NL/BG 2.25: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 1: Line 1:
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 2|N25]]
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 2|N25]]
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gita zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 2| Hoofdstuk 2: Samenvatting van de Gita]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā  zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 2| Hoofdstuk 2: Samenvatting van de Gita]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 2.24| BG 2.24]] '''[[NL/BG 2.24|BG 2.24]] - [[NL/BG 2.26|BG 2.26]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 2.26| BG 2.26]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 2.24| BG 2.24]] '''[[NL/BG 2.24|BG 2.24]] - [[NL/BG 2.26|BG 2.26]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 2.26| BG 2.26]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== TEXT 25 ====
==== VERS 25 ====
 
<div class="devanagari">
:अव्यक्तोऽयमचिन्त्योऽयमविकार्योऽयमुच्यते ।
:तस्मादेवं विदित्वैनं नानुशोचितुमर्हसि ॥२५॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''avyakto ’yam acintyo ’yam, avikāryo ’yam ucyate''
:avyakto ’yam acintyo ’yam
:''tasmād evaṁ viditvainaṁ, nānuśocitum arhasi''
:avikāryo ’yam ucyate
 
:tasmād evaṁ viditvainaṁ
:nānuśocitum arhasi
</div>
</div>


==== Synoniemen ====
==== WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN ====


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
avyaktaḥ — onzichtbaar; ayam — deze ziel; acintyaḥ — onvoorstelbaar; ayam — deze ziel; avikāryaḥ — onveranderlijk; ayam — deze ziel; ucyate — wordt gezegd; tasmāt — daarom; evam — zo; viditvā — het goed wetend; enam — deze ziel; na — niet; anuśocitum — treuren; arhasi — je moet.
''avyaktaḥ'' — onzichtbaar; ''ayam'' — deze ziel; ''acintyaḥ'' — onvoorstelbaar; ''ayam'' — deze ziel; ''avikāryaḥ'' — onveranderlijk; ''ayam'' — deze ziel; ''ucyate'' — wordt gezegd; ''tasmāt'' — daarom; ''evam'' — zo; ''viditvā'' — het goed wetend; ''enam'' — deze ziel; ''na'' — niet; ''anuśocitum'' — treuren; ''arhasi'' — je moet.
</div>
</div>


==== Vertaling ====
==== VERTALING  ====


<div class="translation">
<div class="translation">
Line 24: Line 30:
</div>
</div>


==== Commentaar ====
==== COMMENTAAR ====


<div class="purport">
<div class="purport">
Zoals al eerder is beschreven, is de ziel naar onze materiële maatstaven gemeten zo klein, dat ze zelfs door de krachtigste microscoop niet kan worden waargenomen; daarom is ze onzichtbaar. Wat betreft het bestaan van de ziel, zonder bewijs van de śruti, de Vedische wijsheid, kan niemand haar bestaan experimenteel vaststellen. We moeten deze waarheid aanvaarden, omdat er geen andere bron is om het bestaan van de ziel vast te stellen, ook al is het een waarneembaar feit. Er zijn veel dingen die we enkel en alleen op grond van hoger gezag moeten aanvaarden. Niemand kan het bestaan van zijn vader ontkennen op basis van het gezag van zijn moeder. Er bestaat geen andere bron om de identiteit van de vader vast te stellen dan het gezag van de moeder. Op dezelfde manier bestaat er geen andere mogelijkheid om de ziel te begrijpen dan door het bestuderen van de Veda’s. Met andere woorden, door experimentele, menselijke kennis kan men zich geen voorstelling maken van de ziel. De ziel is bewustzijn en bewust; ook dat wordt in de Veda’s verklaard en we moeten het aanvaarden.
Zoals al eerder is beschreven, is de ziel naar onze materiële maatstaven gemeten zo klein, dat ze zelfs door de krachtigste microscoop niet kan worden waargenomen; daarom is ze onzichtbaar. Wat betreft het bestaan van de ziel, zonder bewijs van de ''śruti'', de Vedische wijsheid, kan niemand haar bestaan experimenteel vaststellen. We moeten deze waarheid aanvaarden, omdat er geen andere bron is om het bestaan van de ziel vast te stellen, ook al is het een waarneembaar feit. Er zijn veel dingen die we enkel en alleen op grond van hoger gezag moeten aanvaarden. Niemand kan het bestaan van zijn vader ontkennen op basis van het gezag van zijn moeder. Er bestaat geen andere bron om de identiteit van de vader vast te stellen dan het gezag van de moeder. Op dezelfde manier bestaat er geen andere mogelijkheid om de ziel te begrijpen dan door het bestuderen van de Veda’s. Met andere woorden, door experimentele, menselijke kennis kan men zich geen voorstelling maken van de ziel. De ziel is bewustzijn en bewust; ook dat wordt in de Veda’s verklaard en we moeten het aanvaarden.


