"Uktas tathā bhāvyata eva sadbhiḥ kintu prabhor yaḥ priya eva tasya: "De spiritueel leraar is zo goed als God because omdat hij Kṛṣṇa zeer dierbaar is." Hij predikt Kṛṣṇa's missie, en Kṛṣṇa is zeer, zeer blij met hem. Na ca tasmān manuṣyeṣu kaścin me priya-kṛttamaḥ (BG 18.69). Dat is de kwalificatie van de spiritueel leraar. Hij doet zijn best om de ziel te bevrijden uit de klauwen van māyā. Dat is een grote dienst. Daarom is hij zeer dierbaar. Diegene die chant of toegewijde dienst uitvoert voor zijn persoonlijk voordeel en diegene die probeert om anderen te bevrijden voor het voordeel van anderen, dat is een verschil."
|