NL/Prabhupada 0985 - Menselijke levensvorm is vooral bedoeld om onderzoek te doen naar de Absolute Waarheid
720905 - Lecture SB 01.02.07 - New Vrindaban, USA
Nu, dit leven in de menselijke levensvorm is speciaal bedoeld om onderzoek te doen naar de absolute waarheid. In het dierlijke leven kunnen we dat niet doen. Er zijn grote dieren, tijgers en leeuwen en olifanten en ook grote bomen, dat zijn ook levende wezens. Grote walvis in de oceaan, gigantisch. Grote bergen. Bergen hebben ook leven. Maar ze kunnen geen onderzoek doen naar God, dat is niet mogelijk. Jij kan onderzoek doen naar God in deze menselijke levensvorm, dat is alles. Daarom is er in elke beschaafde samenleving onderzoek naar God, dat wordt religie genoemd. Er kunnen verschillen in stadium zijn. Net zoals ze in India ook onderzoek doen. Niet nu, niet tegenwoordig. Ze hebben het opgegeven. Maar honderden en duizenden jaren geleden. Niet duizend. Zelfs tweehonderd jaar geleden was India zo nieuwsgierig naar informatie over God. Zelfs een Chinese man heeft een filosofisch boek geschreven dat wordt aanbevolen. Ik ben de titel van het boek vergeten. Het wordt bestudeerd in de universiteit van New York in de godsdienstles. In dat boek heeft hij geschreven dat als je over God wilt weten, als je over religie wilt weten, dan moet je naar India gaan. Ja, dat is een feit. Want in geen enkel ander land zijn de grote wijzen en heilige mensen zo serieus bezig met God te begrijpen. Daarom is de Vedānta-sūtra er.
Dus we moeten weten dat God één is. God is niet verschillend. Er kan geen competitie tussen Goden zijn. Mattaḥ parataraṁ nānyat kiñcid asti dhanañjaya (BG 7.7). Er kan geen hogere waarheid zijn dan God. Daarom wordt God de grote genoemd. God wordt absoluut genoemd. Dus eersteklas religie betekent hoe de volgelingen het inzicht in God hebben ontwikkeld. Dat is eersteklas religie. Niet dat hoeveel dieren we kunnen offeren of hoe vaak we kunnen ... Er zijn zoveel rituelen en zoveel andere dingen in elke religie. Maar we moeten testen door dit resultaat; phalena paricīyate.
Net zoals we veel hebben gestudeerd, een wetenschapper, maar er is een examen. Als iemand het examen haalt dan is het duidelijk dat hij goed gestudeerd heeft. Dat is ons gezond verstand. Op school, hogescholen, overal. Als ik het examen niet kan halen en als ik mezelf aanprijs: "Oh, ik heb dit gestudeerd, ik heb dat gestudeerd," wat is dan de waarde daarvan? Stel een man doet zaken. Dus als we zien dat hij door het zakendoen wat geld heeft verkregen, hij rijk is geworden, dan kunnen we begrijpen dat hij een succesvolle zakenman is. Maar als hij een arme man is en hij zegt: "Ik heb dit gedaan, ik heb dat gedaan." Je kan dat wel zeggen maar we willen het weten door het resultaat te zien; Phalena paricīyate. Dat is een Sanskriet versie. Maar we moeten het begrijpen door het resultaat, phalena, welk resultaat je hebt. Wat is de waarde van je examen papieren, wat voor cijfers je hebt gehaald.
Net zo kunnen we onszelf heel religieus verklaren en volgeling van een grote religie. Maar wat is dit? Wat is ...? Hoeveel je je gevoel voor Gods-bewustzijn hebt ontwikkeld, hoeveel je hebt geleerd om God lief te hebben.