NL/Prabhupada 0774 - We kunnen niet onze eigen manier van spirituele vooruitgang verzinnen

Revision as of 13:55, 26 November 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0774 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.6.2 -- Toronto, June 18, 1976

In de kṛte, Satya-yuga, leefde men voor honderd duizend jaren, dat was toen mogelijk. Valmiki Muni mediteerde zestig duizend jaar lang. Deze meditatie, dhyāna, dhāraṇā, prāṇāyāma, pratyāhāra, dit yoga-systeem, is aanbevolen in de śāstra's en vinden we ook in de Bhagavad Gita, maar in deze tijd is het niet mogelijk. Zelfs Arjuna wees het af. 'Krishna, U beveelt het proces van yoga aan, maar het is niet mogelijk." Tasyāhaṁ nigrahaṁ manye vāyor iva suduṣkaram (BG 6.34). "Het is niet mogelijk." Maar Arjuna was een zuivere toegewijde. Hij dacht altijd aan Krishna. Hij had geen andere bezigheden. Daarom moedigde Krishna, Arjuna aan. Hij zei: "Wees niet teleurgesteld, je denkt dat je niet geschikt bent om op Heer Viṣṇu te mediteren, maar wees niet teleurgesteld. De eerste klas yogī en jij bent een eerste klas yogī. " Waarom? Omdat

yoginām api sarveṣāṁ
mad-gatenāntarātmanā
śraddhāvān bhajate yo māṁ
sa me yuktatamo mataḥ
(BG 6.47)

Wie altijd aan Krishna in het hart denkt, hij is een eerste klas yogī. Daarom kalau tad Dhari-kīrtanāt (SB 12.3.52). Dit is het eerste klas yoga-systeem. In dit tijdperk, beveelt Chaitanya en de śāstra aan, harer nāma harer nāma harer nāma eva kevalam kalau nāsty eva nāsty eva nāsty eva (CC Adi 17.21).

We moeten de instructies van de śāstra volgen. We kunnen niet onze eigen manier van spirituele vooruitgang verzinnen. Dat is niet mogelijk.

yaḥ śāstra-vidhim utsṛjya
vartate kāma-kārataḥ
na sa siddhim avāpnoti
na sukhaṁ na parāṁ gatim
(BG 16.23)

Wie de regulerende principes aanbevolen in de śāstra overtreedt, śāstra-vidhi, yaḥ śāstra-vidhim utsṛjya, śāstra-vidhi opgeven, vartate kāma-kārataḥ, willekeurig iets doet, na siddhiṁ sa avāpnoti, krijgt nooit succes. Hij zal nooit succesvol zijn. Na siddhiṁ na parāṁ gati: geen verlossing. Na siddhim, na sukham: zelfs geen materieel geluk. We moeten dus de śāstra vidhi aanvaarden. Śāstra-vidhi, zoals ze is ... In de śāstra wordt gezegd, wat ik al heb aangehaald, kalau tad dhari-kīrtanāt.

kṛte yad dhyāyato viṣṇuṁ
tretāyāṁ yajato makhaiḥ
dvāpare paricaryāyāṁ
kalau tad dhari-kīrtanāt
(SB 12.3.52)

In dit tijdperk is hari-kīrtana de śāstra-vidhi. Hoe meer je de Hare Krishna mahā-mantra chant, deste volmaakter je wordt. Dat is śāstra-vidhi. En Caitanya Mahāprabhu bevestigde dit. Sādhu-śāstra-guru-vākya. We moeten duidelijk begrijpen, in de eerste plaats, wat zijn de instructies van de śāstra, vervolgens, wat zijn sādhus, toegewijden en wat doen ze. Wat doen de sādhu, śāstra en guru? En wat vraagt de guru van ons? We moeten deze drie principes volgen. Sādhu-guru-śāstra-vākya tīnete koriyā aikya. Wie is een sādhu? Wie leeft volgens de instructies van de śāstra. En guru? De guru leeft ook volgens de instructies van de śāstra. Dan is hij een guru, dan is hij een sādhu. Hij is een sādhu. En als iemand, śāstra vidhim, yaḥ śāstra-vidhim utsṛjya ... de śāstra-vidhi opgeeft , waar is dan sprake van guru en sādhu? Geen siddhim. Hij is geen siddha. Hij heeft de volmaaktheid niet bereikt, omdat hij de principes van de śāstra heeft verworpen. Hij is nep. Zo moeten we testen, wie een guru is.