"Bhūtvā bhūtvā pralīyate (BG 8.19). Je moet geboorte nemen volgens je verlangen, hetzij als Brahmā of als mier, als kat, als hond, als halfgod, en volgens je vermogen zal Kṛṣṇa je geven: "Alles juist." Ye yathā māṁ prapadyante tāṁs tathaiva bhajāmy aham (BG 4.11). Als je zinsgenot van Kṛṣṇa wilt, zal Hij je alle faciliteiten geven. Maar Kṛṣṇa wil niet. Kṛṣṇa zei: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66. Dat is Zijn missie, dat "Je nooit gelukkig zult zijn in dit proces van pravṛtti-mārga."
|