"We zouden geen adhra moeten zijn. Dat is de perfectie van Kṛṣṇa-bewustzijn. Adhīra betekent in de materiële wereld blijven. Zo lang we adhīra zijn, is er geen kans om terug naar huis te gaan, terug naar God. Dit is de tapasya - blijven dhīra. Er zijn veel oorzaken om adhīra te worden, maar de oorzaken mogen ons niet storen - dan dhīra. Dhīradhīra-jana-priyau priya-karau. Haridāsa Ṭhākura, net als dhīra. Er was reden, genoeg reden. Hij was een jonge man, en een jonge prostituee, erg mooi, kwam om middernacht en bood haar lichaam aan aan Haridāsa Ṭhākura. Hij zei: "Ja, heel goed voorstel. Je gaat zitten. Laat me mijn gezang afmaken. Ik zal genieten." Dit is dhīra. "
|