NL/BG 18.35: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 18| Hoofdstuk 18: Conclusie: De volmaaktheid van onthechting]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 18| Hoofdstuk 18: Conclusie: De volmaaktheid van onthechting]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 18.34| BG 18.34]] '''[[NL/BG 18.34|BG 18.34]] - [[NL/BG 18.36|BG 18.36]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 18.36| BG 18.36]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 18.34| BG 18.34]] '''[[NL/BG 18.34|BG 18.34]] - [[NL/BG 18.36|BG 18.36]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 18.36| BG 18.36]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 35 ==== | ==== VERS 35 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:यया स्वप्नं भयं शोकं विषादं मदमेव च । | |||
:न विमुञ्चति दुर्मेधा धृतिः सा पार्थ तामसी ॥३५॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :yayā svapnaṁ bhayaṁ śokaṁ | ||
: | :viṣādaṁ madam eva ca | ||
:na vimuñcati durmedhā | |||
:dhṛtiḥ sā pārtha tāmasī | |||
</div> | </div> | ||
Line 15: | Line 21: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
yayā — waarmee; svapnam — dromen; bhayam — angst; śokam — geklaag; viṣādam — neerslachtigheid; madam — illusie; eva — zeker; ca — en; na — nooit; vimuñcati — men geeft op; durmedhā — onintelligente; dhṛtiḥ — vastberadenheid; sā — die; pārtha — o zoon van Pṛthā; tāmasī — in de hoedanigheid onwetendheid. | ''yayā'' — waarmee; ''svapnam'' — dromen; ''bhayam'' — angst; ''śokam'' — geklaag; ''viṣādam'' — neerslachtigheid; ''madam'' — illusie; ''eva'' — zeker; ''ca'' — en; ''na'' — nooit; ''vimuñcati'' — men geeft op; ''durmedhā'' — onintelligente; ''dhṛtiḥ'' — vastberadenheid; ''sā'' — die; ''pārtha'' — o zoon van Pṛthā; ''tāmasī'' — in de hoedanigheid onwetendheid. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 12:20, 28 June 2018
VERS 35
- यया स्वप्नं भयं शोकं विषादं मदमेव च ।
- न विमुञ्चति दुर्मेधा धृतिः सा पार्थ तामसी ॥३५॥
- yayā svapnaṁ bhayaṁ śokaṁ
- viṣādaṁ madam eva ca
- na vimuñcati durmedhā
- dhṛtiḥ sā pārtha tāmasī
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
yayā — waarmee; svapnam — dromen; bhayam — angst; śokam — geklaag; viṣādam — neerslachtigheid; madam — illusie; eva — zeker; ca — en; na — nooit; vimuñcati — men geeft op; durmedhā — onintelligente; dhṛtiḥ — vastberadenheid; sā — die; pārtha — o zoon van Pṛthā; tāmasī — in de hoedanigheid onwetendheid.
VERTALING
En die vastberadenheid die niet verder gaat dan gedroom, angst, geklaag, neerslachtigheid en illusie, zulke onintelligente vastberadenheid, o zoon van Pṛthā, is in de hoedanigheid duisternis.
COMMENTAAR
Hieruit moet niet worden afgeleid dat iemand in de hoedanigheid goedheid nooit droomt. ‘Dromen’ duidt hier op te veel slaap. Dromen is iets dat altijd aanwezig is; zowel in de hoedanigheid goedheid als in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid is dromen een natuurlijk verschijnsel. Maar zij die niet kunnen afzien van lang slapen en die niet kunnen vermijden zich de trotse genieter van materiële objecten te voelen, die er altijd van dromen de baas te spelen over de materiële wereld en van wie de levenskracht, geest en zintuigen zich daarvoor inspannen, worden beschouwd als personen met een vastberadenheid in de hoedanigheid onwetendheid.