In tegenstelling tot de veranderingen van het lichaam, vinden er in de ziel geen veranderingen plaats. Omdat ze eeuwig onveranderlijk is, blijft de ziel een atoom in vergelijking met de oneindige Allerhoogste Ziel. De Allerhoogste Ziel is oneindig groot en de atomische ziel is oneindig klein. Omdat de oneindig kleine ziel onveranderlijk is, kan ze nooit gelijk worden aan de oneindig grote ziel, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Dit concept van de ziel wordt in de Veda’s op verschillende manieren herhaald om de bestendigheid van dit concept te benadrukken. Herhaling is noodzakelijk, omdat we op die manier een bepaald onderwerp grondig en zonder misvattingen kunnen begrijpen.
In tegenstelling tot de veranderingen van het lichaam, vinden er in de ziel geen veranderingen plaats. Omdat ze eeuwig onveranderlijk is, blijft de ziel een atoom in vergelijking met de oneindige Allerhoogste Ziel. De Allerhoogste Ziel is oneindig groot en de atomische ziel is oneindig klein. Omdat de oneindig kleine ziel onveranderlijk is, kan ze nooit gelijk worden aan de oneindig grote ziel, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Dit concept van de ziel wordt in de Veda’s op verschillende manieren herhaald om de bestendigheid van dit concept te benadrukken. Herhaling is noodzakelijk, omdat we op die manier een bepaald onderwerp grondig en zonder misvattingen kunnen begrijpen.

Latest revision as of 12:31, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 25

अव्यक्तोऽयमचिन्त्योऽयमविकार्योऽयमुच्यते ।
तस्मादेवं विदित्वैनं नानुशोचितुमर्हसि ॥२५॥
avyakto ’yam acintyo ’yam
avikāryo ’yam ucyate
tasmād evaṁ viditvainaṁ
nānuśocitum arhasi

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

avyaktaḥ — onzichtbaar; ayam — deze ziel; acintyaḥ — onvoorstelbaar; ayam — deze ziel; avikāryaḥ — onveranderlijk; ayam — deze ziel; ucyate — wordt gezegd; tasmāt — daarom; evam — zo; viditvā — het goed wetend; enam — deze ziel; na — niet; anuśocitum — treuren; arhasi — je moet.

VERTALING

Er wordt gezegd dat de ziel onzichtbaar, onvoorstelbaar en onveranderlijk is. Wanneer je dit weet, moet je niet treuren om het lichaam.

COMMENTAAR

Zoals al eerder is beschreven, is de ziel naar onze materiële maatstaven gemeten zo klein, dat ze zelfs door de krachtigste microscoop niet kan worden waargenomen; daarom is ze onzichtbaar. Wat betreft het bestaan van de ziel, zonder bewijs van de śruti, de Vedische wijsheid, kan niemand haar bestaan experimenteel vaststellen. We moeten deze waarheid aanvaarden, omdat er geen andere bron is om het bestaan van de ziel vast te stellen, ook al is het een waarneembaar feit. Er zijn veel dingen die we enkel en alleen op grond van hoger gezag moeten aanvaarden. Niemand kan het bestaan van zijn vader ontkennen op basis van het gezag van zijn moeder. Er bestaat geen andere bron om de identiteit van de vader vast te stellen dan het gezag van de moeder. Op dezelfde manier bestaat er geen andere mogelijkheid om de ziel te begrijpen dan door het bestuderen van de Veda’s. Met andere woorden, door experimentele, menselijke kennis kan men zich geen voorstelling maken van de ziel. De ziel is bewustzijn en bewust; ook dat wordt in de Veda’s verklaard en we moeten het aanvaarden.

In tegenstelling tot de veranderingen van het lichaam, vinden er in de ziel geen veranderingen plaats. Omdat ze eeuwig onveranderlijk is, blijft de ziel een atoom in vergelijking met de oneindige Allerhoogste Ziel. De Allerhoogste Ziel is oneindig groot en de atomische ziel is oneindig klein. Omdat de oneindig kleine ziel onveranderlijk is, kan ze nooit gelijk worden aan de oneindig grote ziel, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Dit concept van de ziel wordt in de Veda’s op verschillende manieren herhaald om de bestendigheid van dit concept te benadrukken. Herhaling is noodzakelijk, omdat we op die manier een bepaald onderwerp grondig en zonder misvattingen kunnen begrijpen.