NL/Prabhupada 0953 - Wanneer de ziel zijn onafhankelijkheid misbruikt dan komt hij ten val. Dat is het materiële leven: Difference between revisions
ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0953 - in all Languages Category:NL...") |
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items) |
||
Line 9: | Line 9: | ||
[[Category:Dutch Language]] | [[Category:Dutch Language]] | ||
<!-- END CATEGORY LIST --> | <!-- END CATEGORY LIST --> | ||
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE --> | |||
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0952 - Kenmerk van Godsbewustzijn is dat iemand afkerig is van alle materiële activiteiten|0952|NL/Prabhupada 0954 - Als we deze lage kwaliteiten overwinnen dan worden we gelukkig|0954}} | |||
<!-- END NAVIGATION BAR --> | |||
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK--> | <!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK--> | ||
<div class="center"> | <div class="center"> | ||
Line 17: | Line 20: | ||
<!-- BEGIN VIDEO LINK --> | <!-- BEGIN VIDEO LINK --> | ||
{{youtube_right|2fjTLm4gJdQ|Wanneer de ziel zijn onafhankelijkheid misbruikt | {{youtube_right|2fjTLm4gJdQ|Wanneer de ziel zijn onafhankelijkheid misbruikt dan komt hij ten val. Dat is het materiële leven<br/>- Prabhupāda 0953}} | ||
<!-- END VIDEO LINK --> | <!-- END VIDEO LINK --> | ||
<!-- BEGIN AUDIO LINK --> | <!-- BEGIN AUDIO LINK --> | ||
<mp3player> | <mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/750623R1-LOS_ANGELES_clip3.mp3</mp3player> | ||
<!-- END AUDIO LINK --> | <!-- END AUDIO LINK --> | ||
Line 29: | Line 32: | ||
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT --> | <!-- BEGIN TRANSLATED TEXT --> | ||
Dr. Mize: De vraag die me voor een deel stoort is dan, waarom zou de ziel ... Omdat ik uw opvatting begrijp dat de ziel oorspronkelijk een | Dr. Mize: De vraag die me voor een deel stoort is dan, waarom zou de ziel ... Omdat ik uw opvatting begrijp dat de ziel oorspronkelijk een deel is van de spirituele hemel of een deel van God en op één of andere manier uit deze gelukzalige toestand valt als gevolg van trots. Zoals de christelijke stelling dat de duivel uit de hemel viel als gevolg van trots. En het lijkt me een raadsel waarom de ziel zo dwaas, zo dom, zo krankzinnig, zou zijn om zoiets te doen. | ||
Prabhupāda: Dat is zijn onafhankelijkheid. | Prabhupāda: Dat is zijn onafhankelijkheid. | ||
Dr. Mize: | Dr. Mize: Onafhankelijkheid. | ||
Prabhupāda: In plaats de onafhankelijkheid goed te gebruiken, als hij de onafhankelijkheid misbruikt dan valt hij. | Prabhupāda: In plaats de onafhankelijkheid goed te gebruiken, als hij de onafhankelijkheid misbruikt dan valt hij. | ||
Dr. Mize: | Dr. Mize: Excuseer me, hij wat? | ||
Prabhupāda: Hij komt ten val. | Prabhupāda: Hij komt ten val. | ||
Line 43: | Line 46: | ||
Dr. Mize: Hij valt. | Dr. Mize: Hij valt. | ||
Prabhupāda: Hij komt ten val ten gevolge van zijn onafhankelijkheid. Net zoals jij onafhankelijkheid hebt. Je zit | Prabhupāda: Hij komt ten val ten gevolge van zijn onafhankelijkheid. Net zoals jij onafhankelijkheid hebt. Je zit hier. Je kan meteen gaan. Je wilt misschien niet naar mij luisteren. | ||
Dr. Mize: Ik zou niet wat? | Dr. Mize: Ik zou niet wat? | ||
Prabhupāda: Je | Prabhupāda: Je wilt misschien niet naar mij luisteren. | ||
Dr. Mize: Ja. | Dr. Mize: Ja. | ||
Prabhupāda: Die onafhankelijkheid heb je. Ik heb dat ook. | Prabhupāda: Die onafhankelijkheid heb je. Ik heb dat ook. Ik kan ook niet met je praten. Dus die onafhankelijkheid is er altijd. Net zo, als essentieel onderdeel van God, is het de plicht van de ziel om altijd bezig te zijn in dienst van de Heer. | ||
Dr. Mize: Altijd bezig met ...? | Dr. Mize: Altijd bezig met ...? | ||
Line 59: | Line 62: | ||
Dr. Mize: De dienst van de Heer. | Dr. Mize: De dienst van de Heer. | ||
