"Vaiṣṇava kan alle ellende verdragen. Hij is in alle omstandigheden gelukkig. Hij heeft geen probleem. Hij heeft geen ambitie behalve Kṛṣṇa dienen. Nu zegt Caitanya Mahāprabhu: Na dhanaṁ na janaṁ na sundarīṁ kavitāṁ vā jagadīśa kāmaye (CC Antya 20.29, Śikṣāṣṭaka 4) Dus, Vaiṣṇava heeft niet zo'n ambitie dat 'ik miljoenen en miljoenen dollars moet hebben om te bezitten en een heel goede vrouw moet hebben', na dhanam, 'en veel volgelingen. Ik zal minister, leider, politieker worden.' Deze ambities worden door de Vaiṣṇava's volledig verdreven. Ze hebben geen waarde. Antavat tu phalaṁ teṣāṁ tad bhavaty alpa-medhasām (BG 7.23). Degenen die achter al deze dingen aan zitten, materieel tijdelijk geluk, alpa-medhasām; Kṛṣṇa zegt dat ze een gebrek aan hersenen hebben. Maar de hele wereld zit achter deze dingen aan."
|