NL/Prabhupada 0816 - Dit lichaam is een machine maar we zien de machine als ons zelf

Revision as of 12:47, 3 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0816 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

751015 - Lecture SB 01.07.05-6 - Johannesburg

yayā sammohito jīva
ātmānaṁ tri-guṇātmakam
paro 'pi manute 'narthaṁ
tat-kṛtaṁ cābhipadyate
(SB 1.7.5)

Onze huidige positie is als dit, deze sammohita, verbijsterd, verward door māyā. We zijn eeuwige integrerende deeltjes van God, maar omdat we zijn betoverd door deze materiële energie, of externe energie van God, zijn we onszelf vergeten, en zijn we nu verstrikt. We hebben ons doel van het leven vergeten. Na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇuṁ durāśayā ye bahir-artha-māninaḥ (SB 7.5.31). De geconditioneerde ziel ... geconditioneerde ziel betekent het levende wezen, de spirituele ziel, die geconditioneerd is door deze wetten van de materiële natuur. De wetten van de materiële natuur zijn dat je een bepaald type lichaam moet accepteren, op basis van je neigingen. Wij creëren onze neigingen. En Krishna is zo vriendelijk, dat Hij ons de faciliteiten geeft: "Goed." Net als de tijger, hij wilt bloed drinken. Of een man, als hij bloed wilt drinken, dan krijgt hij de mogelijkheden van het lichaam van een tijger. Als een persoon geen onderscheid maakt in eten, dan kan hij alles wat beschikbaar is, eten, dan krijgt hij de mogelijkheid om een varken te worden. Tot ontlasting aan toe, kan hij dan eten.

Dit staat zeer duidelijk vermeld in de Bhagavad Gita:

īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ
hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati
bhrāmayan sarva-bhūtāni
yantrārūḍhāni māyayā
(BG 18.61)

Dit is zeer belangrijk. Yantrārūḍhāni māyayā. We rijden op een machine. Dit lichaam is een machine, maar we accepteren de machine als onszelf. Dit heet sammohita, "verbijsterd." Als je in een auto rijdt, en denkt, "Ik ben de auto," dat is dwaasheid, op dezelfde manier, ik heb deze yantra, machine, lichaam, en het loopt verder, als gevolg van mijn aanwezigheid, ik bestuur het, of Krishna geeft me de intelligentie om het te besturen. Maar als ik mezelf identificeren met dit lichaam, precies zoals een dwaas, hij bestuurt een auto, maar als hij zich identificeert met de auto, dan is hij een dwaas, dit heet dus sammohita. Yayā sammohito jīva. Daarom het voorbeeld, dat ik gister, gisteravond, vertelde, we zien de bestuurder niet, en als de bestuurder weg gaat, dan zien we dat de auto niet meer beweegt, en kunnen we begrijpen, "Oh, de chauffeur, mijn vader of mijn zoon, is verdwenen." We huilen soms: "Mijn vader is heen gegaan." of "Mijn zoon is heen gegaan," maar omdat we sammohita zijn, hebben we eigenlijk nooit de vader en de zoon gezien. We hebben deze jas-broek lichaam als vader en zoon geaccepteerd. Dit heet sammoha, verbijsterd.

Yayā sammohito jīva ātmānam: de spirituele ziel, ātmānaṁ tri-guṇātmakam... Dit lichaam is tri-guṇātmakam. De body is gemaakt op basis van de geaardheden der materiële natuur: kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya (BG 13.22). Alles wordt heel duidelijk uitgelegd in de Bhagavad Gita. Dit wordt verdere ontwikkeling. Bhagavad Gita ... als je de Bhagavad Gita begrijpt, en je werkelijk overgeeft aan Krishna ... Het laatste woorden van Krishna zijn: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). Als je de Bhagavad Gita werkelijk begrijpt, dan zal dit het resultaat zijn. En in het Śrīmad-Bhāgavatam wordt gezegd, tyaktvā sva-dharmaṁ caraṇāmbujaṁ hareḥ (SB 1.5.17). Sva-dharma. Krishna zegt sarva-dharmān parityajya. Dat betekent, ieder van ons ... Dharma betekent beroepsmatige plicht. Dat is dharma, karakteristiek. Krishna beveelt, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). Als we dat accepteren, zelfs als sentiment ... Dit wordt bevestigd in het Śrīmad-Bhāgavatam. Tyaktvā sva-dharmaṁ caraṇāmbujaṁ hareḥ patet tato yadi, bhajann apakvo 'tha. Nārada Muni zegt dat "Als iemand, zelfs door sentiment - 'Oké, Krishna zegt sarva-dharmān parityajya. Laten we ophouden met elke andere bezigheid, Krishna-bewust worden, zelfs als men dit door sentiment accepteerd en niet volledig begrijpt, dan is men ook fortuinlijk." Hij is ook fortuinlijk, want hij aanvaardt de waarheid. Daarom zei Nārada Muni, "Zelfs als iemand dit aanvaardt door sentiment, en later," bhajann apakvo 'tha, "omdat zijn devotionele dienst niet volwassen is, hij naar beneden valt, dan zegt Nārada Muni, yatra kva vābhadram abhūd amuṣya kim, "Waar is dan het verlies voor die persoon? Anderzijds, een ander persoon die dit niet aanvaard, maar zijn verantwoordelijkheden, materiële verantwoordelijkheden, zeer regulerend uitvoert, wat wint hij daar mee?" Dit zijn de opties. "Als Krishna-bewustzijn wordt geaccepteerd, zelfs door sentiment, en hij daarna, naar beneden valt, dan is er geen verlies. Maar als we onze materiële plichten trouw vervullen," Nārada Muni zegt, wat winnen we daar mee?" Dit is een heel belangrijk ding.