NL/BG 8.10: Difference between revisions
(Bhagavad-gita Compile Form edit) |
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists) |
||
Line 2: | Line 2: | ||
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 8| Hoofdstuk 8: Het bereiken van de Allerhoogste]]'''</div> | <div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 8| Hoofdstuk 8: Het bereiken van de Allerhoogste]]'''</div> | ||
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 8.9| BG 8.9]] '''[[NL/BG 8.9|BG 8.9]] - [[NL/BG 8.11|BG 8.11]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 8.11| BG 8.11]]</div> | <div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 8.9| BG 8.9]] '''[[NL/BG 8.9|BG 8.9]] - [[NL/BG 8.11|BG 8.11]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 8.11| BG 8.11]]</div> | ||
{{ | {{RandomImage|Dutch}} | ||
==== VERS 10 ==== | ==== VERS 10 ==== | ||
<div class="devanagari"> | |||
:प्रयाणकाले मनसाऽचलेन | |||
:भक्त्या युक्तो योगबलेन चैव । | |||
:भ्रुवोर्मध्ये प्राणमावेश्य सम्यक् | |||
:स तं परं पुरुषमुपैति दिव्यम् ॥१०॥ | |||
</div> | |||
<div class="verse"> | <div class="verse"> | ||
: | :prayāṇa-kāle manasācalena, | ||
: | :bhaktyā yukto yoga-balena caiva | ||
: | :bhruvor madhye prāṇam āveśya samyak | ||
: | :sa taṁ paraṁ puruṣam upaiti divyam | ||
</div> | </div> | ||
Line 17: | Line 23: | ||
<div class="synonyms"> | <div class="synonyms"> | ||
prayāṇa-kāle — op het moment van de dood; manasā — door de geest; acalena — zonder dat hij afgeleid wordt; bhaktyā — met volledige devotie; yuktaḥ — verbonden; yoga-balena — door de kracht van mystieke yoga; ca — ook; eva — zeker; bhruvoḥ — de twee wenkbrauwen; madhye — tussen; prāṇam — de levensadem; āveśya — vestigend; samyak — volledig; saḥ — hij; tam — die; param — transcendentale; puruṣam — Persoonlijkheid Gods; upaiti — bereikt; divyam — in het spirituele koninkrijk. | ''prayāṇa-kāle'' — op het moment van de dood; ''manasā'' — door de geest; ''acalena'' — zonder dat hij afgeleid wordt; ''bhaktyā'' — met volledige devotie; ''yuktaḥ'' — verbonden; ''yoga-balena'' — door de kracht van mystieke yoga; ''ca'' — ook; ''eva'' — zeker; ''bhruvoḥ'' — de twee wenkbrauwen; ''madhye'' — tussen; ''prāṇam'' — de levensadem; ''āveśya'' — vestigend; ''samyak'' — volledig; ''saḥ'' — hij; ''tam'' — die; ''param'' — transcendentale; ''puruṣam'' — Persoonlijkheid Gods; ''upaiti'' — bereikt; ''divyam'' — in het spirituele koninkrijk. | ||
</div> | </div> | ||
Line 29: | Line 35: | ||
<div class="purport"> | <div class="purport"> | ||
In dit vers wordt duidelijk gesteld dat de geest op het moment van de dood verzonken moet zijn in devotie voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Personen die gevorderd zijn in yoga wordt aangeraden om de levenskracht omhoog te brengen naar de plaats tussen de wenkbrauwen (naar de ājñā-cakra). In dit vers wordt voorgesteld om ṣaṭ-cakra-yoga te beoefenen, meditatie op de zes cakra’s. Een zuivere toegewijde beoefent zulke yoga niet, maar omdat hij altijd bezig is met Kṛṣṇa-bewuste activiteiten, zal hij door de genade van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods in staat zijn op het moment van de dood aan Hem te denken. Dit wordt in tekst veertien uitgelegd. | In dit vers wordt duidelijk gesteld dat de geest op het moment van de dood verzonken moet zijn in devotie voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Personen die gevorderd zijn in yoga wordt aangeraden om de levenskracht omhoog te brengen naar de plaats tussen de wenkbrauwen (naar de ''ājñā-cakra''). In dit vers wordt voorgesteld om ''ṣaṭ-cakra-yoga'' te beoefenen, meditatie op de zes ''cakra’s''. Een zuivere toegewijde beoefent zulke ''yoga'' niet, maar omdat hij altijd bezig is met Kṛṣṇa-bewuste activiteiten, zal hij door de genade van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods in staat zijn op het moment van de dood aan Hem te denken. Dit wordt in tekst veertien uitgelegd. | ||
