NL/Prabhupada 0724 - De test van bhakti

Revision as of 13:51, 2 April 2021 by Vanibot (talk | contribs) (Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Lecture on SB 7.9.15 -- Mayapur, February 22, 1976

Deze materiële wereld is heel erg heftig voor de toegewijden. Ze zijn er heel erg bang voor. Dit is het verschil. Materialistische mensen denken: "Deze wereld is heel plezierig. We genieten. Eet, drink, wees vrolijk en geniet." Maar de toegewijden denken: "Het is heel erg beangstigend. Hoe snel kunnen we hier weg komen?" Mijn guru Mahārāja zei dat: "Deze materiële wereld is niet geschikt voor een beschaafde man om te leven." Hij zei: "Geen beschaafde man kan hier wonen." Dus deze dingen worden niet begrepen door de niet-toegewijden, hoe pijnlijk deze materiële wereld is. Kṛṣṇa zegt; duḥkhālayam aśāśvatam (BG 8.15). Dat is het verschil tussen de toegewijde en niet-toegewijde. De duḥkhālayam proberen het sukhālayam te maken. Dat is niet mogelijk.

Dus tenzij men walgt van deze materiële wereld, moet begrepen worden dat hij nog niet tot spiritueel inzicht is gekomen. Bhaktiḥ pareśānubhavo viraktir anyatra syāt (SB 11.2.42). Dit is de test van bhakti. Als iemand tot toegewijde dienst is gekomen dan is deze materiële wereld helemaal niet meer aantrekkelijk voor hem. Virakti. Niet meer. Āra nāre bapa. De Jagāi-Mādhāi, te veel materialistisch, vrouwenjagers, dronkaards, vleeseters ... Dus dit zijn nu alledaagse zaken geworden. Maar het is heel erg beangstigend voor de toegewijden. Daarom zeggen we: "Geen intoxicatie, geen ongeoorloofde sex, geen vlees eten." Het is heel erg beangstigend. Maar ze weten dat niet. Mūḍhaḥ nābhijānāti. Ze weten het niet. Ze laten zich gaan. De hele wereld verkeert op dit niveau. Hij weet niet dat hij een heel erg heftige situatie aan het maken is door zich over te geven aan deze zondige activiteiten.

Dus om deze gewoontes af te leren vereist tapasā, tapasya.

tapasā brahmacaryeṇa
śamena ca damena ca
tyāgena satya-śaucābhyāṁ
yamena niyamena vā
(SB 6.1.13)

Dit heet vooruitgang in het spirituele leven, tapasā. Het eerste is tapasya, vrijwillig verwerpen van je zogenaamde comfortabele situatie in de materiële wereld. Dat heet tapasya. Tapasā brahmacaryeṇa. En om die tapasya uit te voeren is het eerste brahmacarya. Brahmacarya betekent sex vermijden. Dat heet brahmacarya.