NL/Prabhupada 0533 - Radharani is Hari-priya; Krishna heel dierbaar

Revision as of 10:56, 20 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0533 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Radhastami, Srimati Radharani's Appearance Day -- London, August 29, 1971

Rādhārāṇī is hari-priyā, zeer dierbaar voor Kṛṣṇa. Dus als we Kṛṣṇa benaderen door middel van Rādhārāṇī, door de genade van Rādhārāṇī, dan wordt het heel eenvoudig. Als Rādhārāṇī aanbeveelt dat "Deze toegewijde is erg leuk," dan accepteert Kṛṣṇa meteen, hoe dwaas ik ook moge zijn. Omdat het door Rādhārāṇī wordt aanbevolen, aanvaardt Kṛṣṇa. Daarom in Vṛndāvana zul je alle toegewijden vinden, ze chanten of zingen meer Rādhārāṇī's naam dan Kṛṣṇa's naam. Overal waar je gaat, zul je de toegewijden zien die je aanspreken, "Jaya Rādhe." Je zult ze nog steeds in Vṛndāvana vinden. Ze verheerlijken Rādhārāṇī. Ze zijn meer geïnteresseerd, aanbidden Rādhārāṇī. Omdat hoe gevallen ik ook moge zijn, als ik op de een of andere manier Rādhārāṇī kan behagen, dan is het heel gemakkelijk voor mij om Kṛṣṇa te begrijpen. Anders

manuṣyāṇāṁ sahasreṣu
kaścid yatati siddhaye
yatatām api siddhānāṁ
kaścid vetti māṁ tattvataḥ
(BG 7.3)

Als je het speculatieve proces om Kṛṣṇa te begrijpen neemt, zal het vele, vele levens in beslag nemen. Maar als je toegewijde dienst neemt, gewoon proberen Rādhārāṇī te behagen, en Kṛṣṇa zal heel gemakkelijk worden verkregen. Omdat Rādhārāṇī Kṛṣṇa kan verlossen. Ze is dus een groot toegewijde, het embleem van mahā-bhāgavata. Zelfs Kṛṣṇa kan niet begrijpen wat Radharani's kwaliteit is. Zelfs Kṛṣṇa, hoewel Hij zegt vedāhaṁ samatītāni (BG 7.26): "Ik weet alles," nog, hij faalt in het begrijpen van Rādhārāṇī. Rādhārāṇī is zo groot. Hij zegt dat... Eigenlijk, Kṛṣṇa weet alles. Om Rādhārāṇī te begrijpen, aanvaarde Kṛṣṇa de positie van Rādhārāṇī. Kṛṣṇa wilde de potentie van Rādhārāṇī begrijpen. Kṛṣṇa dacht dat "ik ben vol. Ik ben volledig in elk opzicht, maar toch, ik wil Rādhārāṇī begrijpen. Waarom?" Deze neiging maakte Kṛṣṇa verplicht om de neigingen van Rādhārāṇī te aanvaarden, om Kṛṣṇa Zelf te begrijpen.

Dit is natuurlijk heel transcendentaal, grote wetenschap. Iemand die gevorderd is in Kṛṣṇa-bewustzijn en goed vertrouwd met de śāstra's, ze kunnen het begrijpen. Maar toch, we kunnen bespreken van de śāstra. Toen Kṛṣṇa Zichzelf wilde begrijpen, Hij nam de neiging van Śrīmatī Rādhārāṇī. En dat is Chaitanya Mahāprabhu. Rādhā-bhava-dyuti-suvalitam. Chaitanya Mahāprabhu is Kṛṣṇa, maar Hij heeft de neigingen van Rādhārāṇī geaccepteerd. Zoals Radharani altijd in de gevoelens van de scheiding van Kṛṣṇa is, Ook in de positie van Rādhārāṇī voelde Heer Caitanya scheiding van Kṛṣṇa. Dat is de leer van Heer Caitanya, gevoelens van scheiding, niet ontmoeting. Het proces van toegewijde dienst onderwezen door Chaitanya Mahāprabhu, en Zijn erfopvolging is hoe de scheiding te voelen van Kṛṣṇa. Dat is Rādhārāṇīs positie, altijd het gevoel van de scheiding te hebben.

De Gosvāmīs, zij ook, toen ze in Vṛndāvana waren, ze hebben nooit gezegd dat "ik heb Kṛṣṇa gezien." Hoewel ze de meest perfecte waren, ze hebben nooit gezegd dat "ik heb Kṛṣṇa gezien." Hun gebeden waren als volgt: he rādhe vraja-devike ca lalite he nanda-suno kutaḥ. He rādhe, Rādhārāṇī, he rādhe vraja-devike ca... Rādhārāṇī blijft niet alleen. Hij (Zij) blijft altijd met Zijn (Haar) vrienden, vraja-devī, Lalitā of Viśākha en andere jonge maagden van Vṛndāvana. Dus de Gosvāmīs bidden, in hun volwassen stadium, toen ze leefden in Vṛndāvana, bidden ze op deze manier he rādhe vraja-devike ca lalite he nanda-suno kutaḥ. "Waar, Rādhārāṇī, waar bent U? Waar zijn Uw metgezellen? Waar bent U, Nanda-suno, de zoon van Nanda Mahārāja, Kṛṣṇa? Waar zijn Jullie, allemaal?" Ze waren ernaar op zoek. Ze hebben nooit gezegd: "Ik heb Kṛṣṇa zien dansen met de gopīs. Gisteravond zag ik." (gelach) Dit is sahajiyā. Dit is geen volwassen toegewijde. Dit heet... Ze worden sahajiyā genoemd. Ze nemen alles heel goedkoop - Kṛṣṇa erg goedkoop, Radharani erg goedkoop - alsof ze elke avond te zien krijgen. Nee. De Gosvāmīs leren ons niet zoals dat. Ze zijn ernaar op zoek. He rādhe vraja-devike ca lalite he nanda-suno kutaḥ, śrī-govardhana-pādapa-tale kālindī-vanye kutaḥ: "Ben je daar onder de Govardhana Heuvel, of aan de oevers van de Yamuna?" Kālindī-vanye kutaḥ. Ghoṣantāv iti sarvato vraja-pure khedair mahā-vihvalau. Hun zaak was huilen als dit, "waar bent U? Waar bent U, Rādhārāṇī? Waar U ook bent, Lalitā, Viśākha, de metgezellen van Rādhārāṇī? Waar bent U, Kṛṣṇa? Bent U in de buurt van de Govardhana Heuvel of aan de oever van de Yamunā?" Ghoṣantāv iti sarvato vraja pure. Dus in de gehele landstreek van Vṛndāvana huilden ze en zochten naar Hen, khedair mahā-vihvalau, alsof hij gek is. Khedair mahā-vihvalau. Vande rūpa-sanātanau raghu-yugau śrī-jīva-gopālakau.