"Als iemand Kṛṣṇa-bewustzijn ontwikkelt, dan moet worden begrepen dat hij sattva-guṇa, de brahmaanse kwalificatie, heeft overtroffen. Waarom bieden we de heilige draad aan iemand aan die uit een zeer, zeer lage familie komt? Omdat moet worden begrepen dat door de Hare Kṛṣṇa-mantra te chanten, door het regulerende principe te volgen, hij al op het platform van sattva-guṇa is gekomen. Maar als het een leugen is, is er geen tweede initiatie nodig. Die moet er zijn. Er moet iemand komen. Dus, ons proces is: "Doe dit niet. Doe dit." Chant Hare Kṛṣṇa mantra, zestien ronden, en doe dit niet - geen illegale seks, geen vlees eten. Dat betekent dat hij gezuiverd wordt. Hij wordt gezuiverd van de rotte toestand van rajo-guṇa en tamo-guṇa. Maar als hij dat niet doet, zou er geen tweede initiatie moeten zijn. Dit zou de regel moeten zijn."
|