NL/Prabhupada 0775 - Gehechtheid aan familie is het grootste obstakel om vooruitgang in Krishna-bewustzijn te maken

Revision as of 14:04, 26 November 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0775 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.6.8 -- New Vrindaban, June 24, 1976

Prabhupāda: Over het algemeen, zijn mensen te veel gehecht aan het gezinsleven. Ik zeg wel eens dat de jongeren die tot Krishna-bewustzijn komen, in de westerse landen, hun grootste kwaliteit is, dat ze niet gehecht zijn aan het gezinsleven. Dat is een zeer goede kwalificatie. Op een of andere manier zijn ze zo geworden, daarom is hun gehechtheid aan Krishna heel standvastig. In India is de gehechtheid aan familie ontwikkeld. Ze zijn niet geïnteresseerd. Ze zijn nu op geld uit. Dat heb ik meegemaakt. Ja.

Gehechtheid aan familie is het grootste obstakel, om vooruitgang in Krishna-bewustzijnnte maken, maar als de hele familie Krishna-bewust is, dat is heel mooi. Net als Bhaktivinoda Ṭhākura. Hij was een gezinsman, maar al Bhaktivinoda Ṭhākura's naasten, zijn vrouw, zijn kinderen ... en zijn beste kind was onze Guru Mahārāja, beste kind ... Hij heeft gezongen, uit ervaring, ye dina gṛhe bhajana dekhi gṛhete goloka bhaya. Als in de familie iedereen zich bezig houdt met Krishna's dienst, dat is heel mooi. Dat is geen gewone familie. Hun gehechtheid is geen gewone gehechtheid. Over het algemeen is men materieel gehecht. Dat wordt hier veroordeeld. Śeṣaṁ gṛheṣu saktasya pramattasya apayāti hi (SB 7.6.8). Ze heten pramatta. Iedereen denkt, "Mijn familie, mijn vrouw, mijn kinderen, mijn land, mijn gemeenschap, dat is belangrijk. Wat is Krishna? Dit is de grootste illusie opgelegd door māyā. Niemand kan je dan beschermen.

dehāpatya-kalatrādiṣv
ātma-sainyeṣv asatsv api
teṣāṁ pramatto nidhanaṁ
paśyann api na paśyati
(SB 2.1.4)

Alles is verloren. Niemand kan ons beschermen, behalve Krishna. Als we uit de greep van māyā bevrijd willen worden - janma-mṛtyu-jarā-vyādhi (BG 13.9) dan moeten we beschutting zoeken bij de lotusvoeten van Krishna, via de geestelijk leraar, en met toegewijden leven, die hetzelfde doel nastreven. Het heet ... Hoe is dat woord? Sakhi of zo. Ik ben het vergeten. We moeten met gelijkgezinden leven en Krishna-bewustzijn beoefenen. En deze obstakels, gṛheṣu saktasya pramattasya. Iedereen die ... Alle karmī's, zij zijn gehecht aan dit gezinsleven, maar het gezinsleven is alleen goed, in Krishna-bewustzijn. Gṛhe vā vanete thāke, hā gaurāṅga bole dāke. Het maakt niet uit, of iemand een gezinsleven heeft, of een sannyāsī is, als hij een toegewijde is, dan is zijn leven is succesvol.

Hartelijk dank.

Toegewijden: Jaya Prabhupāda.