NL/Prabhupada 0655 - Het doel van religie is om God te begrijpen en om te leren van God te houden

Revision as of 13:41, 18 August 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0655 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1969 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid URL, must be MP3

Lecture on BG 6.6-12 -- Los Angeles, February 15, 1969

Toegewijde: "Deze Bhagavad-gītā is de wetenschap van het Kṛṣṇa-bewustzijn. Niemand kan Kṛṣṇa bewust worden door wereldse geleerdheid."

Prabhupāda: Ja. Simpelweg omdat je een aantal titels hebt: M. A., Ph.D., D.A.C., zul je de Bhagavad-gītā begrijpen, het is niet mogelijk. Dit is transcendentale wetenschap. Het vereist verschillende zintuigen om het te begrijpen. En dat gevoel moet je creëren, je moet het zuiveren door het verlenen van dienst. Anders, zelfs grote geleerden, zoals zo veel artsen en Ph.Ds., ze verwarren wat Kṛṣṇa is. Ze kunnen het niet begrijpen. Het is niet mogelijk. Daarom Kṛṣṇa komt zoals Hij is. Ajo 'pi Sann avyayātmā (BG 4.6). Hoewel Hij ongeboren is, Hij komt om ons te laten weten hoe God is, zie je? Ga verder.

Toegewijde: "Je moet het geluk hebben te associëren met een persoon die in zuivere bewustzijn is. Een Kṛṣṇa-bewust persoon heeft kennis gerealiseerd door de genade van Kṛṣṇa."

Prabhupāda: Ja, door de genade van Kṛṣṇa. Niet door academische kwalificatie. Je... We moeten de genade van Kṛṣṇa verwerven, dan kunnen we Kṛṣṇa begrijpen. Dan kunnen we Kṛṣṇa zien. Dan kunnen we met Kṛṣṇa praten, dan kunnen we alles doen. Hij is een persoon. Hij is de Allerhoogste Persoon. Dat is de Vedische bevel. Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Hij is de Allerhoogste Persoon, of de Allerhoogste Eeuwige. We zijn allemaal eeuwig. Onze... Nu worden we gekooid in dit lichaam. We ontmoeten geboorte en dood. Maar eigenlijk hebben we geen geboorte en dood. We zijn eeuwige ziel. En volgens mijn werk, volgens mijn wens, Ik ben aan het verhuizen van het ene soort lichaam naar een ander lichaam, een ander lichaam, een ander lichaam. Dit is er aan de hand. Eigenlijk heb ik geen geboorte en dood. Dit wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā, in het tweede hoofdstuk heb je gelezen: na jāyate na mriyate vā. De levende entiteit neemt nooit geboorte of sterft nooit. Op dezelfde manier, God is ook eeuwig, u bent ook eeuwig. Wanneer u uw eeuwige relatie met de eeuwige, compleet eeuwig vestigt... Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām. Hij is het allerhoogste levend wezen onder de levende wezens. Hij is de opperste eeuwige onder eeuwigen.

Dus, door Kṛṣṇa-bewustzijn, door het zuiveren van je zintuigen zal deze kennis komen en jullie zullen God zien. Ga verder.

Toegewijde: Een Kṛṣṇa-bewust persoon heeft kennis gerealiseerd, door de genade van Kṛṣṇa, omdat hij tevreden is met zuivere devotionele dienst. Door gerealiseerde kennis wordt men perfect. Door zulke perfecte kennis kan men stabiel in zijn overtuigingen blijven, maar door academische kennis is men gemakkelijk misleid en is in de war door de schijnbare tegenstrijdigheden. Het is de gerealiseerde ziel die eigenlijk zelfbeheerst is, want hij is overgeleverd aan Kṛṣṇa. Hij is transcendentaal, omdat hij niets te maken heeft met alledaagse wetenschap.

