NL/BG 4.24
VERS 24
- brahmārpaṇaṁ brahma havir, brahmāgnau brahmaṇā hutam
- brahmaiva tena gantavyaṁ, brahma-karma-samādhinā
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
brahma — van spirituele aard; arpaṇam — bijdrage; brahma — de Allerhoogste; haviḥ — boter; brahma — spirituele; agnau — in het consumerende vuur; brahmaṇā — door de spirituele ziel; hutam — geofferd; brahma — spiritueel koninkrijk; eva — zeker; tena — door hem; ganta-vyam — te worden bereikt; brahma — spiritueel; karma — in activiteiten; samādhinā — door volledig op te gaan.
VERTALING
Wie volledig opgaat in Kṛṣṇa-bewustzijn, zal zeker het spirituele koninkrijk bereiken, omdat hij zich volledig inzet voor spirituele activiteiten, waarvan de vervulling absoluut is en waarvan dat wat geofferd wordt van dezelfde spirituele aard is.
COMMENTAAR
Hier wordt beschreven hoe activiteiten in Kṛṣṇa-bewustzijn iemand naar het uiteindelijke spirituele doel kunnen leiden. Er zijn verschillende Kṛṣṇa-bewuste activiteiten en ze zullen allemaal in de volgende verzen beschreven worden. Maar voorlopig wordt alleen het principe van Kṛṣṇa-bewustzijn beschreven. Een geconditioneerde ziel die verstrikt is in materiële onzuiverheid, zal zeker actief zijn in de materiële sfeer, maar ze moet uit zo’n omgeving zien weg te komen. Het proces waardoor de geconditioneerde ziel uit de materiële sfeer kan komen is Kṛṣṇa-bewustzijn. Bijvoorbeeld, een patiënt die door het gebruik van te veel melkproducten darmklachten heeft, wordt genezen door een ander melkproduct, namelijk yoghurt. De geconditioneerde ziel die in beslag wordt genomen door het materiële leven, kan worden genezen door Kṛṣṇa-bewustzijn, zoals hier in de Gītā uiteengezet wordt. Dit proces staat over het algemeen bekend als yajña of activiteiten (offers) die alleen bedoeld zijn om Viṣṇu, Kṛṣṇa, tevreden te stellen. Hoe meer de activiteiten van de materiële wereld Kṛṣṇa-bewust worden verricht, dat wil zeggen alleen voor Viṣṇu, des te meer raakt de hele omgeving gespiritualiseerd door volledige verdieping in Kṛṣṇa-bewustzijn.
Het woord ‘brahma’ (Brahman) betekent ‘spiritueel’. De Heer is spiritueel en de stralen van Zijn transcendentale lichaam worden brahmajyoti genoemd, Zijn spirituele gloed. Alles wat bestaat bevindt zich in die brahmajyoti, maar wanneer de jyoti bedekt is door illusie (māyā) of zinsbevrediging, dan wordt hij materieel genoemd. Deze materiële sluier kan in een keer worden weggenomen door Kṛṣṇa-bewustzijn; daarom zijn de offergave ter bevordering van het Kṛṣṇa-bewustzijn, dat wat een dergelijke offergave of bijdrage consumeert, het proces van consumptie, degene die een bijdrage doet en het resultaat — allemaal tezamen — Brahman, de Absolute Waarheid. Er is sprake van materie als de Absolute Waarheid bedekt is door māyā. Materie die gebruikt wordt voor de Absolute Waarheid, herwint haar spirituele kwaliteit. Kṛṣṇa-bewustzijn is het proces dat het bewustzijn dat in illusie is, omzet naar Brahman of het Allerhoogste. Wanneer de geest volledig verzonken is in Kṛṣṇa-bewustzijn, spreekt men van samādhi of een toestand van diepe meditatie. Alles wat in zulk bewustzijn wordt gedaan, wordt yajña genoemd, een offer voor het Absolute. In die toestand van spiritueel bewustzijn worden degene die een bijdrage doet, de bijdrage, het proces van consumptie, degene die het offer leidt en het resultaat of het uiteindelijke voordeel — alles — īīn in het Absolute, het Allerhoogste Brahman. Dat is de methode van het Kṛṣṇa-bewustzijn.