"Chāḍiyā vaiṣṇava-sevā nistāra pāyeche kebā, zegt Narottama dāsa Ṭhākura. Als je geen trouwe dienaar van Vaiṣṇava wordt, is er geen mogelijkheid tot je bevrijding. vāsa, janame janame haya ei abhilāṣa. Dit is Narottama dāsa Ṭhākura. Onze vastberadenheid moet zijn om de vorige goeroe en ācārya te dienen. Evaṁ paramparā-prāptam (BG 4.2). Dat is onze vastberadenheid. Tāṅdera caraṇa-sevi. Onze dienst, niet rechtstreeks Kṛṣṇa. Omdat Vaiṣṇava dienen meer is dan Kṛṣṇa rechtstreeks dienen. Mad-bhakta-pūjābhyadhikā (SB 11.19.21). Kṛṣṇa vindt dat leuk. Hij accepteert niemands dienst rechtstreeks. Dat is een grove fout."
|