NL/Prabhupada 0207 - Leef niet onverantwoordelijk
Lecture on SB 6.1.16 -- Denver, June 29, 1975
We bespreken het zuiveringsproces. Verschillende methoden zijn beschreven door prāyaścitta en tapasya. We hebben ze besproken. En dan kevalayā bhakta. Bhakti omvat alles - karma, jñāna, yoga, alles. En het is speciaal aanbevolen, dat door verzakingen en andere methoden, er is een mogelijkheid, maar het zal niet succesvol zijn. Maar als we dit proces opnemen, devotionele dienst, dan is het zeker. Dit purificatory proces betekent dus nivṛtti-marga. En pravṛtti-Marga betekent zonder enige kennis wanneer we heen gaan, haasten - wij doen alles wat we willen doen. Dat is pravṛtti-marga. Mensen zijn over het algemeen bezig met pravṛtti-marga. Vooral in deze tijd, ze zijn niet bezorgd om wat er gaat gebeuren. Daarom voelen ze een opluchting dat "Er is geen leven na de dood." Laat ons genieten van dit leven tot het beste capaciteit. Dan na de dood, laat staan wat er zal komen. " Allereerst ontkennen zij om in het volgende leven te geloven. En ook in het volgend leven, zelfs als ik een kat of hond ga worden, vinden ze het niet erg. Dit is de beleving van de moderne tijd, onverantwoord leven. Maar onze Hare Krsna beweging is aan het onderwijzen aan mensen om "niet onverantwoord te leven." Neem, bijvoorbeeld, dat je kunt zeggen: "Er is geen leven." Maar als ik het argument voorleg, "Stel dat er leven is ..." Nu, dit is ook veronderstelling, want niemand ... Degenen die ignorant zijn, ze weten niet of er leven is of dat er geen leven is. Dus u bent aan het argumenteren, "Er is geen leven," maar je weet niet of er leven is. Dat is niet in uw kennis. Dus stel dat je beide wegen moet nemen en daarover nadenken... Je bent gewoon aan het denken over het punt dat er geen leven is. Nu, waarom neem je mijn stelling niet, "Als er leven"? Want je bent niet zeker, of er leven is. We zeggen dat er leven is. We nemen het voorbeeld: net als dit kind zijn volgende leven heeft. Het kind kan zeggen: "Er is geen leven in het volgende leven." Maar eigenlijk is dat niet het feit. Het feit is, is er leven. Het kind zal dit lichaam veranderen en hij zal een jongen worden. En de jongen zal dit lichaam veranderen, hij zal een jongeman worden. Dit is een feit. Maar door simpelweg koppig te wijn, zeg je dat er geen leven is ... Dat kan je zeggen. Maar neem dit argument: als er leven is, dan hoeveel, onverantwoordelijk, maak je je toekomstige leven zo donker? Hetzelfde voorbeeld: als een kind niet naar school gaat, volgt geen onderwijs, als hij denkt, "Er is geen ander leven dan dit leven, zal ik de hele dag spelen. Waarom moet ik naar school?" Hij mag dat zeggen, maar er is leven, en als hij niet naar school gaat, zal hij in het volgend leven als jong man in geen goede positie geplaatst worden. Dan lijdt hij. Dit is onverantwoord leven.
Dus voordat we naar volgend leven gaan, moeten we vrij zijn van alle zondige levens. Anders gaan we geen betere leven hebben. Vooral terug te gaan naar huis, terug naar God, moet men de resulterende actie van zijn zondige leven eindigen in dit leven. In de Bhagavad Gita vindt u,
- yeṣām tv anta-gataṁ pāpaṁ
- janānāṁ puṇya-karmaṇāṁ
- te dvandva-moha-nirmuktā
- bhajante māṁ dṛḍha-vratāḥ
- (BG 7.28)
Om een fervent toegewijde van Kṛṣṇa te worden, om een perfect toegewijde van Kṛṣṇa te worden betekent dat men moet worden bevrijd van alle reactie van het zondige leven. Yeṣām anta-Gatam Papam. Niet meer het plegen van zondige activiteiten. En wat zondige activiteiten die hij in zijn vorige leven heeft gedaan, dat wordt ook ontkend. Dat is ook negatie. Er is geen reactie. Yeṣām tu anta-Gatam Papam janānāṁ Punya-karmaṇām. Dus mensen zijn oftewel betrokken hetzij in zondige activiteiten of in vromige activiteiten. Dus degenen die niet alleen klaar zijn met de daaruit voortvloeiende acties van hun vroegere zondige activiteiten maar op dit moment, zijn ze gewoon bezig met vromige activiteiten, dergelijke persoon, yeṣāṁ tu anta-Gatam Papam janānāṁ Punya-karmaṇām te, zo een persoon, dvandva-moha-nirmuktā, zonder enige aarzeling, zonder enige twijfel, bhajante MAM dṛḍha-vratāḥ. Dat is het, dus iedereen die betrokken is in de dienst van Kṛṣṇa met overtuiging en toewijding, Het moet begrepen worden dat hij nu vrij is van alle reacties van zondige activiteiten.