegt: "Oh, ik zag dat deel is water." En iemand zegt: "Nee, ik zag dat deel is land." Dus tegelijk één en verschillend. Onze positie is ... Omdat we een spirituele ziel zijn, en Kṛṣṇa, God, is spirituele ziel ... Hij is de complete spirituele ziel en ik een deeltje van die ziel. Net als de zon, de zonnebol, en de zonneschijn, de moleculen van schijnende deeltjes zijn ook zonlicht. De combinatie van deze atomaire deeltjes van de zonneschijn geven ons de zonnestralen. Dus wij schijnen ook, net als de deeltjes van de zonnebol, maar we zijn niet gelijk aan de volledige zon. De schijnende deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn niet gelijk aan de hoeveelheid van de zonnebol, maar in kwaliteit zijn ze dezelfde.  
 
Vergelijkbaar zijn ook wij, de levende wezens, minuscule deeltjes van de allerhoogste spirituele ziel Kṛṣṇa of God. Daarom stralen wij ook. Wij zijn van dezelfde kwaliteit. Net als een klein stukje goud ook goud is. Het is geen ijzer. Vergelijkbaar, wij zijn spirituele ziel; daarom zijn wij één. Maar omdat ik minuscuul ben ... Net als in het voorbeeld. Omdat het marginale gedeelte heel klein is wordt die soms overspoeld met water. Maar de grote oppervlakte van het land is zonder enig water. Vergelijkbaar kan māyā de minuscule deeltjes van de spirituele ziel bedekken, maar māyā kan niet het allerhoogste geheel bedekken. Net als hetzelfde voorbeeld, de lucht, de zonneschijn. Een deel van de zonneschijn is bedekt met wolken. Maar als je met het vliegtuig boven de wolken gaat zal je zien dat de zonneschijn niet bedekt is door wolken. De wolk kan de gehele zon niet bedekken. Vergelijkbaar kan māyā het allerhoogste geheel niet bedekken. Māyā kan de kleine deeltjes van Brahman bedekken. De Māyāvādi theorie dat: "Ik ben nu bedekt door māyā. Zodra ik niet meer bedekt ben word ik één met het geheel." Wij zijn één met het geheel op dezelfde manier. Net zoals de zonneschijn en de zonnnebol, er is geen verschil in kwaliteit. Waar er zon is, is zonneschijn, maar de kleine deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn nooit gelijk aan de gehele zonnebol. Dat wordt beschreven door Caitanya Mahāprabhu in dit hoofdstuk.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:10, 1 October 2020



Lecture -- Seattle, October 2, 1968

Prabhupāda: Ga door.

Tamāla Kṛṣṇa: "Dit tegelijk één en verschillend zijn bestaat altijd in de relatie tussen de levende wezens en de Allerhoogste Ziel."

Prabhupāda: Nu, dit tegelijk één en verschillend zijn, neem het voorbeeld van het land. Iemand zegt: "Oh, ik zag dat deel is water." En iemand zegt: "Nee, ik zag dat deel is land." Dus tegelijk één en verschillend. Onze positie is ... Omdat we een spirituele ziel zijn, en Kṛṣṇa, God, is spirituele ziel ... Hij is de complete spirituele ziel en ik een deeltje van die ziel. Net als de zon, de zonnebol, en de zonneschijn, de moleculen van schijnende deeltjes zijn ook zonlicht. De combinatie van deze atomaire deeltjes van de zonneschijn geven ons de zonnestralen. Dus wij schijnen ook, net als de deeltjes van de zonnebol, maar we zijn niet gelijk aan de volledige zon. De schijnende deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn niet gelijk aan de hoeveelheid van de zonnebol, maar in kwaliteit zijn ze dezelfde.

Vergelijkbaar zijn ook wij, de levende wezens, minuscule deeltjes van de allerhoogste spirituele ziel Kṛṣṇa of God. Daarom stralen wij ook. Wij zijn van dezelfde kwaliteit. Net als een klein stukje goud ook goud is. Het is geen ijzer. Vergelijkbaar, wij zijn spirituele ziel; daarom zijn wij één. Maar omdat ik minuscuul ben ... Net als in het voorbeeld. Omdat het marginale gedeelte heel klein is wordt die soms overspoeld met water. Maar de grote oppervlakte van het land is zonder enig water. Vergelijkbaar kan māyā de minuscule deeltjes van de spirituele ziel bedekken, maar māyā kan niet het allerhoogste geheel bedekken. Net als hetzelfde voorbeeld, de lucht, de zonneschijn. Een deel van de zonneschijn is bedekt met wolken. Maar als je met het vliegtuig boven de wolken gaat zal je zien dat de zonneschijn niet bedekt is door wolken. De wolk kan de gehele zon niet bedekken. Vergelijkbaar kan māyā het allerhoogste geheel niet bedekken. Māyā kan de kleine deeltjes van Brahman bedekken. De Māyāvādi theorie dat: "Ik ben nu bedekt door māyā. Zodra ik niet meer bedekt ben word ik één met het geheel." Wij zijn één met het geheel op dezelfde manier. Net zoals de zonneschijn en de zonnnebol, er is geen verschil in kwaliteit. Waar er zon is, is zonneschijn, maar de kleine deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn nooit gelijk aan de gehele zonnebol. Dat wordt beschreven door Caitanya Mahāprabhu in dit hoofdstuk.