NL/Prabhupada 0468 - Onderzoek gewoon en sta klaar hoe Kṛṣṇa te dienen

Revision as of 14:41, 31 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0468 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.9.9 -- Mayapur, March 1, 1977

Pradyumna: Vertaling: "Prahlāda Mahārāja vervolgde: Men kan rijkdom, een aristocratische familie, schoonheid, soberheid bezitten, onderwijs, zintuiglijke ervaring, glans, invloed, fysieke kracht, ijver, intelligentie en mystieke yoga krachten, maar ik denk dat zelfs door al deze kwalificaties men de Allerhoogste Persoonlijkheid van God niet tevreden kan stellen. Echter, men kan de Heer gewoon tevreden stellen door toegewijde dienst. Gajendra deed dit, en dus was de Heer tevreden met hem."

Prabhupāda:

manye dhanābhijana-rūpa-tapaḥ-śrutaujas-
tejaḥ-prabhāva-bala-pauruṣa-buddhi-yogāḥ
nārādhanāya hi bhavanti parasya puṁso
bhaktyā tutoṣa bhagavān gaja-yūtha-pāya
(SB 7.9.9)


Dit zijn dus de materiële goederen. (terzijde:) Het werkt niet? (stoot microfoon aan) Hmm? Rijkdom, dhana... Niemand kan Kṛṣṇa boeien door al deze materiële bezittingen. Dit zijn materiële bezittingen: geld, dan mankracht, schoonheid, onderwijs, verzaking, mystieke kracht, enzovoort, enzovoort. Er zijn zo veel dingen. Ze zijn niet in staat om de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te benaderen. Kṛṣṇa zegt persoonlijk, bhaktyā mām abhijānāti ((BG 18.55). Hij zegt niet dat al deze materiële bezittingen, dat "Als men een zeer rijk man is, kan hij Mijn welbehagen hebben." Nee. Kṛṣṇa is niet een arme man als ik, dat als iemand me wat geld geeft, zal het me baten. Hij is zelfvoorzienend, ātmārāma. Er is dus geen behoefte aan enige hulp van iemand anders. Hij is volledig tevreden, ātmārāma. Alleen bhakti, liefde, dat is nodig. Bhakti betekent Kṛṣṇa dienen. Dat is zonder enig doel. Ahaituky apratihatā. Dat bhakti, zuiver. Anyābhilāṣitā-śūnyaṁ jñāna-karmādy-anāvṛtam (CC Madhya 19.167, Brs. 1.1.11). Overal is dit de verklaring van de śāstra, dat bhakti zuiver moet zijn.

anyābhilāṣitā-śūnyaṁ
jñāna karmādy-anāvṛtam
ānukūlyena kṛṣṇānu-
śīlanaṁ bhaktir uttamā
(Brs. 1.1.11)
sarvopādhi-vinirmuktaṁ
tat paratvena nirmalam
hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa
sevanaṁ bhaktir ucyate
(CC Madhya 19.170)

Er zijn zo veel andere definities. En als we bhakti hebben, liefde voor Kṛṣṇa, dan hebben we geen enorme hoeveelheid geld of kracht of opleiding of soberheid nodig. Niets van dat alles. Kṛṣṇa zegt patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati (BG 9.26). Hij heeft niet iets van ons nodig, maar hij wil dat iedereen, dat, want hij is een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, Hij wil zien dat iedereen gehoorzaam aan Hem is, iedereen houdt van Hem. Dat is Zijn aspiratie. Net als de vader een zeer rijk man is. Hij heeft geen hulp van zijn zoon nodig, maar hij streeft ernaar dat zijn zoon gehoorzaam zou moeten zijn. Dat is zijn tevredenheid. Dat is de hele situatie. Kṛṣṇa heeft geschapen... Eko bahu śyāma. We zijn vibhinnāṁśa - mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ (BG 15.7) - een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, ieder van ons. Dus iedereen heeft een aantal plichten. Kṛṣṇa heeft ons geschapen, verwachtend dat iets gedaan moet worden, door ons voor de tevredenheid van Kṛṣṇa. Dat is bhakti. Zodat onze kans wordt verkregen in deze menselijke levensvorm. We moeten onze kostbare tijd niet verspillen in een ander beroep of bedrijf. Informeer gewoon en wees klaar hoe Kṛṣṇa te dienen. Ānukūlyena kṛṣṇānuśīla. Ānukūla. Niet jouw tevredenheid, maar Kṛṣṇa's voldoening. Dat heet ānukūla, gunstig. Ānukūlyena kṛṣṇānuśīlanam (CC Madhya 19.167). En anuśīlanam betekent activiteit, niet dat 'In trance ben ik in meditatie. " Dat is ook... Iets is beter dan niets, maar echte devotionele dienst is activiteit. Men moet actief zijn, en de beste activiteit is om de glorie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te verkondigen. Dat is de beste activiteit. Na ca tasmān manuṣyeṣu kaścin me prīya-kṛttamaḥ(BG 18.69).