NL/Prabhupada 0764 - De arbeiders dachten; Jezus Christus moet een van de werkers zijn: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0764 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0763 - Iedereen zal guru worden als hij een expert discipel is, maar waarom een voorbarige poging?|0763|NL/Prabhupada 0765 - Wees volledig bewust dat alles van Krishna is en niets van ons|0765}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|eKC7wN-iwFY|De arbeiders dachten - Jezus Christus moet een van de werkers zijn<br/>- Prabhupāda 0764}}
{{youtube_right|02A-1tsA29E|De arbeiders dachten; Jezus Christus moet een van de werkers zijn<br/>- Prabhupāda 0764}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:720531SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/720531SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Ga van stad naar stad van dorp naar dorp. Predik dit Krishna-bewustzijn. Breng ze tot leven, zodat hun frustratie wordt gestopt. De leiders van de maatschappij, de politici, zij moeten daar voor zorgen, overal waar ze gaan. Er wordt gezegd, kathā hari-kathodarkāḥ satāṁ syuḥ sadasi dhruvam ([[Vanisource:SB 2.3.14|SB 2.3.14]]). Daarom bespreken wij hari-kathā... We praten over het Śrīmad-Bhāgavatam, hari-kathā. Kathā, hari-kathā, udarkāḥ satāṁ syuḥ sadasi dhruvam. Als toegewijden dit bespreken, dan wordt het begrepen. Dit boek, het Śrīmad-Bhāgavatam, wordt gewaardeerd onder de toegewijden. Anderen kunnen het kopen, maar denken: "Wat is dit? Sanskriet verzen, iets geschreven, een vodje papier." Zie je. Net als deze krant, voor ons, is het een vodje papier. Wij geven er niet om. Maar andere drukken het tegen de borst, "Oh, het is zo mooi."  
Dus ga van stad naar stad, van dorp naar dorp. Predik dit Kṛṣṇa-bewustzijn. Breng ze tot leven zodat deze frustratie zal stoppen. De leiders van de maatschappij, de politici, moeten zorgen waar ze heen gaan. Dus er staat; ''kathā hari-kathodarkāḥ satāṁ syuḥ sadasi dhruvam'' ([[Vanisource:SB 2.3.14|SB 2.3.14]]). Daarom, als we deze ''hari-kathā'' bespreken ... We bespreken het Śrīmad-Bhāgavatam, ''hari-kathā''. Dus ''kathā, hari-kathā, udarkāḥ satāṁ syuḥ sadasi dhruvam''. Als toegewijden het bespreken dan kan iemand het begrijpen. Dit boek, het Śrīmad-Bhāgavatam, wordt gewaardeerd onder de toegewijden. En anderen kunnen het kopen. Ze zien dat: "Wat is dit? Sanskriet verzen, iets geschreven, oud papier." Snap je. Net als deze krant, voor ons is het oud papier. Wij geven er niet om. Maar zij houden het voorzichtig tegen de borst: "Oh, het is zo mooi." (gelach)