Prabhupāda: Ja. Zelfs een analfabeet. Zelfs als hij niet weet wat ABCD is, kan hij God realiseren, op voorwaarde dat hij zich bezighoudt met deze onderdanige transcendentale liefdevolle dienst. En men kan zeer geleerd zijn, hoog geleerde, maar hij kan God niet realiseren. God is niet onderworpen aan enige materiële toestand. Hij is Hoogste Geest. Op dezelfde manier is de werkwijze van God realiseren evenmin aan enige materiële toestand onderworpen. Het is niet dat omdat je een arme man bent, je God niet kan realiseren. Of omdat je een zeer rijke man bent, dan zul je God realiseren. Nee. Omdat je ongeschoold bent, dus je kunt God niet realiseren, nee, dat is het niet. Omdat je hoog opgeleid bent, dan kun je God realiseren. Nee, dat is het niet. Hij is onvoorwaardelijk. Apratihatā. Sa vai puṁsāṁ paro dharmah. In de Bhāgavata wordt gezegd, dat is eerste klasse religieuze principe.

Bhāgavata vermeldt niet dat deze Hindoe-religie eerste klasse is, of Christelijke religie is eerste klasse, of Mohammedaanse religie is eerste klasse, of een andere religie. We hebben zo veel, zo veel religies gecreëerd. Maar Bhāgavata zegt dat religieuze principe eerste klasse is. Welke? Sa vai puṁsāṁ paro dharmo yato bhaktir adhokṣaje (SB 1.2.6). Die religie die u helpt om uw toegewijde dienst en de liefde van God te bevorderen. Dat is alles. Dat is de definitie van de eerste klasse religie. We analyseren niet dat deze religie eerste klasse is, die religie laatste klasse. Natuurlijk, volgens, zoals ik u heb gezegd, dat er drie kwaliteiten in de materiële wereld zijn. Dus volgens de kwaliteit, is de religieuze opvatting ook gecreëerd. Maar het doel van religie is om God te begrijpen. En om te leren hoe God lief te hebben. Dat is het doel. Elk religieus systeem. Als het je leert hoe je God lief leert hebben, dan is het eerste klas. Anders is het zinloos. U kunt uw religieuze principes zeer streng en zeer goed uitoefenen, maar uw liefde van God is nihil. Uw liefde voor de materie is gewoon vermeerderd, dat is geen religie. Volgens Bhāgavata verdict: sa vai puṁsāṁ paro dharmo yato bhaktir adhokṣaje (SB 1.2.6). Apratihatā. Ahaituky apratihatā. Dat religieuze systeem heeft geen ontstaansgeschiedenis. En zonder enige belemmering. Als je een dergelijk systeem van religieuze principe kan bereiken, dan zullen we merken dat je gelukkig in alle opzichten bent. Anders is er geen mogelijkheid.

Sa vai puṁsāṁ paro dharmo yato bhaktir adhokṣaje (SB 1.2.6). Adhokṣaje. Gods andere naam is Adhokṣaja. Adhokṣaja betekent dat overwint alle materialistische pogingen om God te zien. Adhokṣaja. Akṣaja betekent experimentele kennis. Je kunt God niet begrijpen door experimentele kennis, nee. Je moet het leren op een andere manier. Dat betekent door onderdanige auditieve ontvangst en transcendentale liefdevolle dienst uitoefenen. Dan kun je God begrijpen. Dus elk religieus principe dat je leert en helpt, om je liefde voor God te ontwikkelen, zonder enige reden... "Ik hou van God omdat Hij mij erg leuke dingen voor mijn zinsbevrediging levert." Dat is geen liefde. Ahaituki. Zonder enige... God is geweldig. God is mijn vader. Het is mijn plicht om Hem lief te hebben. Dat is alles. Geen uitwisseling. "Oh, God geeft me dagelijks brood, daarom hou ik van God." Nee Dagelijks brood geeft God zelfs aan de dieren, katten en honden. Dat wil zeggen, God is vader van iedereen. Hij levert voedsel voor iedereen. Dus dat is geen liefde. Liefde is zonder reden. Zelfs als God me geen dagelijks brood levert, ik houd van God. Dat is liefde. Dat is liefde.

Caitanya Mahāprabhu says like that: āśliṣya vā pāda-ratāṁ pinaṣṭu mām (CC Antya 20.47). "Ofwel U omarmt mij of U vertrapt me neer op uw voeten. Of U verschijnt nooit voor mij. Ik word diepbedroefd zonder U te zien. Toch houd ik van U." Dat is pure liefde van God. Als we tot dat stadium van liefde voor God komen, dan zullen we vinden, oh, alles, vol plezier. Zoals God vol plezier is, ben jij ook vol plezier. Dat is de perfectie. Ga verder.