NL/Prabhupada 0956 - De vaderhond zal het hondenkind nooit vragen: "Ga naar school". Nee, het zijn honden

Revision as of 17:49, 1 April 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0956 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

750623 - Conversation - Los Angeles

Dr. Mize: Hoe komt de geest te weten dat er een ziel is?

Prabhupāda: Door les te nemen van leraren die een heldere geest hebben. Waarom komen de studenten naar jou? Omdat hun geest niet helder is. Je moet zijn geest helder maken, door hem psychologie te leren, het denken, voelen, willen. Daarom moet hij naar een geleerde man gaan, die weet hoe de geest te begrijpen, hoe de activiteiten van de geest te begrijpen, hoe daarmee om te gaan. Dat vereist onderwijs. Een hond kan deze opleiding niet volgen, maar een mens wel. Daarom: het is de plicht van de mens, om de geest te leren beheersen, en zich niet als katten en honden te gedragen. Dat is mens zijn. Hij moet leergierig zijn, "Waarom gebeurt dit? Waarom gebeurt dat?" en hij moet onderwijs nemen. Dat is het menselijk leven. En als hij niet onderzoekt, als hij geen onderwijs neemt, wat is dan het verschil tussen hem en een hond? Hij blijft een hond. Hij heeft de mogelijkheid van het menselijk leven. Hij zou daarvan moeten profiteren en begrijpen wat is wat, en zichzelf niet op het hond niveau houden, gewoon eten, slapen, seksen en verdedigen. Dat is het onderscheid tussen hond en mens. Als hij niet leergierig is hoe de geest te beheersen, dan is hij niet eens een mens. Een hond vraagt ​​nooit. Een hond weet dat: "Als ik blaf, dan worden de mensen verstoord." Hij zal nooit vragen: "Hoe kan ik deze geblaf gewoonte beheersen?" (gelach) Omdat hij een hond is, kan hij dat niet doen. Een mens kan weten dat: "mensen haten me. Ik doe iets verkeerd. Hoe kan ik mijn geest beheersen?" Dat is mens zijn. Dat is het verschil tussen mens en hond. Daarom is er een Vedische gebod: "Ga en onderzoek. Je hebt deze menselijke levensvorm gekregen." Athāto brahma jijñāsā: "Nu is het de tijd om onderzoek te doen naar de ziel." Tad vijñānārthaṁ sa gurum eva abhigacchet (MU 1.2.12). Wil je deze wetenschap begrijpen, ga dan naar de juiste goeroe en neem lessen van hem. Hetzelfde als we onze kinderen vertellen: "Als je wil worden opgeleid in een hogere status van het leven, ga naar school, ga naar de universiteit, neem les." Dat is de menselijke samenleving. De vader hond zal nooit het hondenkind vragen: "Ga naar school." Nee, het zijn honden.

Jayatīrtha: De universiteiten geven tegenwoordig geen cursussen in de aard van de ziel.

Prabhupāda: Daarom zegt hij: "Wat is er mis mee als ik een hond wordt?" Omdat er geen onderwijs is. Hij weet het verschil niet tussen een hond en een mens. Daarom zegt hij dat "Wat is er mis mee als ik een hond wordt? Ik zal meer mogelijkheden voor seks krijgen zonder enige strafrechtelijke vervolging." Dit is de vooruitgang van het onderwijs.

Dr. Mize: Hoe komt de geest dan te weten dat er een ziel is?

Prabhupāda: Dat zeg ik, dat moet onderwezen worden. Waarom zijn deze mensen zijn overtuigd van de ziel? Ze zijn opgeleid. In de praktijk en door kennis. Alles moet worden geleerd door onderwezen te worden. En daarom is het Vedische bevel: tad-vijñānārtham, "Om die wetenschap te kennen," gurum eva abhigacchet, "je moet naar een goeroe, leraar gaan." Dus het antwoord is dat je naar de leraar moet gaan die je kan leren hoe de ziel er is.