Het gebruik van het woord | Het gebruik van het woord ‘''yoga-balena''’ is belangrijk in dit vers, want zonder ''yoga'' te beoefenen — of het nu ''ṣaṭ-cakra-yoga'' of ''bhakti-yoga'' is — kan niemand op het moment van de dood deze transcendentale zijns-toestand bereiken. Men kan zich niet plotseling de Allerhoogste Heer herinneren wanneer men sterft; men moet een of andere ''yoga''methode beoefend hebben — in het bijzonder het systeem van ''bhakti-yoga''. Omdat de geest op het moment van de dood zeer verstoord is, moet men gedurende zijn leven transcendentale activiteiten verrichten door ''yoga'' te beoefenen. | ||
</div> | </div> | ||
Latest revision as of 13:24, 28 June 2018
VERS 10
- प्रयाणकाले मनसाऽचलेन
- भक्त्या युक्तो योगबलेन चैव ।
- भ्रुवोर्मध्ये प्राणमावेश्य सम्यक्
- स तं परं पुरुषमुपैति दिव्यम् ॥१०॥
- prayāṇa-kāle manasācalena,
- bhaktyā yukto yoga-balena caiva
- bhruvor madhye prāṇam āveśya samyak
- sa taṁ paraṁ puruṣam upaiti divyam
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
prayāṇa-kāle — op het moment van de dood; manasā — door de geest; acalena — zonder dat hij afgeleid wordt; bhaktyā — met volledige devotie; yuktaḥ — verbonden; yoga-balena — door de kracht van mystieke yoga; ca — ook; eva — zeker; bhruvoḥ — de twee wenkbrauwen; madhye — tussen; prāṇam — de levensadem; āveśya — vestigend; samyak — volledig; saḥ — hij; tam — die; param — transcendentale; puruṣam — Persoonlijkheid Gods; upaiti — bereikt; divyam — in het spirituele koninkrijk.
VERTALING
Wie op het moment van de dood zijn levensadem tussen de wenkbrauwen concentreert en door de kracht van yoga in volledige devotie aan de Allerhoogste Heer denkt zonder dat zijn geest afdwaalt, zal de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zeker bereiken.
COMMENTAAR
In dit vers wordt duidelijk gesteld dat de geest op het moment van de dood verzonken moet zijn in devotie voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Personen die gevorderd zijn in yoga wordt aangeraden om de levenskracht omhoog te brengen naar de plaats tussen de wenkbrauwen (naar de ājñā-cakra). In dit vers wordt voorgesteld om ṣaṭ-cakra-yoga te beoefenen, meditatie op de zes cakra’s. Een zuivere toegewijde beoefent zulke yoga niet, maar omdat hij altijd bezig is met Kṛṣṇa-bewuste activiteiten, zal hij door de genade van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods in staat zijn op het moment van de dood aan Hem te denken. Dit wordt in tekst veertien uitgelegd.
Het gebruik van het woord ‘yoga-balena’ is belangrijk in dit vers, want zonder yoga te beoefenen — of het nu ṣaṭ-cakra-yoga of bhakti-yoga is — kan niemand op het moment van de dood deze transcendentale zijns-toestand bereiken. Men kan zich niet plotseling de Allerhoogste Heer herinneren wanneer men sterft; men moet een of andere yogamethode beoefend hebben — in het bijzonder het systeem van bhakti-yoga. Omdat de geest op het moment van de dood zeer verstoord is, moet men gedurende zijn leven transcendentale activiteiten verrichten door yoga te beoefenen.