In de westerse landen zijn kranten erg populair. Een meneer vertelde me een verhaal, dat een christelijke priester het christendom ging prediken in Sheffield. Sheffield, waar is dat? In Engeland? Hij predikte tegen de werkers, arbeiders. "Heer Jezus Christus zal je redden. Als je geen beschutting zoekt bij Heer Jezus Christus, dan ga je naar de hel." De eerst vraag was, "Wie is Jezus Christus? Wat is zijn nummer?" Dat betekent, ze dachten, "Jezus Christus moet een van de arbeiders zijn, en elke arbeider heeft een nummer, dus wat is zijn nummer?" "Nee, Jezus Christus is de zoon van God. Hij heeft geen nummer. Hij is geen arbeider." Daarna, "Wat is de hel?" Toen werd beschreven, "De hel is erg vochtig en donker," enzovoort, enzovoort. Ze zwegen, omdat ze in de mijnen werkten, waar het altijd donker en vochtig is. Wat is het verschil tussen de hel en deze mijn? Ze zwegen. Maar toen de priester zei: "Daar bestaan geen kranten," "Oh, verschrikkelijk!" Daar bestaan geen kranten. In jullie land worden zoveel grote, ik bedoel, stapels kranten, verspreid.
In de westerse landen zijn kranten erg populair. Een meneer vertelde me een verhaal dat een christelijke priester ging prediken in Sheffield. Sheffield, waar is dat? In Engeland? Dus hij predikte tegen de arbeiders dat: "Heer Jezus Christus zal je redden. Als je geen beschutting zoekt bij Heer Jezus Christus dan ga je naar de hel." Dus de eerst vraag was: "Wie is Jezus Christus? Wat is zijn nummer?" Dat betekent dat ze dachten: "Jezus Christus moet een van de arbeiders zijn en elke arbeider heeft een nummer (gelach) dus wat is zijn nummer?" Dus: "Nee, Jezus Christus is de zoon van God. Dus Hij heeft geen nummer. Hij is geen arbeider." Dan: "Wat is de hel?" Toen beschreef hij: "De hel is erg vochtig en donker," enzovoort, enzovoort. Dus ze waren stil omdat ze in de mijnen werkten, het is daar altijd donker en vochtig. (gelach) (Prabhupāda lacht) Dus wat is het verschil tussen de hel en deze mijn? Ze zwegen. Maar toen de priester zei: "Er zijn daar geen kranten," "Oh, oh, verschrikkelijk!" (gelach) Er zijn geen kranten. (Prabhupāda lacht) Daarom worden er in jullie land zoveel stapels kranten verspreid.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 17:57, 29 June 2021



Lecture on SB 2.3.14-15 -- Los Angeles, May 31, 1972

Dus ga van stad naar stad, van dorp naar dorp. Predik dit Kṛṣṇa-bewustzijn. Breng ze tot leven zodat deze frustratie zal stoppen. De leiders van de maatschappij, de politici, moeten zorgen waar ze heen gaan. Dus er staat; kathā hari-kathodarkāḥ satāṁ syuḥ sadasi dhruvam (SB 2.3.14). Daarom, als we deze hari-kathā bespreken ... We bespreken het Śrīmad-Bhāgavatam, hari-kathā. Dus kathā, hari-kathā, udarkāḥ satāṁ syuḥ sadasi dhruvam. Als toegewijden het bespreken dan kan iemand het begrijpen. Dit boek, het Śrīmad-Bhāgavatam, wordt gewaardeerd onder de toegewijden. En anderen kunnen het kopen. Ze zien dat: "Wat is dit? Sanskriet verzen, iets geschreven, oud papier." Snap je. Net als deze krant, voor ons is het oud papier. Wij geven er niet om. Maar zij houden het voorzichtig tegen de borst: "Oh, het is zo mooi." (gelach)

In de westerse landen zijn kranten erg populair. Een meneer vertelde me een verhaal dat een christelijke priester ging prediken in Sheffield. Sheffield, waar is dat? In Engeland? Dus hij predikte tegen de arbeiders dat: "Heer Jezus Christus zal je redden. Als je geen beschutting zoekt bij Heer Jezus Christus dan ga je naar de hel." Dus de eerst vraag was: "Wie is Jezus Christus? Wat is zijn nummer?" Dat betekent dat ze dachten: "Jezus Christus moet een van de arbeiders zijn en elke arbeider heeft een nummer (gelach) dus wat is zijn nummer?" Dus: "Nee, Jezus Christus is de zoon van God. Dus Hij heeft geen nummer. Hij is geen arbeider." Dan: "Wat is de hel?" Toen beschreef hij: "De hel is erg vochtig en donker," enzovoort, enzovoort. Dus ze waren stil omdat ze in de mijnen werkten, het is daar altijd donker en vochtig. (gelach) (Prabhupāda lacht) Dus wat is het verschil tussen de hel en deze mijn? Ze zwegen. Maar toen de priester zei: "Er zijn daar geen kranten," "Oh, oh, verschrikkelijk!" (gelach) Er zijn geen kranten. (Prabhupāda lacht) Daarom worden er in jullie land zoveel stapels kranten verspreid.