NL/BG 17.2: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 17| Hoofdstuk 17: De vormen van geloof]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 17| Hoofdstuk 17: De vormen van geloof]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 17.1| BG 17.1]] '''[[NL/BG 17.1|BG 17.1]] - [[NL/BG 17.3|BG 17.3]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 17.3| BG 17.3]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 17.1| BG 17.1]] '''[[NL/BG 17.1|BG 17.1]] - [[NL/BG 17.3|BG 17.3]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 17.3| BG 17.3]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 2 ==== | ==== VERS 2 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:श्रीभगवानुवाच । | |||
:त्रिविधा भवति श्रद्धा देहिनां सा स्वभावजा । | |||
:सात्त्विकी राजसी चैव तामसी चेति तां शृणु ॥२॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :śrī-bhagavān uvāca | ||
:tri-vidhā bhavati śraddhā | |||
:dehināṁ sā svabhāva-jā | |||
:sāttvikī rājasī caiva | |||
:tāmasī ceti tāṁ śṛṇu | |||
</div> | </div> | ||
Line 16: | Line 25: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
śrī-bhagavān uvāca — de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; tri-vidhā — in drie soorten; bhavati — wordt; śraddhā — het geloof; dehinām — van de belichaamde; sā — dat; sva-bhāva-jā — overeenkomstig de hoedanigheid van de materiële natuur waar hij zich in bevindt; sāttvikī — in de hoedanigheid goedheid; rājasī — in de hoedanigheid hartstocht; ca — en; eva — zeker; tāmasī — in de hoedanigheid onwetendheid; ca — en; iti — zo; tām — dat; śṛṇu — hoor van Mij. | ''śrī-bhagavān uvāca'' — de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; ''tri-vidhā'' — in drie soorten; ''bhavati'' — wordt; ''śraddhā'' — het geloof; ''dehinām'' — van de belichaamde; ''sā'' — dat; ''sva-bhāva-jā'' — overeenkomstig de hoedanigheid van de materiële natuur waar hij zich in bevindt; ''sāttvikī'' — in de hoedanigheid goedheid; ''rājasī'' — in de hoedanigheid hartstocht; ''ca'' — en; ''eva'' — zeker; ''tāmasī'' — in de hoedanigheid onwetendheid; ''ca'' — en; ''iti'' — zo; ''tām'' — dat; ''śṛṇu'' — hoor van Mij. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 12:12, 28 June 2018
VERS 2
- श्रीभगवानुवाच ।
- त्रिविधा भवति श्रद्धा देहिनां सा स्वभावजा ।
- सात्त्विकी राजसी चैव तामसी चेति तां शृणु ॥२॥
- śrī-bhagavān uvāca
- tri-vidhā bhavati śraddhā
- dehināṁ sā svabhāva-jā
- sāttvikī rājasī caiva
- tāmasī ceti tāṁ śṛṇu
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
śrī-bhagavān uvāca — de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; tri-vidhā — in drie soorten; bhavati — wordt; śraddhā — het geloof; dehinām — van de belichaamde; sā — dat; sva-bhāva-jā — overeenkomstig de hoedanigheid van de materiële natuur waar hij zich in bevindt; sāttvikī — in de hoedanigheid goedheid; rājasī — in de hoedanigheid hartstocht; ca — en; eva — zeker; tāmasī — in de hoedanigheid onwetendheid; ca — en; iti — zo; tām — dat; śṛṇu — hoor van Mij.
VERTALING
De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Naargelang de hoedanigheden van de materiële natuur die de belichaamde ziel verworven heeft, kan iemands geloof drievoudig zijn: in goedheid, in hartstocht of in onwetendheid. Luister nu naar wat Ik hierover te zeggen heb.
COMMENTAAR
Zij die de regels en bepalingen van de heilige teksten kennen, maar ze uit luiheid of lusteloosheid niet meer volgen, worden door de hoedanigheden van de materiële natuur beheerst. Overeenkomstig hun vroegere activiteiten in de hoedanigheden goedheid, hartstocht of onwetendheid, verwerven ze zich een aard die bij een bepaalde kwaliteit hoort. Het contact tussen het levend wezen en de verschillende hoedanigheden van de materiële natuur is al een eeuwigheid aan de gang; vanaf het moment dat het levend wezen in aanraking kwam met de materiële natuur, heeft het verschillende mentaliteiten aangenomen overeenkomstig het contact dat het met de materiële hoedanigheden had. Maar deze aard kan men veranderen door met een bonafide spiritueel leraar om te gaan en zich neer te leggen bij zijn regels en die van de heilige teksten. Geleidelijk aan kan iemand zijn positie veranderen, van onwetendheid naar goedheid of van hartstocht naar goedheid.
De conclusie is dat een blind geloof volgens een bepaalde hoedanigheid van de materiële natuur iemand niet kan helpen het niveau van perfectie te bereiken. Men moet de dingen met behulp van zijn intelligentie en in het gezelschap van een bonafide spiritueel leraar zorgvuldig overwegen. Op die manier kan men van positie veranderen en naar een hogere hoedanigheid van de materiële natuur overgaan.