NL/Prabhupada 0294 - Zes punten van overgave aan Krishna

Revision as of 12:54, 27 September 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0294 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture -- Seattle, October 4, 1968

Er zijn zes punten van overgave aan Kṛṣṇa. Een punt van overgave is om te geloven 'Kṛṣṇa zal me beschermen. " Net als een klein kind het volste vertrouwen heeft in zijn moeder: "Mijn moeder is er. Er is geen gevaar". Zelfverzekerd. Ik heb het gezien. Iedereen. Ik heb het... Ik zal een praktische ervaring vertellen. In Calcutta, in mijn jongere dagen, was ik op reis in de tram, en mijn jongste zoon, hij was bij mij. Hij was pas twee jaar oud, of twee en een half jaar oud. Dus de dirigent, als grap, vroeg hem: "Geef me je betaling." Dus hij zei eerst: "Ik heb geen geld." Dus de conducteur zei: "Dan mag je uitstappen." Hij zei onmiddellijk: "Oh, hier is mijn vader." (Gelach) Zie je. "Je kunt me niet vragen om uit te stappen. Mijn vader is hier." Zie je? Dus dit is de psychologie. Als je Kṛṣṇa hebt benaderd, dan zal zelfs de grootste angst je niet bewegen. Dat is een feit. Dus zoiets is Kṛṣṇa. Probeer om deze grootste zegen te verkrijgen, Kṛṣṇa. En wat zegt Kṛṣṇa? Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati (BG 9.31). "Mijn lieve Kaunteya, zoon van Kuntî, Arjuna, verklaar aan de wereld dat Mijn toegewijden nooit zullen worden overwonnen." Nooit zullen worden overwonnen. Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati.

Ook zijn er verschillende passages in de Bhagavad Gita. Ik citeer uit de Bhagavad-gītā omdat dit boek zeer populair is over de hele wereld, en ... Probeer te begrijpen, lees dit boek, het is een zeer waardevol boek van kennis. Dus Kṛṣṇa zegt:

ahaṁ sarvasya prabhavo
mattaḥ sarvaṁ pravartate
iti matvā bhajante māṁ
budhā bhāva-samanvitāḥ
(BG 10.8)

Wie kan Kṛṣṇa aanbidden? Dat wordt hier beschreven, die Budha. Budha betekent meest intelligente persoon. Bodha, bodha betekent kennis, en Budha betekent iemand die wijs is, vol kennis. Iedereen is op zoek naar kennis. Hier heb je de Washington universiteit. Er zijn vele studenten. Ze zijn hier gekomen om kennis te verwerven. Dus degene die de perfectie van kennis of het hoogste platform van kennis hebben verworven, wordt een Budha genoemd. Dus niet alleen Budha maar bhava-samanvitāḥ. Bhava betekent extase. Men moet zeer geleerd en wijs zijn, tegelijkertijd moet hij spirituele extase voelen. "Zo een persoon," Kṛṣṇa zegt iti matvā bhajante mām.. "Zo'n personen aanbidden Mij of hebben Me lief." Iemand die zeer intelligent is en iemand die transcendentaal vol extase is, die persoon houdt van Kṛṣṇa of aanbidt Kṛṣṇa. Waarom? Omdat iti matvā, "door dit te begrijpen." Wat is dit? Aham sarvasya prabhavo (BG 10.8), "Ik ben de oorsprong van alles, sarvasya." Alles wat je brengt, dat wil zeggen, als je verdergaat, uitzoekt, dan zul je uiteindelijk vinden, het is Kṛṣṇa. De Vedānta zegt hetzelfde. Wat is Brahman? Athāto brahma jijñāsā.