"Kṛṣṇa kan in onze geest zien hoezeer we ons overgeven en hoezeer we uit zijn op materieel genot. Daarom is het beste dat we nul moeten maken. Anyābhilāṣitā-śūnyam (Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.1.11). Śūnyam betekent nul. Tenzij we alles nul maken, gewoon Kṛṣṇa-feit ... Kṛṣṇa is het enige feit en alles nul. Zonder Kṛṣṇa is alles nul. Net zoals één één is en nul nul is, maar als nul wordt opgeteld bij één, wordt het tien onmiddellijk - tien keer. Op dezelfde manier is deze materiële wereld nul en is Kṛṣṇa één. Als je op eigen kracht van de materiële wereld wilt genieten, zal het altijd nul blijken te zijn. Je zult nooit tevreden zijn. Maar je voegt deze nul toe door de kant van Kṛṣṇa, je geniet van alles, tien keer. Tien keer. Met nul is het nul, maar als het wordt toegevoegd met Kṛṣṇa, is het tien keer.'
|