Prabhupāda: Net | Prabhupāda: Net zoals deze vinger een essentieel onderdeel van mijn lichaam is. Wat ik ook vraag, hij doet het direct. Ik zeg: "Doe het zo," hij zal het doen. Maar dit is dode materie. Het handelt mechanisch. De hersenen besturen en onmiddellijk werkt de vinger net als een machine. Dit hele lichaam is net als een machine, maar de ziel is geen machine, geen mechanisch deel. Het is een spiritueel deel. Dus daarom, als ik de vinger iets vraag, omdat het een machine is werkt het. Maar als ik iemand anders, een vriend of een dienaar, vraag om iets te doen dan kan het zijn dat hij het niet doet. Dus wanneer de ziel zijn onafhankelijkheid misbruikt dan komt hij ten val. Dat is het materiële leven. Materieel leven betekent misbruik van de onafhankelijkheid van de ziel. Net als een zoon. Het is de plicht van een zoon om de vader te gehoorzamen. Maar het kan zijn dat hij niet gehoorzaamd. Dat is zijn waanzin. Dus wanneer de ziel door misbruik van zijn onafhankelijkheid gek wordt dan wordt hij naar deze materiële wereld gestuurd. | ||
Dr. Mize: Het is een raadsel voor mij dat iemand zo dom zou zijn. | Dr. Mize: Het is een raadsel voor mij dat iemand zo dom zou zijn. | ||
Prabhupāda: Omdat je | Prabhupāda: Omdat je door onafhankelijkheid dom kan worden. Anders heeft onafhankelijkheid geen betekenis. Onafhankelijkheid betekent dat je kunt doen wat je wilt. Dat staat in de Bhagavad-gītā; ''yathecchasi tathā kuru'' ([[NL/BG 18.63|BG 18.63]]). Zoek dit vers op in het achttiende hoofdstuk. Die onafhankelijkheid is er. Na het onderrichten van de hele Bhagavad-gītā aan Arjuna gaf Kṛṣṇa hem de vrije keuze: "Nu kan je doen wat je wil." Kṛṣṇa heeft hem nooit gedwongen om de leringen van de Bhagavad-gītā te aanvaarden. Hij gaf hem de vrije keuze: "Nu kan je doen wat je wil." En hij stemde er mee in: "Ja, mijn illusie is nu over, ik zal handelen zoals U zegt." Dezelfde onafhankelijkheid. Ja. | ||
Bahulāśva: Dit is in het achttiende hoofdstuk. | Bahulāśva: Dit is in het achttiende hoofdstuk. | ||
Line 71: | Line 74: | ||
Prabhupāda: Ja. | Prabhupāda: Ja. | ||
Dharmādhyakṣa: | Dharmādhyakṣa: | ||
Prabhupāda: | :''iti te jñānam ākhyātaṁ<br/>guhyād guhyataraṁ mayā<br/>vimṛśyaitad aśeṣeṇa<br/>yathecchasi tathā kuru<br/>([[NL/BG 18.63|BG 18.63]]). | ||
"Aldus heb ik je uitleg gegeven over het meest vertrouwelijke van alle kennis. Overweeg dit alles grondig en doe dan wat je wilt." | |||
Prabhupāda: Ja. Als je nu zegt: "Waarom zou de ziel zo dom worden?" Dus dat is misbruik van onafhankelijkheid. Een intelligente vader heeft een intelligente zoon maar soms wordt hij een dommerik. Dus wat is de reden? Hij is een essentieel onderdeel van de vader. Hij zou precies zoals de vader moeten zijn geworden. Maar hij wordt niet zoals de vader. Ik heb het gezien. In Allahabad was een bekende advocaat, Mr. Bannerjee. Zijn oudste zoon was ook advocaat en zijn jongste zoon werd door slecht gezelschap een ''ekala-wala''. ''Ekala'' betekent ... Er is in India een koets getrokken door één paard. Dus hij was graag een ''ekala''. Dat betekent dat hij verliefd werd op een vrouw van lage stand en door haar omgang werd hij een ''ekala''. Er zijn veel gevallen. De Ajamila ''upākhyāna''. Hij was een ''brāhmaṇa'' en toen viel hij heel laag naar beneden. Dus dit misbruik van onafhankelijkheid is er altijd. | |||
<!-- END TRANSLATED TEXT --> | <!-- END TRANSLATED TEXT --> |
Latest revision as of 08:04, 10 November 2021
750623 - Conversation - Los Angeles
Dr. Mize: De vraag die me voor een deel stoort is dan, waarom zou de ziel ... Omdat ik uw opvatting begrijp dat de ziel oorspronkelijk een deel is van de spirituele hemel of een deel van God en op één of andere manier uit deze gelukzalige toestand valt als gevolg van trots. Zoals de christelijke stelling dat de duivel uit de hemel viel als gevolg van trots. En het lijkt me een raadsel waarom de ziel zo dwaas, zo dom, zo krankzinnig, zou zijn om zoiets te doen.
Prabhupāda: Dat is zijn onafhankelijkheid.
Dr. Mize: Onafhankelijkheid.
