"Probeer gewoon te begrijpen dat ik denk: "ik ben zo'n grote man", "ik ben minister", "ik ben president", "ik ben dit", "ik ben Nārāyaṇa", tot de laatste fase: ik ben Nārāyaṇa." Maar als we nuchter denken: "als ik Nārāyaṇa ben, dan moet ik de controller zijn. Ik moet alles controleren. Maar waarom word ik beheerst door de kiespijn? Zodra er wat pijn in de tand is, ga ik vrijwillig naar een tandarts om door hem gecontroleerd te worden. Hoe word ik dan Nārāyaṇa?" Op deze manier, als iemand zijn leven bestudeert, het geheel, dat, hij zal ontdekken dat hij volledig wordt gecontroleerd door iets meer. Volledig gecontroleerd. En die controle is van materiële aard."
|