NL/Prabhupada 0956 - De vaderhond zal het hondenkind nooit vragen: "Ga naar school". Nee, het zijn honden
750623 - Conversation - Los Angeles
Dr. Mize: Hoe komt de geest te weten dat er een ziel is?
Prabhupāda: Door les te nemen van leraren die een heldere geest hebben. Waarom komen de studenten naar jou? Omdat hun geest niet helder is. Je moet zijn geest helder maken door hem psychologie te leren, denken, voelen, willen. Daarom moet hij bij een geleerde komen die weet hoe de geest te begrijpen, hoe de activiteiten van de geest te begrijpen en hoe daarmee om te gaan. Daar is onderwijs voor nodig. Een hond kan dit onderwijs niet volgen maar een mens wel. Daarom is het de plicht van de mens om de geest te leren beheersen en zich niet als katten en honden te gedragen. Dat is mens-zijn.
Hij moet leergierig zijn: "Waarom gebeurt dit? Waarom gebeurt dat?" en hij moet onderwijs nemen. Dat is het menselijk leven. En als hij niet onderzoekt, als hij geen onderwijs neemt, wat is dan het verschil tussen hem en een hond? Hij blijft een hond. Hij heeft de mogelijkheid van het menselijk leven. Hij zou moeten profiteren van het begrijpen wat wat is en zichzelf niet op het hondse niveau houden, alleen maar eten, slapen, seksen en verdedigen. Dat is het onderscheid tussen hond en mens. Als hij niet nieuwsgierig wordt naar hoe de geest te beheersen dan is hij niet eens een mens. Een hond vraagt nooit. Een hond weet dat: "Als ik blaf dan worden de mensen verstoord." Hij zal nooit vragen: "Hoe kan ik deze blaf gewoonte beheersen?" Omdat hij een hond is kan hij dat niet doen. Een mens kan weten dat: "De mensen haten me. Ik doe iets verkeerd. Hoe kan ik mijn geest beheersen?" Dat is mens-zijn. Dat is het verschil tussen mens en hond.
Daarom is er een vedisch voorschrift: "Ga en onderzoek. Je hebt deze menselijke levensvorm." Athāto brahma jijñāsā: "Nu is het de tijd om onderzoek te doen naar de ziel." Tad vijñānārthaṁ sa gurum eva abhigacchet (MU 1.2.12). Als je deze wetenschap wilt begrijpen ga dan naar de juiste guru en neem lessen van hem. Hetzelfde wat we onze kinderen vertellen: "Als je opgeleid wilt worden op een hoger levensniveau, ga dan naar school, ga naar de universiteit, neem les." Dat is de menselijke samenleving. De vaderhond zal het hondenkind nooit vragen: "Ga naar school." Nee, het zijn honden.
Jayatīrtha: De universiteiten geven tegenwoordig geen cursussen over de aard van de ziel.
Prabhupāda: Daarom zegt hij: "Wat is er mis mee als ik een hond wordt?" Omdat er geen onderwijs is. Hij weet het verschil niet tussen een hond en een mens. Daarom zegt hij dat: "Wat is er mis mee als ik een hond wordt? Ik zal meer mogelijkheden voor seks krijgen zonder enige strafrechtelijke vervolging." Dit is de vooruitgang van het onderwijs.
Dr. Mize: Hoe komt de geest dan te weten dat er een ziel is?
Prabhupāda: Dat zeg ik, dat moet onderwezen worden. Waarom zijn deze mensen overtuigd van de ziel? Ze zijn opgeleid. In de praktijk en door kennis. Alles moet worden geleerd door onderwezen te worden. En daarom is het vedische voorschrift; tad-vijñānārtham: "Om die wetenschap te kennen" gurum eva abhigacchet "moet je naar een guru, leraar, gaan." (MU 1.2.12) Dus het antwoord is dat je naar de leraar moet gaan die je kan leren hoe de ziel er is.