NL/BG 5.13: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 5| Hoofdstuk 5: Karma Yoga: Activiteit in Krsna-bewustzijn]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 5| Hoofdstuk 5: Karma Yoga: Activiteit in Krsna-bewustzijn]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 5.12| BG 5.12]] '''[[NL/BG 5.12|BG 5.12]] - [[NL/BG 5.14|BG 5.14]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 5.14| BG 5.14]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 5.12| BG 5.12]] '''[[NL/BG 5.12|BG 5.12]] - [[NL/BG 5.14|BG 5.14]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 5.14| BG 5.14]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 13 ====
==== VERS 13 ====
<div class="devanagari">
:सर्वकर्माणि मनसा संन्यस्यास्ते सुखं वशी ।
:नवद्वारे पुरे देही नैव कुर्वन्न कारयन् ॥१३॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''sarva-karmāṇi manasā, sannyasyāste sukhaṁ vaśī''
:sarva-karmāṇi manasā
:''nava-dvāre pure dehī, naiva kurvan na kārayan''
:sannyasyāste sukhaṁ vaśī
 
:nava-dvāre pure dehī
:naiva kurvan na kārayan
</div>
</div>


Line 15: Line 21:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
sarva — alle; karmāṇi — activiteiten; manasā — door de geest; sannyasya — opgevend; āste — verblijft; sukham — vreugdevol; vaśī — iemand met zelfbeheersing; nava-dvāre — in de plaats waar negen poorten zijn; pure — in de stad; dehī — de belichaamde ziel; na — nooit; eva — zeker; kurvan — iets doen; na — niet; kārayan — aanzetten tot doen.
''sarva'' — alle; ''karmāṇi'' — activiteiten; ''manasā'' — door de geest; ''sannyasya'' — opgevend; ''āste'' — verblijft; ''sukham'' — vreugdevol; ''vaśī'' — iemand met zelfbeheersing; ''nava-dvāre'' — in de plaats waar negen poorten zijn; ''pure'' — in de stad; ''dehī'' — de belichaamde ziel; ''na'' — nooit; ''eva'' — zeker; ''kurvan'' — iets doen; ''na'' — niet; ''kārayan'' — aanzetten tot doen.
</div>
</div>


Line 29: Line 35:
De belichaamde ziel leeft in de stad met negen poorten. De activiteiten van het lichaam, de figuurlijke stad van het lichaam, worden automatisch uitgevoerd door de bepaalde hoedanigheden van de materiële natuur waardoor het lichaam beïnvloed wordt. Hoewel de ziel zich aan de conditioneringen van het lichaam onderwerpt, kan ze, als ze dat wil, hieraan ontstijgen. Alleen omdat de ziel haar hogere natuur vergeten is, identificeert ze zich met het materiële lichaam en lijdt ze. Door Kṛṣṇa-bewustzijn kan ze haar werkelijke positie weer innemen en ze zal daardoor vrijkomen uit haar belichaming. Vandaar dat iemand die zich op het Kṛṣṇa-bewustzijn toelegt, zich onmiddellijk volkomen afzijdig houdt van lichamelijke activiteiten. Tijdens zo’n beheerst leven, waarin hij andere doeleinden nastreeft, leeft hij in de stad met de negen poorten en is gelukkig. De negen poorten worden als volgt beschreven:
De belichaamde ziel leeft in de stad met negen poorten. De activiteiten van het lichaam, de figuurlijke stad van het lichaam, worden automatisch uitgevoerd door de bepaalde hoedanigheden van de materiële natuur waardoor het lichaam beïnvloed wordt. Hoewel de ziel zich aan de conditioneringen van het lichaam onderwerpt, kan ze, als ze dat wil, hieraan ontstijgen. Alleen omdat de ziel haar hogere natuur vergeten is, identificeert ze zich met het materiële lichaam en lijdt ze. Door Kṛṣṇa-bewustzijn kan ze haar werkelijke positie weer innemen en ze zal daardoor vrijkomen uit haar belichaming. Vandaar dat iemand die zich op het Kṛṣṇa-bewustzijn toelegt, zich onmiddellijk volkomen afzijdig houdt van lichamelijke activiteiten. Tijdens zo’n beheerst leven, waarin hij andere doeleinden nastreeft, leeft hij in de stad met de negen poorten en is gelukkig. De negen poorten worden als volgt beschreven:


:''nava-dvāre pure dehī, haṁso lelāyate bahiḥ''
:''nava-dvāre pure dehī''
:''vaśī sarvasya lokasya, sthāvarasya carasya ca''
:''haṁso lelāyate bahiḥ''
:''vaśī sarvasya lokasya''
:''sthāvarasya carasya ca''


‘De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in het lichaam van het levend wezen leeft, is de bestuurder van alle levende wezens in het hele universum. Het lichaam heeft negen poorten [twee ogen, twee neusgaten, twee oren, een mond, de anus en het geslachtsdeel]. In de geconditioneerde toestand identificeert het levend wezen zich met het lichaam, maar wanneer het zich met de Heer in zichzelf identificeert, wordt het net zo vrij als de Heer, zelfs al bevindt het zich in het lichaam.’ (Śvetāśvatara Upaniṣad 3.18)
‘De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in het lichaam van het levend wezen leeft, is de bestuurder van alle levende wezens in het hele universum. Het lichaam heeft negen poorten [twee ogen, twee neusgaten, twee oren, een mond, de anus en het geslachtsdeel]. In de geconditioneerde toestand identificeert het levend wezen zich met het lichaam, maar wanneer het zich met de Heer in zichzelf identificeert, wordt het net zo vrij als de Heer, zelfs al bevindt het zich in het lichaam.’ (''Śvetāśvatara Upaniṣad'' 3.18)


Een Kṛṣṇa-bewust persoon is daarom vrij van zowel de externe als de interne activiteiten van het materiële lichaam.
Een Kṛṣṇa-bewust persoon is daarom vrij van zowel de externe als de interne activiteiten van het materiële lichaam.

Latest revision as of 13:00, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 13

सर्वकर्माणि मनसा संन्यस्यास्ते सुखं वशी ।
नवद्वारे पुरे देही नैव कुर्वन्न कारयन् ॥१३॥
sarva-karmāṇi manasā
sannyasyāste sukhaṁ vaśī
nava-dvāre pure dehī
naiva kurvan na kārayan

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

sarva — alle; karmāṇi — activiteiten; manasā — door de geest; sannyasya — opgevend; āste — verblijft; sukham — vreugdevol; vaśī — iemand met zelfbeheersing; nava-dvāre — in de plaats waar negen poorten zijn; pure — in de stad; dehī — de belichaamde ziel; na — nooit; eva — zeker; kurvan — iets doen; na — niet; kārayan — aanzetten tot doen.

VERTALING

Wanneer het belichaamde levend wezen zijn natuur beheerst en zich in zijn geest onthecht van alle activiteiten, dan verblijft het blijmoedig in de stad met negen poorten [het materiële lichaam], zonder activiteiten te verrichten of te veroorzaken.

COMMENTAAR

De belichaamde ziel leeft in de stad met negen poorten. De activiteiten van het lichaam, de figuurlijke stad van het lichaam, worden automatisch uitgevoerd door de bepaalde hoedanigheden van de materiële natuur waardoor het lichaam beïnvloed wordt. Hoewel de ziel zich aan de conditioneringen van het lichaam onderwerpt, kan ze, als ze dat wil, hieraan ontstijgen. Alleen omdat de ziel haar hogere natuur vergeten is, identificeert ze zich met het materiële lichaam en lijdt ze. Door Kṛṣṇa-bewustzijn kan ze haar werkelijke positie weer innemen en ze zal daardoor vrijkomen uit haar belichaming. Vandaar dat iemand die zich op het Kṛṣṇa-bewustzijn toelegt, zich onmiddellijk volkomen afzijdig houdt van lichamelijke activiteiten. Tijdens zo’n beheerst leven, waarin hij andere doeleinden nastreeft, leeft hij in de stad met de negen poorten en is gelukkig. De negen poorten worden als volgt beschreven:

nava-dvāre pure dehī
haṁso lelāyate bahiḥ
vaśī sarvasya lokasya
sthāvarasya carasya ca

‘De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in het lichaam van het levend wezen leeft, is de bestuurder van alle levende wezens in het hele universum. Het lichaam heeft negen poorten [twee ogen, twee neusgaten, twee oren, een mond, de anus en het geslachtsdeel]. In de geconditioneerde toestand identificeert het levend wezen zich met het lichaam, maar wanneer het zich met de Heer in zichzelf identificeert, wordt het net zo vrij als de Heer, zelfs al bevindt het zich in het lichaam.’ (Śvetāśvatara Upaniṣad 3.18)

Een Kṛṣṇa-bewust persoon is daarom vrij van zowel de externe als de interne activiteiten van het materiële lichaam.