Prabhupāda: In plaats de onafhankelijkheid goed te gebruiken, als hij de onafhankelijkheid misbruikt dan valt hij.
Dr. Mize: Excuseer me, hij wat?
Prabhupāda: Hij komt ten val.
Dr. Mize: Hij valt.
Prabhupāda: Hij komt ten val ten gevolge van zijn onafhankelijkheid. Net zoals jij onafhankelijkheid hebt. Je zit hier. Je kan meteen gaan. Je wilt misschien niet naar mij luisteren.
Dr. Mize: Ik zou niet wat?
Prabhupāda: Je wilt misschien niet naar mij luisteren.
Dr. Mize: Ja.
Prabhupāda: Die onafhankelijkheid heb je. Ik heb dat ook. Ik kan ook niet met je praten. Dus die onafhankelijkheid is er altijd. Net zo, als essentieel onderdeel van God, is het de plicht van de ziel om altijd bezig te zijn in dienst van de Heer.
Dr. Mize: Altijd bezig met ...?
Prabhupāda: In de dienst van de Heer.
Dr. Mize: De dienst van de Heer.
Prabhupāda: Net zoals deze vinger een essentieel onderdeel van mijn lichaam is. Wat ik ook vraag, hij doet het direct. Ik zeg: "Doe het zo," hij zal het doen. Maar dit is dode materie. Het handelt mechanisch. De hersenen besturen en onmiddellijk werkt de vinger net als een machine. Dit hele lichaam is net als een machine, maar de ziel is geen machine, geen mechanisch deel. Het is een spiritueel deel. Dus daarom, als ik de vinger iets vraag, omdat het een machine is werkt het. Maar als ik iemand anders, een vriend of een dienaar, vraag om iets te doen dan kan het zijn dat hij het niet doet. Dus wanneer de ziel zijn onafhankelijkheid misbruikt dan komt hij ten val. Dat is het materiële leven. Materieel leven betekent misbruik van de onafhankelijkheid van de ziel. Net als een zoon. Het is de plicht van een zoon om de vader te gehoorzamen. Maar het kan zijn dat hij niet gehoorzaamd. Dat is zijn waanzin. Dus wanneer de ziel door misbruik van zijn onafhankelijkheid gek wordt dan wordt hij naar deze materiële wereld gestuurd.
Dr. Mize: Het is een raadsel voor mij dat iemand zo dom zou zijn.
Prabhupāda: Omdat je door onafhankelijkheid dom kan worden. Anders heeft onafhankelijkheid geen betekenis. Onafhankelijkheid betekent dat je kunt doen wat je wilt. Dat staat in de Bhagavad-gītā; yathecchasi tathā kuru (BG 18.63). Zoek dit vers op in het achttiende hoofdstuk. Die onafhankelijkheid is er. Na het onderrichten van de hele Bhagavad-gītā aan Arjuna gaf Kṛṣṇa hem de vrije keuze: "Nu kan je doen wat je wil." Kṛṣṇa heeft hem nooit gedwongen om de leringen van de Bhagavad-gītā te aanvaarden. Hij gaf hem de vrije keuze: "Nu kan je doen wat je wil." En hij stemde er mee in: "Ja, mijn illusie is nu over, ik zal handelen zoals U zegt." Dezelfde onafhankelijkheid. Ja.
Bahulāśva: Dit is in het achttiende hoofdstuk.
Dharmādhyakṣa: "Aldus heb ik je uitleg gegeven over de meest ..." Eerst het Sanskriet lezen?
Prabhupāda: Ja.
Dharmādhyakṣa:
- iti te jñānam ākhyātaṁ
guhyād guhyataraṁ mayā
vimṛśyaitad aśeṣeṇa
yathecchasi tathā kuru
(BG 18.63).
"Aldus heb ik je uitleg gegeven over het meest vertrouwelijke van alle kennis. Overweeg dit alles grondig en doe dan wat je wilt."
Prabhupāda: Ja. Als je nu zegt: "Waarom zou de ziel zo dom worden?" Dus dat is misbruik van onafhankelijkheid. Een intelligente vader heeft een intelligente zoon maar soms wordt hij een dommerik. Dus wat is de reden? Hij is een essentieel onderdeel van de vader. Hij zou precies zoals de vader moeten zijn geworden. Maar hij wordt niet zoals de vader. Ik heb het gezien. In Allahabad was een bekende advocaat, Mr. Bannerjee. Zijn oudste zoon was ook advocaat en zijn jongste zoon werd door slecht gezelschap een ekala-wala. Ekala betekent ... Er is in India een koets getrokken door één paard. Dus hij was graag een ekala. Dat betekent dat hij verliefd werd op een vrouw van lage stand en door haar omgang werd hij een ekala. Er zijn veel gevallen. De Ajamila upākhyāna. Hij was een brāhmaṇa en toen viel hij heel laag naar beneden. Dus dit misbruik van onafhankelijkheid is er altijd.